Ict rukt op in de sport. We zagen het in de verslaggeving van het EK voetbal, we zien het straks bij de Olympische Spelen, en we zien het in de Tour de France, die zaterdag 5 juli van start ging. Ict helpt de sporters beter te trainen en geeft de fans een ‘closer look'.
Ieder jaar volgen wereldwijd miljoenen mensen het professioneel wielrennen. Tot nu toe doen ze dat vooral via radio en televisie. Maar niet lang meer, voorspellen de kenners. Fans die nu meeschrijven en rekenen, krijgen in de toekomst uitgebreide grafieken en andere data tot hun beschikking. "Nieuwe technologie zal de grenzen tussen televisie en internet doen vervagen", zegt Mark van de Camp van de Nederlandse Rabo Wielerploeg. "Over tien jaar hebben we dingen als live beelden vanaf de fiets", schetst hij. "Het is al mogelijk met GPS individuele snelheden en hartslagen te registreren. Zo kun je het veel aantrekkelijker en interactiever maken."
Meer dan GPS
Op websites zoals die van de Tour en de NOS kun je dit jaar al terecht voor een rechtstreekse webcast en veel interessante up-to-date statistieken. Maar dit valt in het niets bij de mogelijkheden die aangeboden werden tijdens de afgelopen twee edities van de Tour of California (waar anders?). Voor die ronde ontwikkelde it-multinational CSC vorig jaar een techniek waarmee alle deelnemers via Google Earth te volgen waren.
"Dit is meer dan GPS", riep ontwikkelaar Dan Munyan op Wired.com. "We kijken daarmee niet alleen waar de wielrenners zijn, maar ook waar ze ten opzichte van elkaar zijn." Op elke fiets (en zelfs alle auto's die meerijden) werd een soort gehackt mobieltje geplaatst dat constant data verstuurt via GSM. Deze data is een mix van GPS-, radio-, internet- en SMS-signalen. Er zijn twintig satellieten nodig om de boel te laten draaien. Maar het is de moeite meer dan waard: de positie van de rijders is tot op een paar meter nauwkeurig (foutmarge bij GPS zo'n 20 meter). Op Google Maps, Google Earth én Yahoo Maps (via software van Adobe) werden de rijders tijdens de ronde van Californië live in kaart gebracht. Bovendien kon je ze aanklikken voor extra individuele informatie.
Nieuwe dimensie
Brian Nygaard, woordvoerder van de CSC-ploeg, vertelt dat dit Global Tracking System inmiddels nog verder is ontwikkeld. "Het biedt echt een nieuwe dimensie", zegt hij. Toch wordt de techniek dit jaar niet toegepast in de Tour de France, ook niet door de CSC-ploeg zelf. Organisator ASO heeft wel een paar GPS-trackers uitgedeeld, maar die informatie is alleen bestemd voor de televisiemakers. "ASO houdt sowieso niet van die technologische snufjes", vertelt Nygaard. "Ze hebben wel chips in elke fiets om de volgorde bij de finishlijn te bepalen, maar eigenlijk vinden ze de oortelefoontjes van de renners al te ver gaan. Het is een kwestie van hoe je naar technologie kijkt: sommigen vinden het leuk, anderen zien het als een bedreiging."
Slimmer trainen
Mark van de Camp staat niet te lang stil bij de stugge opstelling van ASO. Hij benadrukt dat al die extra gegevens vooral interessant zijn voor fans. Zelf zweert de Rabo Wielerploeg, net als alle andere ploegen, bij de Schoberer Rad Messtechnik (SRM). Deze technologie is al twintig jaar de marktleider in de wereld van professionele fietscomputers. Bijna alles wordt geregistreerd: snelheid, hartslag, cadans, hoogte en helling. De informatie is echter niet live te volgen, pas na de rit worden al deze gegevens in een computer geladen.
"We doen het meeste huiswerk voor de start van de Tour", vertelt Van de Camp. "Het hele jaar door wordt alle SRM-data op één homepage verzameld. De ploegleider kan dan centraal zien hoe alle renners er voor staan." Al deze geavanceerde statistieken zijn geheim. "Het karakter van de data grenst aan medische gegevens", benadrukt de Nederlander.
SRM heeft de afgelopen jaren de professionaliteit van de wielersport op een hoger niveau gebracht. "De trainingen zijn nu efficiënter", vertelt Van de Camp. "Vroeger was wielrennen simpelweg het zo snel mogelijk rijden van zoveel mogelijk kilometers. Nu kijken we hoe je het lichaam het beste kunt trainen", legt hij uit. "We trainen vooral op lage intensiteit. Je kunt het vergelijken met een dieselmotor: je haalt meer energie uit minder verbranding. Je gaat dus een stuk zuiniger om met je kracht. Maar als je op die lage intensiteit focust, gaat dat ten koste van je explosiviteit. Door het goed lezen van trainingsdata kun je daar veel wetenschappelijker mee omgaan."
Ook ASO zal er vroeg of laat aan moeten geloven. "Je moet met de tijd meegaan en altijd kijken hoe je sport aantrekkelijker en beter kunt maken", aldus Mark van de Camp. Tijdens de Tour 2008 is het nog niet zo ver. Maar wie weet hoe dicht we tijdens de Tour 2009 vanuit onze huiskamer op de actie komen te zitten?
Kom maar op met die gegevens. Hoe transparanter hiermee wordt omgegeaan hoe schoner de sport kan worden!