Zo nu en dan steekt de discussie over ethiek op de werkvloer weer de kop op. Ethiek is zo belangrijk dat het zou moeten worden opgenomen in het lesprogramma van ict-opleidingen, zeggen de voorstanders. Nee, menen de tegenstanders, houd die onzin weg van de werkvloer. Gewone programmeurs hebben het al druk genoeg en bovendien zou de ethische verantwoording uiteindelijk toch liggen bij de manager of de directie.
Eigenlijk is voor beide standpunten wel iets te zeggen. Hoe je het ook wendt of keert, je hebt als ict’er nu eenmaal te maken met de kwetsbaarheid van de klant of eindgebruiker. Je loopt hoe dan ook aan tegen informatie die in potentie gevoelig is en bij verkeerd gebruik problemen kan opleveren. Ook beloof je dingen aan de klant en die kun je beter gewoon nakomen.
Maar als je je gezond verstand volgt, ondervang je eigenlijk de meeste ethische kwesties wel. Dat zeggen veel ict’ers, en ik ben het wel met ze eens. Iedereen begrijpt wel dat de privémailtjes die de systeembeheerder kan lezen in mailboxen van anderen, niet voor zijn ogen bestemd zijn. Of dat de wijzigingen die een programmeur aanbrengt in een crm-toepassing grote ongewenste gevolgen kan hebben voor de eindgebruikers. Voor de ict’er is het volgens mij het belangrijkst dat hij/zij zich bewust is van de gevolgen van zijn/haar handelen. Of je daarvoor een apart vak ethiek moet opnemen bij de verschillende ict-opleidingen? Ik betwijfel het.
Voor de organisaties waar de ict’ers werken, is ethiek natuurlijk wel een belangrijk thema. Ze zijn vaak met handen en voeten gebonden aan afspraken over dienstverlening, privacy en accountability. De meeste aandacht voor ethiek op de werkplek zou dan ook vanuit de organisatie moeten komen. De directie die er in het beleid rekening mee houdt. Maar ook de managers die gebrand zijn op naleving van ethiek bij hun medewerkers. Of laten we het maar gezonde verstand noemen. Dat zou volgens mij genoeg moeten zijn.