Clouds zijn wolken en wolken zijn een chaotische verzameling regendruppels. We spreken daarom ook wel van een ’wolkenbrij’. Zijn ’chaos’ en ’brij’ wel verstandige concepten wanneer men wil voorkomen dat gebruikers op een site verdwalen?
De term ’tag cloud’ zegt iets over de vorm. Dat roept de vraag op of de gebruiker van het woord cloud wel weet om welke inhoud het gaat. ’Een vierkante buis met ramen en wielen’ is een uitstekende vormdefinitie. Maar welke middeleeuwer zal daarmee begrijpen dat de spreker een autobus bedoelt?
Wikipedia definiëert een tag cloud zo:
'A tag cloud or word cloud (or weighted list in visual design) is a visual depiction of user-generated tags, or simply the word content of a site, used typically to describe the content of web sites. Tags are usually single words and are typically listed alphabetically, and the importance of a tag is shown with font size or color.'
Een tag cloud is dus gewoon een lijstje met woorden, een inhoudsopgave of in computerjargon: een menu.
Wat vinden de vingers van tag clouds?
Om een keuze te maken uit een lijst met woorden op een computerscherm moet de gebruiker aanwijzen met pols, hand en vingerspieren. Spieren houden niet van aanwijzen maar typen liever.
Ten eerste heeft de gebruiker daarbij minder spieren en minder kracht nodig. Ten tweede is dat vingertipje op een toets zo'n tien keer sneller dan aanwijzen met de pols. Ten derde geeft een vingertipje minder kans op RSI. Dit komt onder andere omdat niet één spiergroep alle tipjes doet maar tien spiergroepen. Tot slot kunnen de vingers op een toetsenbord de toetsen zonder hulp van de ogen indrukken.
Als de gebruiker gewoon de eerste letter van een woord uit een lijst kan intypen, dan kunnen zijn vingers het zonder de ogen af en vinden de vinger tag clouds prima. Probleem is wel dat de gebruiker moet weten welke woorden er in de cloud zitten.
Wat vinden de ogen van tag clouds?
Post bezorgen in de hal van een flat gaat snel. Zonder één stap te verzetten kan de postbode twintig bussen vullen. Terwijl hij naar bus één kijkt kan hij de gleuf van bus twee al zien. In een bungalowpark staan de bussen niet netjes op een rij en niet dicht bijelkaar. De postbode moet dan niet alleen flink stappen met zijn beenspieren maar ook flink stappen met zijn oogspieren. De ogen hebben daarom liever een ordinair vertikaal lijstje zoals bij een flatgebouw dan een cloud zoals in een bungalowpark.
Verder hebben die ogen niet alleen graag treden van gelijke hoogte maar ook treden van gelijke breedte, tenminste treden die aan één zijde uitgelijnd zijn. Met de hand bij een rechte leuning kan de traploper meer risico nemen: hij kan nog harder en onoplettender de trap afstormen. Bij een misstap kunnen zijn handen hem blindelings redden.
Bij tag clouds zijn de treden (de woorden) niet allemaal even breed en niet gelijk uitgelijnd. Verschillende treden zitten zelfs op gelijke hoogte (meer woorden op één regel). De ogen moeten tweedimensionaal zwabberen: in de hoogte en in de breedte.
Het nieuwste is de tag cloud waarin de woorden driedimensionaal bewegen, net als druppels in een wolk. Net als bij een cake walk op de kermis is het probleem niet meer 'Hoe kom ik op deze site bij wat ik zoek?', maar 'Hoe houd ik me staande en hoe word ik niet misselijk?'. De ogen vinden tag clouds dus maar niets.
Wat vindt het denken van tag clouds?
Als je brievenbussen nummert, bijvoorbeeld van 1 tot 20, en ze ook in die volgorde aan de muur hangt, dan gaat postbestellen gemakkelijker dan wanneer je ze zomaar ergens op de muur vast maakt. Bovendien kan het denken dan meezoeken. Het denken zal zeggen: 'Ah, nummer 18, ogen ga niet naar het begin; spring maar gelijk naar het einde.'
