‘Als ict-opleiders opereren we in een markt waar klanten lijken te zeggen: we hebben nu geen opleidingsbudget; kom maar terug als we geen tijd hebben, dan is er weer geld’, schrijven Kees Louwman, Andrea van Steensel-Schaeffer en Henk Wilmink.
Wat heeft de ict-branche geleerd van jaren van hoogconjunctuur en van de daaropvolgende terugslagen de afgelopen jaren? Eerst werden ict’ers bij bedrijven ingehaald met een lease-auto en tien opleidingsdagen ter vrije besteding. Toen werd de werkdruk zo hoog dat er nauwelijks nog tijd was om aan opleiden te denken. Nu is er tijd, maar geen geld. Als ict-opleiders opereren we in een markt waar klanten lijken te willen zeggen: "We hebben nu geen budget om onze mensen op te leiden. Komt u maar terug als we geen tijd hebben, dan is er weer geld genoeg!"
Iedereen lijkt het erover eens: de toekomst van Nederland valt of staat met de kenniseconomie. We moeten innoveren, want bijna alle andere dingen kunnen ze elders in de wereld beter, goedkoper en efficiënter. Bulkwerk is niet langer ons domein. Dat geldt niet alleen voor de productie van sportschoenen of reiswekkers: in een land als India gaat op jaarbasis al 35 miljard dollar om in softwareontwikkeling!
In plaats van te innoveren dreigt Nederland in Europa als kenniseconomie steeds verder achterop te raken. In pogingen om uit de ‘dip’ te komen proberen bedrijven, ook en juist in de ict op kennis te besparen. In afwachting van herstel investeren ze niet in opleidingen, maar draaien ze de kraan dicht. In welk ziekenhuis wordt het infuus verwijderd tot de patiënt weer een beetje is opgeknapt?
Kennisvlucht
Nergens verandert er zo veel zo snel als in de ict. In veel sectoren, bijvoorbeeld bij banken en verzekeraars, is ict het primaire bedrijfsproces geworden. Waar het ‘slechts’ ondersteunend is, wordt het belang duidelijk zodra de ict eens faalt. Als er in Zwitserland ergens een tak op een hoogspanningsleiding valt is niet dit fysieke gegeven er de oorzaak van dat even later heel Italië zonder elektriciteit zit. Ict-systemen bepalen de reactie op zulke incidenten. Een informatiesysteem zorgt dat in Italië het licht uitgaat.
Als opleidingsinstituten is het onze verantwoordelijkheid te helpen ervoor te zorgen dat in de kenniseconomie Nederland het licht blijft branden. Dat doe je niet door in tijden van tegenspoed mensen collectief buiten de deur te zetten. Dat is regelrechte kapitaalvernietiging, de gevreesde ‘kennisvlucht’, die de kansen uitholt om te profiteren van een eventueel herstel. Moeilijke tijden vragen om een anticyclische reactie: stuur mensen die nu op de bank zitten niet naar huis maar naar een opleiding.
De investering loont. Onderzoek van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt wijst uit dat bedrijfsprestaties écht verbeteren van opleidingsinspanningen. Het ROA concludeert dat met één cursus meer per medewerker de gemiddelde winst per medewerker met circa 12.500 euro stijgt. Het is beter opleidingen te gebruiken om herstel af te dwingen dan ermee te wachten tot het vanzelf beter gaat. Een pil neem je als je hoofdpijn hebt, niet als het over is.
Meer met minder
Gaan bezuinigen en opleiden nooit hand in hand? Natuurlijk wel. Als opleidingsinstituten krijgen we van klanten nu ook andere opleidingsvragen: we moeten meer met minder, kunnen jullie ons daarbij helpen? Dat kunnen we. Veranderingen in organisaties zijn ook een leerproces. Het is de kunst een veranderstrategie zo te verwoorden dat duidelijk wordt welke competenties een organisatie nodig heeft en welke opleidingsbehoefte daaruit voortvloeit.
We mogen niet uit het oog verliezen dat, terwijl de organisatie verandert, de kennisontwikkelingen in de Silicon Valleys van de wereld gewoon doorgaan. Behalve in efficiëntie blijft ook investeren in kennis een must. Van artsen verwachten we dat ze zich in hun vak blijven ontwikkelen door jaarlijks een aantal opleidingspunten te scoren. Voor de duidelijkheid: de arts leert geen nieuwe kunstjes voor zijn spreekuur van morgenochtend; het gaat om kennis van ontwikkelingen in de medische wetenschap.
De ict is een jonge professie, maar steeds meer – ook vaak letterlijk – van levensbelang voor organisaties. Dat is volop reden om helder in kaart te brengen wat een ict’er moet kennen en kunnen. Dit onderstreept het belang van initiatieven als Frameworks, het competentieoverzicht voor beroepsbeoefenaars in de ict, en het certificatieprogramma I-Tracks, dat Exin ontwikkelt samen met elf opleiders en twee uitgevers. Om een jonge professie op een hoger plan te brengen moet je de mensen ontwikkelingsruimte bieden.
Niet vrijblijvend
Ondanks alles heeft de recessie zo toch nog positieve kanten. Het besef groeit dat opleiden niet iets vrijblijvends is: dat er na een cursus ook een toets moet volgen. Werknemers kiezen niet meer zomaar een opleiding, maar kijken bewust naar de competenties die ze moeten ontwikkelen om hun ambities waar te maken. Als opleiders staan wij voor de uitdaging om dus ook werkelijk competentiegericht op te leiden en een aanpak te hanteren waarmee de deelnemers niet alleen slagen voor het examen, maar in de praktijk ook echt kunnen toepassen wat ze hebben geleerd. Dan rendeert een opleiding immers pas echt.
Eén ding is duidelijk: opleidingen simpelweg als lokkertje voor ict’ers hebben hun tijd gehad. Gericht opleiden is nu cruciaal om de slag te maken die in Nederland nodig is om de kenniseconomie op de rails te zetten. Wie voorop wil lopen in de wereld moet investeren in ontwikkeling en niet in de file blijven staan terwijl het overige verkeer links en rechts voorbijraast.< BR>
Kees Louwman, directeur Novi, Andrea van Steensel-Schaeffer, directeur Pinkroccade Educational Services, Henk Wilmink, directeur Ises Intern