Intel lanceerde afgelopen maandag de langverwachte nieuwe Prescott-kern voor zijn lijn van desktopprocessoren. Het schaart deze chip met Hyperthreading-ondersteuning onder de huidige Pentium 4-naam en brengt het voor ongeveer tweehonderd dollar minder dan gebruikelijk op de markt.
|
Grotere plakken
Het bedrijf kan zich dit veroorloven dankzij de overgang naar grotere chipplakken (wafers) van 300 millimeter (in plaats van 200) én dankzij de verkleining van de transistorlijnmaat van 130 naar 90 nanometer. Uit de ruim twee keer zo grote chipwafels zijn meer processoren te snijden. De kleinere transistorlijnen verkleinen het algehele ontwerp en daarmee de totale omvang van de te snijden processoren.
Het voordeel van verkleining wordt vaak echter – deels – teniet gedaan doordat nieuwere chips meer functies en bijvoorbeeld cache-geheugen hebben; dat vereist weer meer transistoren. Dit is echter niet het geval bij de Prescott. Deze telt 125 miljoen transistoren en een groter cache-geheugen, maar meet slechts 112 vierkante millimeter. De voorgaande 3,2 GHz Pentium 4 heeft 55 miljoen transistoren en meet 131 vierkante millimeter.
AMD-prijs
Het is wel zeer toevallig dat het prijsniveau voor Intels nieuwe top-chip gelijk is aan die voor AMD’s krachtigste chip. Die concurrent lanceerde begin januari zijn Athlon 64 3400+ met een prijskaartje van 417 dollar per stuk bij bestellingen per duizend. Bovendien levert de wafer-overstap volgens eerdere schattingen van onder meer Intel zelf een kostenreductie op van 30 procent. De chip-overstap naar 90 nanometer voegt daar nog wat aan toe.
Toch achten analisten het mogelijk dat Intel ook iets inlevert op zijn winstmarges om Prescott meteen als aantrekkelijk concurrerend product in de markt te zetten. De Pentium-producent vergroot daarmee de druk op AMD. Die chipproducent kan qua omzet en winst bij lange na niet tippen aan Intel, maar zijn Athlon XP-processoren vormen technologisch en prijs-gewijs wel geduchte concurrentie.
Vorige week deden dan ook berichten de ronde, gebaseerd op een uitspraak van een analist van Susquehanna Financial Group, dat AMD deze week prijsverlagingen doorvoert. Kort daarna ontkende AMD dit officieel. "Wij zijn niet van plan volgende week een prijswijziging door te voeren", aldus een woordvoerster. "Normaliter onthullen wij geen prijsveranderingen van tevoren, maar ik kan nu bevestigen dat we geen plannen hebben voor volgende week."
Snel, sneller
De Prescott-chips komen uit op kloksnelheden van 2,8 , 3 , 3,2 en 3,4 GHz. Ze zijn getooid met de letter E om zich te onderscheiden van de huidige Pentium 4-processoren (met de Northwood-kern). Uitzondering is een 4A-model, dat op 2,8 GHz draait, geen Hyperthreading heeft en werkt met de langzamere 533 MHz fsb (frontsidebus). Intel brengt deze vreemde, eigenlijk achterhaalde, eend in de bijt om tegemoet te komen aan kwalificatie- en certificeringseisen voor oudere moederborden. De 4A werkt namelijk met de reeds verkrijgbare 845-chipset, legt Weingartner uit.
Uit prestatietests van Intel zelf blijkt dat Prescott beter presteert dan de voorgaande Pentium 4, met de Northwood-kern. De producent heeft nog zicht op verdere versnelling. Net zoals bij de oorspronkelijke introductie van de eerste Pentium 4 heeft het de pijplijn voor de verwerking van instructies opgerekt. Dit biedt de mogelijkheid de kloksnelheid in rap tempo op te voeren.
De pijplijn van de eerste reeks Pentium 4-chips telde twintig stadia. Daardoor viel het prestatieniveau aanvankelijk tegen, vergeleken met de snelste Pentium III-processoren. Door snellere uitvoeringen van de Pentium 4 in relatief korte opeenvolging uit te brengen, liet Intel zijn Pentium III snel achter zich. De pijplijn van de Prescott telt eenendertig stadia. Weingartner schat dat die chip daarmee 4 tot 5 GHz moet kunnen halen. De Northwoord-kern bereikt nu zo’n beetje zijn plafond bij 3,4 GHz.
Extreme en processorvoet
Tegelijk met de nieuwe processorkern brengt Intel ook nog een snellere Extreme Edition uit van zijn Pentium 4. Die 3,4 GHz chip, met de nu gepasseerde Northwoord-kern, is voorzien van een extra groot cache-geheugen waardoor het prestatieniveau nog een oppepper krijgt. De winst daarvan is dermate groot dat deze Extreme zelfs beter presteert dan de nieuwe Prescott-chips.
Overigens komt Intel in de tweede helft van dit jaar met een nieuwe processorvoet (socket) voor de dan verschijnende Prescott-uitvoering. Dit vereist vanzelfsprekend nieuwe chipsets, moederborden en mogelijk ook nieuwe systeemkasten vanwege de hogere koelingsvereisten. Het energieverbruik van de nu gelanceerde Prescott-chips ligt op 90 tot 100 Watt, voor 2,8 tot 3,2 GHz exemplaren. Een goede doorstroom van lucht is dus van toenemend belang. Intel komt dan ook nu al met richtlijnen voor chassis-ontwerp.< BR>