Ik weet niet hoe het u vergaat, maar de laatste maanden bevangt mij af en toe een lichte irritatie bij de lancering van weer zo’n e-woord. Ooit, lang, heel lang geleden, had het iets spannends, zo’n woord wat jij wel kende, maar waarvan je moeder zei: ‘wat voor meel, jongen?’ En jij dan uitleggen dat e-mail geen meel was, maar post, elektronische post. En dat zij nou maar eens aan de pc moest, met modem, en dat je dan braaf elke dag wat van je zou laten horen. Ja, dat had wel wat.
Maar dat was dus lang geleden, toen internet nog iets was voor de gelukkige weinigen, en een mailtje nog een gebeurtenis: dat vrolijke muziekje, de melding ‘You have new mail’, en dan snel kijken wat er voor spannends in je postbus zat. Daar is de lol dus wel af, nu iedere dag tientallen gekken je weten te vinden met aanbiedingen om snel rijk te worden, kettingbrieven, bedelmail en lokkertjes voor sites waar ze dingen doen die je in je stoutste dromen nog niet verzonnen had.
Want dat is het vreselijke, natuurlijk: iets wat ooit zo nuttig begon, is in de handen gevallen van haaien, die overal handel in zien, de vervloekte commercie – of moet ik zeggen e-commerce. Hoe je ook je best doet, er is geen ontkomen aan: met hun banners en buttons weet de e-handel elke portal en elke browser om te toveren tot een kleurplaat van een driejarige kleuter die net een liter jenever op heeft. Hun cookies nestelen zich als wreed voortwoekerende kankercellen op je harde schijf, zodat je ook nog eens slachtoffer wordt van een bombardement aan spam.
Laat ik eerlijk zijn: die e-handel vind ik niet eens het allerergste. Echt erg zijn die mailtjes voor het hele bedrijf: ‘RX-45-GT heeft zijn lichtjes laten branden’, ‘Wie heeft er kaartjes voor het concert van de Backstreet Boys?’, ‘De nieuwe vacaturegids is uit’… Rot toch gauw op! Daar word ik nou moe van. E-moe, inderdaad.
Mans Kuipers
(e-mailadres bij de redactie bekend)