In de komende periode zijn er maar weinig ontwikkelingen in de IT die niet direct of indirect worden gekatalyseerd door Internet. Toch laat de grote doorbraak op zich wachten. Belangrijk is dat Internet transparant wordt, dat wil zeggen geen belemmering vormt voor het gebruik waar, wanneer en door wie dan ook. De in het oog vallende Internetprojecten zullen zich vooral afspelen tussen zakenpartners. Een ‘chief technology officer’ zet de deur naar de toekomst op een kier.
De ontwikkelingen in de IT gaan dermate snel dat vooruitblikken een gewaagde bezigheid is. Desalniettemin nemen drie consultancybureaus en één onderzoekbureau de handschoen op. Cap Gemini Ernst & Young Nederland bijt het spits af en kijkt anderhalf jaar de toekomst in. Daarna is het – om de week – de beurt aan Forrester, PriceWaterhouseCoopers en KPMG. |
Er is een sterk stijgende belangstelling voor toepassingen op Internet waar – voor de verandering – een degelijke business case omheen valt te bouwen. Zo’n ouderwets degelijk plan uit de vorige eeuw zeg maar, met heldere economische afwegingen, van tevoren in te schatten kosten en meetbare baten op afzienbare termijn. In de komende anderhalf jaar zullen de IT-ontwikkelingen vooral door deze nuchtere, pragmatische toonzetting worden gekenmerkt. Minder nadruk op verkopen via het Web, maar wel veel nieuwe initiatieven om de systemen van zakenpartners vloeiend op elkaar aan te sluiten. Nog geen massaal doorbrekende WAP-telefonie, maar wel baanbrekende projecten om telewerken gestalte te geven. Minder klant, meer werknemer: de schaarste aan gekwalificeerde arbeidskrachten wordt een dominant economisch thema dat zich onmiskenbaar zal vertalen in de richting van nieuwe, strategische Internetprojecten.
Transparant Internet
In de komende periode zijn er maar heel weinig ontwikkelingen in de IT die niet direct of indirect worden gekatalyseerd door Internet. Toch laat de grote doorbraak op zich wachten, geïllustreerd door het toenemende aantal faillissementen van Internetbedrijven en de aarzelende adoptie van Internet door veel grote organisaties.
Pas als elk individu als vanzelfsprekend in staat is om toegang te krijgen tot het wereldwijde netwerk, zal de werkelijke kracht van het medium zich kunnen manifesteren. Internet moet daartoe transparant worden: er mag geen belemmering zijn voor het gebruik, waar je ook bent, op wat voor moment dan ook (aangeduid als het ‘Martini-gevoel’: ‘anytime, anyplace, anywhere’).
transparantie komt pas echt op het moment dat de afhankelijkheid van de PC minder groot wordt: het is uiteindelijk een complex, multifunctioneel apparaat met een ondoorgrondelijke, niet-intuïtieve gebruikersinterface. Vader weet zich met zijn computer op zolder nog aardig te redden, maar het bejaarde echtpaar om de hoek zal er geen stap mee op Internet zetten. De echte vooruitgang komt daarom pas met een nieuwe generatie Internetapparaten: makkelijk te bedienen apparaten met een specifiek gebruiksdoel, nagenoeg onzichtbaar verbonden met Internet.
Daarvoor zijn wel nieuwe processors nodig, zoals bijvoorbeeld Transmeta’s Crusoe. Die verbruiken steeds minder energie, zodat er langer kan worden gewerkt met batterijen. Geavanceerde display-technologieën, zoals Microsoft Clear Type, zorgen voor een haarscherp beeld, zelfs in vol daglicht. Na wat aanloopproblemen zal ADSL zonder twijfel een geduchte concurrent worden voor de TV-kabel, als een manier om zonder al te hoge kosten 24 uur per dag breedbandig toegang te hebben tot Internet. De IEEE 802.11-standaard voor draadloos netwerken breekt ook door, misschien zelfs onverwacht snel tot in de huiskamer. Het zijn allemaal technologische zetjes in de rug in de richting van een alomtegenwoordig Internet.
Interactieve TV
Een typerend voorbeeld van de nieuwe generatie Internetapparaten is de interactieve, digitale televisie: in zijn ultieme vorm een versmelting van de beeldkwaliteit en het gebruiksgemak van de traditionele televisie en de interactiviteit en gepersonaliseerde inhoud van het Web. Menig programmamaker buigt zich op dit moment in rokerige sessies over de vraag hoe de aanwezigheid in dit nieuwe medium kan worden gewaarborgd. Interactieve televisie zal binnen enkele jaren een van de voornaamste manieren worden om toegang te krijgen tot Internet. In de komende anderhalf jaar moet echter niet teveel verwacht worden. De eerste vormen van interactieve televisie worden ondertussen op diverse plaatsen in Nederland aangeboden, maar veel meer dan een elektronische programmagids, ‘films op aanvraag’ en de hele dag een kijkje kunnen nemen in het Big Brother-huis zit er nog niet in. Er zijn diverse, concurrerende technologische standaarden, en voorlopig is Internet nog niet de onderliggende infrastructuur.
