Staatssecretaris Karien van Gennip wil niet terugkomen op haar stem vóór softwarepatenten. Dat blijkt uit een brief die ze onlangs stuurde aan de Tweede Kamer. ‘Hiermee wordt de innovatie gediend.”
Gisteravond discussieerde Van Gennip opnieuw met de Tweede Kamer over de regels rond octrooien. De Tweede Kamer en EZ verschillen van mening over de regels rondom softwarepatenten. Daarvoor bestaan nu drie verschillende voorstellen. De eerste is opgesteld door de Europese Commissie. Dat ontwerp leidde tot grote verontrusting bij onderzoekers en een groot aantal kleine softwareontwikkelaars en voornamelijk kleine ict-bedrijven. Ze willen voornamelijk voorkomen dat de regels octrooien mogelijk maken op broncode, of op software die wordt uitgevoerd op een computer en daarnaast niet nóg een apparaat aanstuurt.
Het Europees Parlement kwam met wijzigingen, die veel van de zorgen van de tegenstanders wegnamen. De Raad van Ministers (de verzameling van de ministers van de EU-lidstaten van in dit geval Economische Zaken), vorige maand bijeen in Dublin, kwam ook met kanttekeningen op het Commissie-voorstel. Van Gennip stelt dat deze ontwerptekst afdoende waarborgen biedt om onder andere de triviale patenten tegen te houden, die in de Verenigde Staten praktijk zijn.
Zakendoen
De staatssecretaris kreeg een paar weken terug felle kritiek van de Tweede Kamer. Dat wil dat Nederland het voorstel verdedigt van het Europees Parlement; minister Brinkhorst stemde echter in met zijn collega-ministers. Critici voerden de Tweede Kamer de dagen voor het vervolgdebat met argumenten. Ze stellen onder meer dat de Raad nalaat ’technisch’ te definiëren, waardoor volgens hen niet alleen broncode en software, maar uiteindelijk zelfs methoden voor zakendoen octrooieerbaar worden. Volgens hen laat het Europees patentbureau die methoden nu al toe als zo’n methode grote schaalvoordelen levert.
Bij het ter perse gaan van deze Computable was de uitkomst van de discussie tussen Van Gennip en de Tweede Kamer nog niet bekend. < BR>