Het Innovatieplatform heeft vier marktsectoren aangewezen waar Nederland internationaal kan uitblinken. Ict behoort niet tot dit viertal. “Geen ramp”, zegt Sylvia Roelofs, directeur Nederland-ICT, “daar hebben we juist voor gelobbyd.”
Het platform heeft de eerste vier ‘sleutelgebieden’ benoemd: bloemen & levensmiddelen, ‘high tech’, water en de creatieve industrie. Een mix van algemene en gerichte actiepunten moet de innovatiekracht van de sectoren versterken. Ict wordt daarbij gezien al een cruciaal hulpmiddel. “Dit is waar wij bij het Innovatieplatform van begin af aan op gehamerd hebben: versnel en vergroot innovaties door middel van ict bij bedrijven”, zegt directeur Sylvia Roelofs van de overkoepelende brancheorganisatie Nederland-ICT. “Onze sector beschikt over voldoende innovatieve oplossingen, alleen klanten zijn terughoudend in het toepassen ervan. Er zijn pilotprojecten genoeg, maar die groeien zelden uit. Dat komt onder andere door het ontbreken van ‘business cases’.” Volgens Roelofs dreigde het Innovatieplatform zich vooral te richten op de afstemming tussen wetenschap en bedrijfsleven. “Ook belangrijk, maar daarmee wordt innovatie in de markt onvoldoende gestimuleerd.”
Dat ict geen apart sleutelgebied is, vindt ze niet erg. Roelofs wijst erop dat de meeste Nederlandse ict-omzet uit dienstverlening en maatwerksoftware komt. De sector heeft innovatief ingestelde klanten nodig die nieuwe producten en diensten willen afnemen. “Die kun je beter in sleutelgebieden onderbrengen. Bovendien bestaat er in brede zin veel aandacht voor ict. Denk bijvoorbeeld aan het pas opgerichte ICT Regieorgaan, de Impuls- en de Breedbandcommissie.”
Ruim een jaar geleden installeerde premier Balkenende het Innovatieplatform. Dit college met vertegenwoordigers uit bedrijfleven, onderzoek en onderwijs moet innovatieplannen opstellen die meehelpen aan de versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland.< BR>