"Wat is er aan de hand met applicatiebeheer", vraagt Mark Smalley zich af."In vijftig jaar automatisering hebben we nooit eerder zoveel aandacht voor het onderhoud van applicaties gehad. ‘Extreme maintenance’ zou je het haast noemen." Hij bespreekt de extremen op het gebied van kosten, professionalisering en personeel, en schetst een toekomstperspectief.
De belangstelling voor applicatiebeheer van het (financieel) management groeit omdat er steeds meer geld in omgaat. Met de recessie heeft het bedrijfsleven de budgetkranen dichtgedraaid tot het niveau van een karig straaltje. Vanwege tegenvallende inkomsten wordt fors in budgetten voor bestaande activiteiten geschrapt en zijn investeringen in nieuwe activiteiten zeldzaam. Minder nieuwe activiteiten betekent minder nieuwbouw van systemen. Daardoor wordt meer in verbetering van bestaande systemen gezocht, zodat het werk voor applicatiebeheer toeneemt.
Programma’s voor kostenbesparing komen op gang, opname van applicatiebeheer in ‘shared service centers’ wordt overwogen en uitbesteding wordt onderzocht. De bezuinigers dromen van industrialisatie en uitbesteding van delen naar lagelonenlanden. Over dromen gesproken: een droom die ik al jaren heb, is dat de kosten voor softwareontwikkeling en -onderhoud dusdanig gestandaardiseerd zijn dat je dit bij het CBS kan opzoeken, net als de tarieven voor aardgas en elektriciteit, of de prijsindexcijfers voor lease-auto’s, want wat maakt het uit of je een auto of erp-functionaliteit least? Ik overdrijf, maar het gaat me om de richting.
Groter geheel
Bij besparingen op applicatiebeheer plaats ik de volgende kanttekeningen. Er gaat veel geld in om. In Nederland wordt in totaal circa vijftien miljard euro aan ict besteed. 40 procent daarvan heeft betrekking op applicaties, de rest op infrastructuur. Van die 40 procent gaat 80 procent, zo’n vijf miljard, op na de bouw van applicaties, dus aan beheer.
Toch worden deze onderhoudskosten grotendeels bepaald door factoren buiten de invloed van de onderhoudsfunctie. De voornaamste factoren die substantiële gevolgen voor de onderhoudskosten hebben, zijn te vinden in: de wijze waarop een applicatie wordt gebouwd; het aantal wijzigingen daarop; de keuze voor een applicatie, in relatie tot de andere applicaties (applicatieportefeuille); en de effectiviteit van de samenwerking tussen applicatieontwikkeling, applicatiebeheer (waaronder onderhoud valt), technisch beheer, functioneel beheer en de bedrijfsvoering.
Deze relativering pleit voor een adequate en integrale inrichting van de processen. Daarbij moeten de inhoudelijke keuzes worden gemaakt voor functionaliteit die de bedrijfsdoelstellingen ondersteunt, waaronder kostenbesparingsdoelstellingen. Dit kunnen bezuinigingen op de ict-kosten zijn, maar ook besparingen op de niet-ict-kosten met inzet van ict. Verder moet worden gestuurd op drie zaken: effectiviteit en kosten van de applicatieportefeuille; gevolgen van nieuwbouw voor (kosten van) onderhoud; en samenwerking tussen ict-functies en de bedrijfsvoering. Dit alles plaatst kostenbesparing van applicatiebeheer in een groter geheel van kostenbesparende maatregelen. Anders is het risico reëel dat grote inefficiënties elders de besparing vanuit applicatiebeheer teniet doen.
Professionalisering
Bovenstaand pleidooi voor goed ingerichte processen brengt me bij professionalisering. Er is veel aan professionalisering gebeurd. In de jaren tachtig was er vooral aandacht voor softwareontwikkeling. Daarna was technisch beheer aan de buurt. Nu wordt applicatiebeheer ter hand genomen. ASL (Application Services Library), ‘de Itil voor applicatiebeheer’, speelt op deze behoefte in.
Opmerkelijk is de snelheid waarmee deze leveranciersonafhankelijke aanpak wordt geaccepteerd. Dit is kenmerkend voor de pragmatiek van applicatiebeheerders. ASL is gebaseerd op ‘best practices’ en dat herkennen ze meteen. "Ja, klopt wel een beetje", zeggen ze. "Iemand heeft de moeite genomen om op te schrijven hoe ik werk." Daaraan is aandacht voor de richtinggevende beheerprocessen toegevoegd. Hieraan ontleent ASL een deel van zijn meerwaarde, voor de informatievoorziening van zowel de gebruikersorganisatie als de applicatiebeheerorganisatie zelf.
