"In onze visie hield Microsoft een uitgestoken hand naar ons uit. Alleen zat er een mes in die hand, waarin Sun moest grijpen", aldus het hoogtepunt uit de getuigenverklaring van Suns vice-president en toptechnicus James Gosling in de rechtszaak die de Amerikaanse overheid tegen Microsoft heeft aangespannen.
De overheid beschuldigt Microsoft van illegale praktijken en sabotage tegen technologieën die de dominante positie van Windows zouden kunnen ondermijnen.
Volgens Sun heeft Microsoft expres een ‘vervuilde’ versie van Java gebruikt in Windows om op deze wijze de dreiging van één universele Java-standaard die op elk platform draait teniet te doen. Microsoft betoogde echter slechts de functionaliteit van Java te hebben vergroot, waarbij men geen tijd had te wachten op de Java-ontwikkelingen elders in de IT-industrie. Gosling meende echter dat deze ‘verbeteringen’ alleen maar werken in combinatie met Windows, waardoor de platform-onafhankelijkheid van Java in gevaar is gebracht.
Microsoft confronteerde Gosling met een lange reeks e-mails waaruit kon worden opgemaakt dat Sun al maanden voor de licentie-overeenkomst tussen de twee bedrijven op de hoogte was van Microsofts plan om Java-tools voor Windows te ontwikkelen. Ook wordt hierin gesuggereerd dat Microsoft wilde samenwerken met Sun om de interactie tussen Java en Windows te verbeteren. Gosling bracht hier tegenin dat zijn bedrijf sceptisch staat tegenover ieder aanbod van Microsoft, om vervolgens bovengenoemde beeldspraak aan te halen.