Als de tag clouds een oplopende ordening hebben, dan vindt het denken het prima omdat het denken dan mee kan helpen zoeken. Het denken kan sneller en zekerder zoeken dan de ogen. In een dik telefoonboek kan dat een paar dagen schelen. Voorwaarde is wel dat de ordening zichtbaar en begrijpelijk is, anders tast het denken in het duister. In een vertikale, links uitgelijnde lijst is de alfabetische ordeningswijze gemakkelijker te zien dan in een wolk van woorden.
Tag clouds zijn meestal een lijst met elementen die meerdimensionaal zijn, bijvoorbeeld een x-as, een y-as, een afmetingsas en een helderheidsas. Dat er vier dimensies zijn is wel duidelijk maar wat die dimensies zijn en hoe de elementen op die dimensie geordend zijn, moet ook duidelijk zijn. Anders ben je toch echt een naaister; weet dat de speld in de hooiberg ligt maar of de speld links/rechts, voor/achter of hoog/laag weet zij niet.
Tag clouds zijn in de ict nog geen vijf jaar oud, maar het denken kent ze al langer. In 1637 beschreef de grote denker Descartes het Cartiaanse stelsel in zijn ‘Discours de la methode'. Een statistische uitwerking daarvan is het scatterdiagram en de relatie met de tag cloud wordt duidelijk in de Nederlandse term ‘puntenwolk'. Op de x-as van een scatterplot zet de ontwerper bijvoorbeeld de prijs (links goedkoop en rechts duur) en op de y-as de snelheid (onder langzaam en boven snel). De ogen kunnen dan in één slag zien dat linksboven de snelste en ook nog de goedkoopste oplossing staat. Het verstand kan rustig wat anders doen.
Wat het denken betreft niks nieuws dus eigenlijk, die tag clouds. Sterker nog, je gaat terug in de tijd. Navigeren met tag clouds op het scherm is weer gaan navigeren op zee als vóór 1637.
Wat vindt Verhoef van tag clouds?
Meerdimensionale presentatietechnieken zijn interessant. Het is iets waar we om zitten te springen. Meerdimensionaal zijn tag clouds zeker, maar vaak is de inhoud van een tag cloud slechts een eendimensionaal lijstje. In dat geval is de gebruiker een treinmachinist die met zijn eendimensionale techniek (remmen en gasgeven) gaat vliegen in een vierdimensionale ruimte. Dat wordt niks volgens mij.
Tag clouds onthullen het perspectief van de ontwerper. Dat perspectief is niet 'Ontwerp vinger-, oog- en denkvriendelijk'. Het perspectief is 'Kijk eens, ik weet ook hoe je een tag cloud kunt maken'.
Tag clouds zijn er primair voor zoekmachines. Ze genereren interne links die een hoge relevantie hebben. Volgens bekijk je tag clouds vanuit een fictief perspectief; een tagcloud is ook gewoon een twee dimentionale weergave van gegroepeerde items. Maar misschien zie ik het te simplistisch.
Ik heb het artikel een paar keer gelezen, maar ik mis een beetje wat de auteur wil zeggen.
Volgens mij ligt dat aan de volgende zinsnede:
“Een tag cloud is dus gewoon een lijstje met woorden, een inhoudsopgave of in computerjargon: een menu”
Daar zit in mijn ogen een cruciale denkfout: een lijstje met woorden is geen menu!!!
In de context van de voorbeelden zoals aangedragen is de tag cloud een index, maar zeker geen menu.
Zelf vind het ik het best handig als ik steekwoorden vraag bij bijvoorbeeld een brainstormsessie, om snel en overzichtelijk te visualiseren welk woord het meest genoemd is.
Ook dat is een vorm van een index, gecombineerd met een “tellertje”
Wederom geen menu.