Een Internetapparaat dat – zij het gestaag – aan populariteit zal gaan winnen is de mobiele telefoon. Anno 2000 geeft de eerste generatie WAP-telefoons een nog wel zeer bescheiden voorproefje van wat in de komende jaren verwacht mag gaan worden. Met een WAP-telefoon kan weliswaar nu al op het web gesurft worden, maar het gaat wel om grafisch zeer beperkte, tot op het bot uitgeklede Internetpagina’s. Dat heeft alles te maken met de huidige beperkingen van het medium. Daardoor zal WAP in de komende anderhalf jaar slechts schoorvoetend gebruikt zal worden.
Pas met de komst van het veelbesproken UMTS zal de telefoon een serieus Internetapparaat worden. Daarmee worden krachtige, multimediale toepassingen mogelijk, waarbij ook beeld en geluid met gemak door de ether kunnen worden vervoerd. De nieuwe ‘4G telefoons’ blijven vooralsnog echter beperkt tot fleurige ‘artist impressions’. Bovendien zijn er tussen technologen felle discussies gaande over de haalbaarheid van de door UMTS geclaimde bandbreedte.
Er zijn nog veel meer Internetapparaten die een heel specifiek doel dienen, en er zullen er de komende periode vast nog meer worden verzonnen. Zo zijn er de spelletjescomputers van Sony, Nintendo en zelfs Microsoft waarmee breedbandig toegang tot het Internet wordt gezocht. Ook zullen in de komende anderhalf jaar de eerste Webpads commercieel verkrijgbaar zijn: ultraplatte, draadloze Internetterminals waarmee vooral via handschriftherkenning en spraaktechnologie wordt gecommuniceerd.
Eén-op-één relaties
Veel startende bedrijven die hun kaarten hebben gezet op verkopen via het wereldwijde web zijn ondertussen in een ontnuchterende periode van hun bestaan terecht gekomen: de grootste trend rond e-handel lijkt vooralsnog ‘failliet gaan’ te zijn.
Gedeeltelijk is dit een kwestie van ongelukkige timing (internet is immers nog niet helemaal transparant, er zijn eenvoudigweg te weinig werkelijk potentiële kopers), gedeeltelijk een kwestie van slecht management en op drijfzand gebaseerde businessplannen.
Menig crm-goeroe zal daarom in de komende periode vooral moeten oefenen op geduld betrachten. Het marketingwalhalla van de één-op-één relatie via een reeks van distributiekanalen met elke individuele klant is nu al een geweldig onderwerp voor menig drukbezocht congres.
Door de klant zo individueel mogelijk te benaderen, ontstaat een bijna intieme relatie tussen leverancier en afnemer. De laatste zal loyaler aan de leverancier blijven en regelmatig nieuwe producten en diensten blijven kopen, ondanks het feit dat hij vooral contact heeft via een onpersoonlijk, elektronisch medium.
Maar de harde, aansprekende praktijkvoorbeelden laten nog vaak op zich wachten: veel adviseurs komen nog steeds niet veel verder dan de obligate voorbeelden van Amazons aanbevelingen en de zich aan de surfer aanpassende reclame-banners van Altavista.
Technologisch gezien is het voor een organisatie alvast zaak de verscheidenheid aan systemen waarin informatie over de klant aanwezig is, te integreren, mogelijk met behulp van XML en Internet. Ook moet rekening worden gehouden met een verscheidenheid aan distributiekanalen: de Internetbrowser is immers maar één manier om contact te hebben met de klant. Dan nog zal het de bedrijfsvoering zijn die het werkelijke succes bepaalt: klantgerichtheid door de hele organisatie heen, geïntegreerde processen en het voortdurende besef dat het tevreden houden van bestaande klanten minstens net zo waardevol is als het werven van nieuwe, zijn de noodzakelijke uitgangspunten.
