"Concurrentie zorgt voor innovatie", luidt zijn motto. Jerry Sanders III is overtuigd voorvechter van competitie, niet alleen door, maar ook voor zijn eigen AMD. Deze eeuwige nummer twee in de pc-processormarkt heeft dertig jaar onder zijn bewind gestaan.
Peetvaders van de IT Er lijkt een heuse wisseling van de wacht op gang te komen in de ict. Het zijn vaak de oprichters van smaakmakende bedrijven die langzaam maar zeker een stapje terug doen. Ze dragen met recht en eer de geuzennaam peetvaders van de it. Computable schildert de portretten van deze generatie it-avonturiers. Alle afleveringen: |
Teruggetreden
Deze nieuwe aanpak komt deels voort uit Sanders’ erkenning van de realiteit, maar ook uit het nieuwe bestuur. De topman heeft op 25 april vorig jaar de scepter overgedragen aan techneut Hector Ruiz, die al sinds begin 2000 de positie van operationeel directeur (coo) bekleedde. Ruiz was door Sanders weggelokt van zijn baan als hoofd onderzoek en ontwikkeling bij Motorola.
Aanvankelijk was het de bedoeling dat de overdracht aan Ruiz in 2001 zou plaatsvinden, maar de AMD-oprichter verlengde zijn bestuursperiode tot midden 2002. Analisten waren niet verbaasd over het uitstel van de overdracht; AMD is immers Jerry Sanders, het is zijn persoonlijkheid, zijn ego. De topman heeft AMD samen met zeven anderen opgericht, maar hij is de man die het bedrijf heeft vormgegeven en gestuurd.
Dat stempel komt voort uit Sanders’ sterke geldingsdrang. Als zoon van een jong stel is hij na het kapotgaan van hun huwelijk opgevoed door zijn strenge grootouders. Aangespoord door kritiek dat hij nooit wat zou bereiken en zijn zucht naar luxe heeft Sanders in 1958 aan de universiteit van Illinois de eerste fase van de studie voor elektrisch ingenieur afgerond.
Jerry Sanders III
|
Intel-grondleggers
In 1961 stapte hij weer over, naar de Semiconductor-divisie van Fairchild, wat eind jaren vijftig en begin jaren zestig hét bedrijf was waar de chipontwikkelingen plaatsvonden. Fairchild, mede opgezet door Intel-oprichters Robert Noyce en Gordon Moore, is ook de bakermat van Intel-peetvader Andy Grove en de latere verguisde Apple-ceo Gil Amelio. De toen slechts dertigjarige Noyce zwaaide de scepter en nam de zelfverzekerde, hondsbrutale Sanders onder zijn hoede.
Noyce en Moore verlieten in 1968 Fairchild om hun eigen chipbedrijf, Intel, op te zetten. Zij namen Grove als eerste werknemer in dienst. Inmiddels had de 31-jarige Sanders het in 1967 geschopt tot wereldwijd verkoop- en marketinghoofd. Noyce werd echter opgevolgd door de strikte Lester Hogan, die in 1969 botste met de nog altijd brutale Sanders. Samen met zeven collega’s begon Sanders toen aan zijn eigen avontuur: Advanced Micro Devices (AMD) op.
Er bestaat overigens ook een versie van dit kantelpunt waarin Sanders zou zijn ontslagen door Hogan om vervolgens door AMD te zijn ingehuurd als één van de eerste werknemers. Hij werd binnengehaald als ceo en voorzitter van de directieraad, vergelijkbaar met de positie van Intels Andy Grove. Het ging toen een stuk slechter met Fairchild, waardoor het talent wegliep.
Onderscheidingen
De flamboyante Sanders heeft in de loop van de tijd diverse onderscheidingen ontvangen, waaronder de titel ‘beste ceo in de halfgeleiderindustrie’, van de Wall Street Transcript in 1983, 1984 en 1985. In 1991 eindigde hij als tweede voor die titel, juist in het jaar dat zijn bedrijf door het blad Electronic Business werd uitgeroepen tot ‘Comeback company of the year’.
Ironisch is dat de AMD-topman in 1998 de Robert N. Noyce-prijs van de Semiconductor Industry Association (SIA) ontving voor zijn leiderschap. Oud-mentor Noyce heeft immers AMD’s aartsrivaal Intel opgericht. Daarnaast is Sanders mede-oprichter van diezelfde SIA. Hij heeft ook meegewerkt aan de oprichting van de Santa Clara Manufacturing Group, de Semiconductor Research Corporation en de Microelectronics and Computer Technology Corporation.
De concurrentiestrijd tussen Intel en AMD is niet altijd zo fel geweest. Aanvankelijk diende AMD zelfs als tweede producent (second source) voor Intels 80206- en 80386-processoren. Toen het zich na de recessie van 1974 op de kloonmarkt begaf, verbrak Intel het productiecontract. Daarop begon AMD een rechtszaak, die uiteindelijk voor tweehonderd miljoen dollar is geschikt. De toon voor de concurrentiestrijd van de jaren daarna was gezet.
Invloed
Sindsdien probeert AMD telkens Intel de voet dwars te zetten. In de consumentenmarkt doet het dat met verve, maar de bedrijfsmarkt blijft enigszins ongrijpbaar. Toch zijn het niet zozeer de producten van AMD, maar de invloed daarvan die aanzienlijk is. Sanders claimt onder meer dat AMD met de laaggeprijsde K6-processor verantwoordelijk is voor het ontstaan van de markt voor pc’s onder de duizend dollar. Intel is daar later ingestapt met zijn Celeron-processoren.
Een andere prestatie van Sanders is het gebruik van ddr-sdram-geheugen. Niet dat AMD er in zijn eentje in geslaagd is Intels geplande overgang naar Rambus-geheugen te dwarsbomen, maar wederom bleek het bestaan van een alternatief wel degelijk van belang. Indien AMD er niet was geweest of het geen ondersteuning voor ddr had geboden, had er simpelweg minder chipset-ontwikkeling plaatsgevonden. Intel had zijn Rambus-streven dan waarschijnlijk beter kunnen doordrukken, in ieder geval zonder vrees dat gebruikers, ook bedrijven, zouden overstappen naar de concurrent.
Met de komst van 64-bit processoren leek Intel beter in staat AMD op afstand te houden. De noodzaak voor besturingssystemen – vooral het marktdominante Windows – om de massa te bedienen, zou Intel in de kaart spelen. Sanders deed echter een onverwachte stap door op te treden als getuige voor Microsoft in de antitrustzaak van het Amerikaanse ministerie van Justitie.
De AMD-topman houdt vol dat hij dit niet deed om Windows-ondersteuning voor AMD’s 64-bit chiparchitectuur als tegenprestatie te krijgen. Analisten en de pers denken daar toch anders over: Microsoft kwam inderdaad plotseling met AMD64-ondersteuning. Aan de andere kant is er Microsoft natuurlijk ook veel aan gelegen om niet te afhankelijk van Intel te zijn. Ook hier is het bestaan van een alternatief van belang. En Sanders’ bedrijf lijkt dat te blijven: de eeuwige nummer twee.< BR>