Bedrijven en overheden zijn de laatste jaren steeds intensiever in gesprek over het verhogen van de efficiency van datacenters. Een belangrijke drijfveer is dat de wereldwijde energiebehoefte van datacenters de laatste twaalf maanden sterk is gestegen.
In 2012 hebben datacenters 38 gigawatt stroom verbruikt.. Dat is een stijging van 63 procent ten opzichte van 2011, toen ze 24 gigawatt gebruikten. De schatting is dat dit in 2013 met nog eens 17 procent omhoog gaat naar 43 gigawatt, zo stelt de 2012 Global Census van Datacenter Dynamics. Bedenk daarbij dat het energieverbruik in 2007 nog op twaalf gigawatt lag.
Het mag dan ook geen verrassing zijn dat de Amsterdamse wethouder Maarten van Poelgeest datacenters in en rond de hoofdstad aanmoedigt om hun ecologische voetafdruk te verkleinen. Dat bespaart kosten en het is beter voor het milieu. Ict-apparatuur, waaronder de servers, verbruiken heel veel energie. Maar dat geldt ook voor de infrastructuur voor stroomvoorziening en koeling.
De meeste datacenters hebben voor wat betreft de infrastructuur een prima maar inefficiënt jaren negentig design. Een belangrijke uitdaging voor de branche is om het jaren negentig paradigma te doorbreken. Voor de zeer inefficiënte en inadequate infrastructuren rond de stroomvoorziening dienen nieuwe ontwerpen gemaakt te worden.
Het ontwerp en de realisatie van datacenters wordt door velen nog altijd gezien als een vak dat door ervaren engineers moet worden doorgegeven aan jongere generaties. De voorkeur van die engineers is leidend, waardoor ieder datacenter anders oogt en op een andere manier wordt aangestuurd en onderhouden. Zou het kunnen komen doordat datacenters worden beheerd door mensen die innovatie (oftewel risico’s) vermijden om zo hun carrière niet op het spel te hoeven zetten door iets nieuws te proberen? De beloning voor het succesvol introduceren van een nieuw concept weegt wellicht niet op tegen de gevolgen van een mislukking.
Te vaak komen wij nog bestekken of lastenboeken tegen waarin de specificaties zijn gebaseerd op een ontwerp van tien, vijftien of zelfs twintig jaar geleden. Afzonderlijke specificaties worden vrijwel nooit onder een vergrootglas gelegd, terwijl vele partijen hier invloed op zouden kunnen hebben. Door de vrij gesloten en reactieve manier waarop een bestek of lastenboek wordt samengesteld, is het een lange weg gebleken om oude standaarden te veranderen in de hedentendaagse technieken.
Een voorbeeld is de stelling dat de doorlooptijd die een noodstroomvoeding (UPS) aan de dag moet leggen 15 minuten moet bedragen. Deze eis komt voort uit een specificatie voor een IBM 701 Mainframe uit 1952. De reden was dat een mainframe minstens een kwartier nodig heeft om zichzelf goed te kunnen afsluiten en noodgeneratoren meestal niet beschikbaar waren. Nog steeds staat in de meeste rfp’s dat de doorlooptijd vijftien minuten is. Dat terwijl middelgrote en grote datacenters vrijwel altijd standaard uitgerust zijn met noodstroomgeneratoren. Omdat een generator vijf tot acht seconden nodig heeft om op te starten, is een doorlooptijd van een ups-systeem van meer dan twintig tot dertig seconden overbodig.
Zelfs als een ups of generator het begeeft, dan kunnen grotere datacenters terugvallen op hun ingebouwde fouttolerantie, die zorgt voor redundantie en hoge beschikbaarheid van systemen. Tegenwoordig worden ups-systemen geleverd die direct aansluiten op deze eis en tegelijkertijd de benodigde energiedichtheid, betrouwbaarheid en lage gebruikskosten bieden. Maar door de conservatieve houding van veel beslissers worden deze oplossingen niet in alle rfp’s voor datacenters meegenomen.
De laatste tien-vijftien jaar zijn duizenden uitvindingen gedaan die tot nieuwe producten en technologieën hebben geleid. Dit met de belofte dat de efficiency exponentieel groeit en de status quo wordt doorbroken. Helaas is een relatief beperkt deel van de verbeteringen doorgedrongen tot de hele branche, omdat een grote groep risicomijdende mensen het niet aandurft om vraagtekens te zetten bij de stelling ‘zo hebben we het altijd gedaan’.
David Cappuccio, een infrastructuurspecialist bij Gartner, verwoordt het goed: ‘Hét probleem van datacenters zijn de mensen die de projecten krijgen. Een groot deel van het datacenterontwerp wordt gedreven door de menselijke natuur; men blijft hangen in beproefde methodes, ook al zijn deze ondertussen niet meer te beschouwen als best practices.’ Om optimaal te kunnen profiteren van de innovatie en oplossingen die op de markt beschikbaar zijn, is een mentaliteitsverandering nodig.
Om datacenters minder verspillend en efficiënter te maken zijn nieuwe, toekomstgerichte benaderingen hard nodig. Een nieuw soort leverancier begint door te dringen tot de rangen van de oplossingen van het verleden. Deze leverancier plukt de vruchten door de innovators in de branche te helpen met het sneller en efficiënter op de markt krijgen van hun producten. Als de ontwerpers van datacenters open staan om hun werkwijze te herzien, dan zullen efficiencyverbeteringen en energiebesparingen binnen handbereik komen.
Rob,
Op zich een leuk stuk maar…..”innovatie (oftewel risico’s) vermijden” heeft niet zoveel met efficiency te maken, dubbel genaaid houdt nu eenmaal beter zoals we konden leren van Sandy. “Zo hebben we het altijd gedaan” is inderdaad een dooddoener maar “we doen het zo omdat het zich bewezen heeft” is dat natuurlijk niet.
En toenemende stroomverbruik zit volgens mij ook niet enkel in de UPS. Bij een stroomstoring kun je trouwens meestal niet alles in één keer opbrengen omdat door de piek dan de stoppen je om de oren vliegen.
P.S. Vergeet ook niet alle ‘ca(t)ches’ die bij een stroomstoring nog wel de data weg moeten kunnen schrijven.
@Ewout,
Ik ben het eens dat we niet dienen aan te sturen op het vervangen van bewezen oplossingen. Echter, nieuwe benaderingen en oplossingen op het gebied van datacenter-ontwerp, in het bijzonder het ontwerp van de vermogensinfrastructuur, zouden niet moeten worden genegeerd, puur en alleen omdat ze als ‘nieuw’ of ‘alternatief’ worden beschouwd ten opzichte van conventionele technologie. Veel van deze nieuwe en alternatieve oplossingen hebben zich ook bewezen (net als de legacy producten) en leveren soms zelfs meer tastbare voordelen. Ook kunnen deze producten helpen bij het terugbrengen van operationele inefficiënties binnen het datacenter door overcapaciteit.
Het terugbrengen van operationele inefficiënties binnen het datacenter door overcapaciteit!
Wat zou het mooi zijn als er delen van een omgeving eenvoudigweg “uit gezet” zouden kunnen worden als analyse aantoont dat de vraag naar services voor een bepaalde omgeving laag is.
Zijn er van dit soort oplossingen beschikbaar?