Veel bedrijven denken klanten aan zich te binden door het opbouwen van zo’n gepersonaliseerde relatie. Haaks daarop staan echter de effecten van prijstransparantie, die ontstaat doordat de prijzen van producten via het Web moeiteloos kunnen worden vergeleken. Websites als mySimon.com en – in Nederland – http://independer.nl maken school met het minutieus vergelijken van productaanbiedingen, niet alleen op prijs maar straks ook op kwaliteit en aanvullende diensten. Mogelijk dat deze nieuwe informatietussenpersonen door hun zweem van objectiviteit veel eenvoudiger een hechte klantrelatie kunnen opbouwen. Dat zal menig traditionele productleverancier aan het denken zetten, want weinig bedrijven worden graag in een positie gedrongen waarin straks alleen nog op prijs kan worden geconcurreerd.
Flexibel zaken doen
Eén van de grote waarden van Internet ligt in het standaardiserende effect: zelfs het kleinste bedrijf kan zich zonder moeite aansluiten op Internet. Op basis van standaarden als XML kunnen gegevens op een uniforme manier worden uitgewisseld tussen systemen op de meest uiteenlopende hard- en softwareplatforms.
Snel zal er geen bedrijfstak meer te vinden zijn zonder één of meerdere virtuele marktplaatsen: plekken op Internet waar leveranciers en afnemers elkaar vinden met als doel zo effectief en direct mogelijk zaken te doen.
Ook zullen op allerlei manieren de systemen van zakenpartners aan elkaar gekoppeld kunnen worden, variërend van zeer eenvoudig (via de Internetbrowser de applicaties van de zakenpartner kunnen gebruiken) tot complex en geïntegreerd (in real-time de webdiensten van de zakenpartner vanuit het eigen systeem kunnen aanroepen).
Zo zullen fijnmazige waardeketens ontstaan van organisaties die hun klanten flexibelere producten en diensten kunnen leveren, als het even kan tegen lagere kosten en met een veel lagere doorlooptijd. Ook wordt het voor bedrijven beter haalbaar om een deel van de bedrijfsvoering uit te besteden aan gespecialiseerde partners: ‘hyperpartnering’ is aldus gebaseerd op hecht samenwerkende netwerken van compact opererende bedrijven, elk gespecialiseerd op een eigen deelgebied.
Op een aantal gebieden is wel vooruitgang gewenst, wil de groei op Internet in de komende periode vooral uit het zakelijke verkeer komen . Hoewel XML ondertussen een alom aanvaarde standaard is voor gegevensuitwisseling via Internet, is daarmee slechts het technologische deel van de noot gekraakt. Standaardisatiecomités als Biz Talk en Rosetta Net kruisen de degens waar het gaat om inhoud en semantiek. Voor veel bedrijfstakken kunnen al handenvol onderling inconsistente voorstellen worden aangetroffen.
Voor werkelijk succes is het van groot belang dat alle relevante systemen van de respectievelijke zakenpartners met elkaar worden geïntegreerd, ook waar het gaat om stokoude, nauwelijks te onderhouden kernsystemen. Veel aandacht zal in de komende anderhalf jaar daarom uitgaan naar het ontsluiten van cruciale legacy-applicaties: een uitdaging met architectonische allure.
Wie is uw kennis?
Niet elke organisatie zal over 18 maanden alleen nog maar verkopen via Internet. En nog niet al teveel organisaties zullen over 18 maanden onderscheidend, competitief voordeel bereiken door hun systemen als ware ‘hyperpartners’ te koppelen aan andere systemen.
Maar er zijn nu al kansrijke, concrete mogelijkheden voor organisaties die beter en slimmer gebruik willen maken van de verzamelde kennis in de hoofden van hun medewerkers en de enorme hoeveelheid informatie die op het wereldwijde web is te vinden. Vanaf de eerste, nog onbeholpen incarnaties van het verschijnsel ‘intranet’ is er ondertussen veel veranderd. Er komt nu snel meer nadruk op het creëren van interactie tussen individuen, als een beter werkend alternatief voor het hersenloos vullen van veel te weinig geraadpleegde kennisdatabases: het Group Web biedt een levende verzamelplaats voor gemeenschappen van gelijkgestemde individuen, benaderbaar vanaf elke locatie op elk gewenst tijdstip. Er komt minder nadruk op waar of hoe kennis beschikbaar is en meer op wie het best benaderd kan worden om een probleem op te lossen.
Toch zijn er ook nieuwe, spectaculaire technologieën om veel effectiever dan vroeger – op een poractieve manier – de weg te vinden in enorme hoeveelheden informatie, zowel binnen als buiten het eigen intranet: filtertechnologieën als die van Verity, Autonomy en Semergy bieden concrete ankers om de weg te vinden in een wirwar van kennis. Ook zijn er nieuwe strategieën om via Internet kennis te delen met klanten en zakenpartners: een via natuurlijke taal te gebruiken webdatabase met opgeloste problemen – 24 uur per dag beschikbaar – kan de serviceperceptie van de klant enorm verbeteren terwijl het callcenter juist minder wordt belast. Een via het Web aangeboden portaal met branchekennis kan een uitstekend middel zijn om zakenpartners aan een bedrijf te binden.
