IBM onthulde vorige week opslagsystemen die aanmerkelijk kleiner zijn en meer schijfruimte bieden dan de huidige apparatuur. Het wil hiermee marktaandeel veroveren en tegen 2007 marktleider zijn op het gebied van schijfopslag.
|
“HP, Hitachi en EMC gaan het moeilijk krijgen”, haalt hij uit naar de concurrentie. Analist Sue Clark van onderzoeksbureau Butler oordeelt dat het niet makkelijk zal zijn om grote stukken marktaandeel af te snoepen van de andere leveranciers van schijfopslagsystemen. Zij meent wel dat IBM één van de weinige bedrijven is die dit zou kunnen.
Vervanging
De DS8000, het nieuwe topmodel, vervangt de ESS 800 en de ESS750 (Enterprise Storage System), bekend onder de codenaam Shark. “Het prestatieniveau is ongeveer acht keer zo hoog, terwijl de 8000 slechts 20 procent van de ruimte van een ESS800 inneemt.” Dat danken de nieuwe systemen aan integratie van de aansturinghardware. Versteeg omschrijft dit als Shark-op-een-chip.
De DS6000 neemt de middenpositie in boven de reeds verkrijgbare DS300, DS400 en DS4000, en zal naar verwachting laatstgenoemde op termijn vervangen. Specialist Engenio levert IBM’s huidige, relatief lichtere opslagmachines; dit zorgt voor 51 procent van de omzet van dat bedrijf. Andere klanten zijn Storage Technology (Storagetek), SGI en de Teradata-divisie van NCR.
IBM is al bijna drie jaar de grootste afnemer van Engenio. Het opslagbedrijf, voorheen de opslagdivisie van LSI Logic, stelde begin augustus al de geplande beursgang uit vanwege marktomstandigheden. Het ziet nu meer donkere wolken samentrekken, hoewel IBM verzekert dat het Engenio’s machines blijft voeren.
Doorgroeien
De DS8000 heeft glasvezel-interconnecties en belooft lineaire schaalbaarheid van 1,1 tot 192 TB. De uiteindelijke maximale capaciteit ligt op 96 PB. “We hebben al modellen gepland tot in 2010”, legt Versteeg uit. Uitbreiding geschiedt middels modules met elk zestien schijven met een capaciteit van 73, 146 of 300 GB. Deze machine is dan ook bedoeld voor grote ondernemingen, terwijl de relatief lichtere DS6000, eveneens met glasvezel intern, ook voor middelgrote bedrijven bestemd is.
Beide opslagapparaten ondersteunen verbindingen naar mainframes en open systemen. Ze zijn allebei gebaseerd op de microcode van de ESS, benadrukt Versteeg, maar dan op basis van IBM’s Power5-servers – specifiek de i5-serie (voorheen iSeries en oorspronkelijk AS/400). “De reactiesnelheid is daardoor veel hoger.”
De server-ondergrond biedt de DS8000 ook geavanceerde virtualisatie in de hardware. Dit is IBM’s Lpar-technologie (Logical Partitioning), die het allang gebruikt in zijn Power-servers en mainframes. “Daarmee kun je dus je opslag virtualiseren, zowel in verschillende opslaggebieden als voor sla’s (service level agreements, red.). Dat is nuttig voor bijvoorbeeld een productie- en een testomgeving, die dan op één fysieke machine draaien.”
IBM biedt in eerste instantie maximaal twee partities. “Op de p- en de iSeries kunnen allang meer partities draaien. De DS-systemen krijgen meer via opwaarderingen van de microcode. We tasten nu nog de behoefte aan meer partities af. Dat doen we middels klanten- en partner-counsels.” Versteeg claimt dat zijn concern de klant nu echt voorop stelt, wat open systemen betekent. “Leveranciers moeten uitwisselbaar zijn; dat wil de klant, dat gevoel van vrijheid.”
Mogelijkheden
De middelzware DS6000 neemt het volgens Butler-analiste Clark vooral op tegen de Clariion-systemen van EMC. Zij meent dat IBM ondersteuning voor gewone Serial-ATA-schijven moet opnemen in dit apparaat om een unieke positie in te nemen. Dan zou de DS6000 het ook kunnen opnemen tegen de Centera-archiveringsystemen van EMC, redeneert Clark. Versteeg laat weten dat de 6000 op termijn glasvezel-ATA krijgt.
Clark stelt dat een combinatie van verschillende schijfsoorten in één opslagapparaat een combinatie van actieve en gearchiveerde data mogelijk zou maken. Daarmee zou de 6000 ook aantrekkelijk zijn voor middelgrote en kleinere ondernemingen, aldus de analiste. Daarnaast kan de DS6000 volgens haar ook dienen als opvang in een rampenherstelomgeving. Het 8000-model kan namelijk data spiegelen naar een 6000-machine.
IBM stelt dat zijn DS6000- en DS8000-opslagsystemen een beschikbaarheid hebben van 99,9999 procent. “We hebben al een jaar of vijf de technologie om vijf negens te bieden, dat komt neer op ongeveer driehonderd seconden per jaar aan ongeplande uitval. Zes negens betekent ongeveer dertig seconden uitval”, zegt Versteeg.< BR>