Vanuit de bedrijfsactiviteiten, vertegenwoordigd door functioneel beheer, wordt richting aan de informatievoorziening gegeven, maar ASL creëert een moment om het met zijn allen over de toekomst te hebben. Je zou verwachten dat dit initiatief vanuit functioneel beheer komt, maar de professionalisering daarvan staat bij de meeste bedrijven niet eens op de agenda. Dat is een gemiste kans, want als er één ict-functie is die de sleutel heeft waarmee de waarde van ict voor de bedrijfsactiviteiten valt te ontsluiten, is dat functioneel beheer wel.
Een voorbeeld van waar deze waarde te vinden valt, is ‘applicatie portfolio management’. Dit is gericht op sturing van de effectiviteit en tegenwoordig vooral de kosten van de applicatieportefeuille. Dit is zowel top- als teamsport. Topsport omdat het, mede door de recessie, cruciaal is voor bedrijven. Omdat je het niet alleen vanuit applicatiebeheer kunt doen, is het teamsport met de andere beheerdisciplines: functioneel en technisch beheer. Functioneel beheer, als intermediair tussen de bedrijfsvoering en de ict, is ‘aanvoerder’. Het is prima dat applicatiebeheer hierin het initiatief neemt, maar de kunst is om functioneel beheer te laten sturen; ieder zijn rol. Meestal wordt in professionalisering geïnvesteerd vanwege bovenstaande ‘zuivere’, klantgerichte motieven. Toch grijpen sommigen het aan als middel om te voorkomen dat de eigen afdeling wordt uitbesteed.
Sex-appeal
Ook aan de personele kant merk je meer belangstelling. Applicatiebeheer heeft ineens sex-appeal. Collega’s die voorheen het vermelden van applicatiebeheer op hun cv als een vloek op hun carrière beschouwden, komen nu aankloppen met het verhaal dat ze ‘applicatiebeheer altijd al interessant vonden’ en vragen of we werk voor hen hebben. Als economische vluchtelingen zijn ze op zoek naar een schuilplaats. Applicatiebeheer is een recessieresistente omgeving die een onderkomen biedt, voor langere tijd of tot dat er weer ‘leuke dingen’ te doen zijn.Een bijkomend probleem is dat ze zich niet hebben verdiept in de beheerwereld volgens Looijen, Itil, ASL enzovoort. Ze hebben allerlei afwijkende ideeën over wat beheer wel en niet is (of zou moeten zijn) en stichten verwarring in de begripsvorming, wat haaks staat op de verheldering die de professionalisering met zich meebrengt.
Naast deze belangstelling van individuen zie je dat leveranciers van ict-diensten die zich voorheen bezighielden met detachering of eenmalige projecten applicatiebeheer ‘ontdekt’ hebben. Deze diensten bieden nu eenmaal de zekerheid van omzet met een repeterend karakter. De vraag is echter of zo’n bedrijf over de juiste competenties beschikt. Bij (applicatie)beheer gaat het vooral om zaken als servicegerichtheid, continuïteit van kennis over de jaren heen en een verantwoordelijkheidsgevoel dat past bij het belang van de applicaties waarop de bedrijfsvoering draait, plus de betrokkenheid om dit straks niet op een tweede plaats te zetten als de investeringskraan weer opengedraaid wordt. Waar leidt dit alles naartoe? Ik verwacht dat we over een paar jaar een periode tegemoet kunnen zien waarin we als applicatiebeheerders professioneler acteren, in nauwe samenwerking met een inmiddels volwassen functioneel beheer dat de belangen van de onderneming beter behartigt. De applicatiebeheerder zelf heeft dan een flinke metamorfose achter de rug: de welwillende, zorgvuldige, betrouwbare maar wat onhandig communicerende techneut heeft zich via een kortstondige fase als specialist met popsterallures ontwikkeld tot servicegerichte applicatie-intermediair. De tijdelijke kostenbesparingsacties hebben dan geleid tot blijvend efficiëntere processen en we hebben geen last meer van de overdreven belangstelling van buitenaf.
Door industrialisatie en ‘offshore’ uitvoering van deelprocessen doen we meer dan voorheen zaken met derde partijen en vervullen we daarin de rol van service-integrator. Eigenlijk is dit de oercompetentie van de Nederlander: de handelsfunctie.< BR>
Mark Smalley, manager applicatiebeheer Getronics en deelnemer ASL Foundation.