Nomadisch werken noodzaak
Kennismanagement is maar één van de middelen om te gaan met een allesoverheersend economisch thema in de komende 18 maanden: het steeds sterker gevoelde tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten. Met name de overheid – die het tekort misschien wel als geen ander ervaart – kan een voortrekkersrol gaan spelen in het ondersteunen van de nomadische kenniswerker: flexibel werken als middel om aantrekkelijk te zijn voor werknemers en als middel om optimaal gebruik te maken van de schaars beschikbare arbeidscapaciteit (oh ja, en maatschappelijke thema’s als de fileproblematiek kunnen er ook mee worden aangepakt).
De ruggensteun wordt gevormd door een transparant wordend Internet dat tot in elke huiskamer en zolderkamer doordringt. Virtuele teamruimtes maken het mogelijk om als team zeer nauw samen te werken zonder beperkingen op het gebied van tijd en plaats. De alomtegenwoordige Internetbrowser geeft toegang tot systemen die vroeger alleen via een vaste werkplek op kantoor konden worden benaderd.
Een organisatie bestaat overigens niet als bij toverslag uit nomadische kenniswerkers. Zolang de afdelingschef zijn gevoel voor zekerheid nog ontleent aan de prikklok en ‘management by wandering around’ liggen de grootste uitdagingen bepaald niet op het gebied van hard- en software.
ASP: successen en missers
Veel van de nieuwe toepassingen op Internet zijn extreem bedrijfskritisch, of het nu gaat om ‘hyperpartnering’ of het faciliteren van honderden nomadische kenniswerkers. Niet alleen moeten de ondersteunende systemen extreem schaalbaar zijn, er worden ook hoge eisen gesteld aan beveiliging en beheer. Daar komt nog bij dat veel van de gebruikte Internetapplicaties nieuw en complex zijn. Koppel dat aan een schaarste die ook op IT-arbeidsmarkt steeds sterker gevoeld wordt, en het is duidelijk waarom er zoveel belangstelling begint te ontstaan voor Application Service Providing (ASP): de discipline van het via Internet op huurbasis aanbieden van applicaties. Omdat er nog weinig ervaring is met ASP, laat het zich raden dat naast de eerste successen er ook enkele spraakmakende missers mogen worden verwacht.
Veel belangrijke softwareleveranciers, zoals SAP, Oracle, People Soft en Microsoft hebben hun productstrategie ondertussen voor een belangrijk deel op ‘uitbesteden via Internet’ gericht. Voor afnemers heeft een ASP-constructie aantrekkelijke kanten (moeilijke dingen de deur uit, snel operationeel kunnen zijn, makkelijker afspraken kunnen maken over het serviceniveau, een voorspelbaar financieel plaatje). Toch zullen velen ook moeten wennen aan het feit dat een ASP standaardapplicaties aanbiedt die slechts in beperkte mate kunnen worden aangepast en uitgebreid. Meer dan ooit wordt het een strategische afweging om vast te stellen welke IT-toepassingen onderscheidende waarde hebben voor het bedrijf en welke toepassingen goed beschouwd niet beter hoeven te zijn dan die van de concurrentie.
‘Stealth shopping’
Met ASP is de rondgang door de IT-ontwikkelingen van de komende 18 maanden compleet. En de cirkel is er gelijk mee gesloten: Marc Andreessen, uitvinder van de Internetbrowser en bewezen trendsetter, houdt zich bezig met het verlenen van bedrijfskritische infrastructuurdiensten aan ASP’s. Hoewel het Martini-gevoel zich steeds meer zal doen gelden is nuchterheid de nieuwe norm. De in het oog vallende Internetprojecten van de nabije toekomst spelen zich vooral af tussen zakenpartners of tussen organisaties en hun werknemers: je zou strategisch gebruik kunnen maken van Internet zonder een externe website te hebben.
Wat de iets verdere toekomst brengt, blijft vooralsnog in nevelen. Misschien zou Andreessen er eens over ondervraagd moeten worden. Die schijnt het tegenwoordig helemaal niet meer leuk te vinden om via het Web reclameaanbiedingen te krijgen. Hij zal straks in de supermarkt ook wel zijn 4G-internettelefoon uitschakelen. Kunnen winkelen zonder dat iemand dat op Internet weet: ‘stealth shopping’ wordt gegarandeerd één van de grote toekomstige trends, ergens verderop in dit decennium.
Ing. R.J.H. Tolido, chief technology officer Cap Gemini Ernst & Young Nederland