De PvdA-fractie in de Tweede Kamer is hevig geschrokken van de manier waarop het softwarebedrijf Baan jarenlang de aandeelhouders heeft kunnen misleiden.
Het sociaal-democratische kamerlid R. Hindriks ziet hierin aanleiding de accountancy-wetgeving aan te scherpen. Een onderzoek is wel het minste dat moet plaatsvinden.
Hij vraagt zich af hoe het toezicht zo heeft kunnen falen. Uit het boek ‘Baan, opkomst en ondergang van een softwarebedrijf’, geschreven door Mark Houben en Jeroen Wester, blijkt dat Baan met medeweten van accountants geruime tijd de aandeelhouders een rad voor de ogen heeft kunnen draaien.
In kamervragen aan minister Jorritsma (Economische Zaken) dringt Hindriks aan op een meer onafhankelijk toezicht. Commissarissen en Ernst & Young als accountants hebben niet kunnen voorkomen dat Baan Company geruime tijd de winst flatteerde door kosten af te wentelen op privé-bedrijven van de gebroeders Baan. Een kunstmatig hoge winst leidde tot extra koersstijgingen, waardoor Jan en Paul Baan er lange tijd toch gunstig uitsprongen.
Hindriks spreekt van vergaande boekhoudkundige creativiteit. Hij vraagt zich zelfs af of dit geen regelrechte manipulatie is. Het zou volgens hem kwalijk zijn als de huidige regels rondom de financiële verslaglegging en de controle daarop ruimte bieden aan dergelijke misstanden.
Hindriks vraagt de minister de regels opnieuw te bezien. De gebeurtenissen rond het beursfonds Baan zouden mee moeten worden genomen bij het kabinetsstandpunt over de evaluatie accountantswetgeving.