Cor Boonstra laat zich erop voorstaan dat hij het middenmanagement van Philips heeft weggesaneerd. Deze managementlaag staat bekend als de leemlaag. En leem heeft als eigenschap dat het niets doorlaat.
En daarin zit precies het kernprobleem van Philips: in het laboratorium bruist het van briljante ideeën die schreeuwen om zinvolle toepassingen, maar Philips slaagt er niet in de vindingen van al die Willie Wortels om te zetten in commercieel succesvolle producten. De leemlaag is de grote schuldige. Deze groep managers wordt gebrek aan lef verweten en gevoel met de markt. Boonstra en zijn voorganger Timmer hebben fors gespit in deze laag, maar dat heeft nog niet geleid tot succesvolle nieuwe producten.
Wordt Boonstra daarop aangesproken, dan reageert hij geprikkeld. Als voorbeeld van het betere gevoel voor de markt noemt hij een nieuw elektrisch apparaat waarmee je ‘nat’ kunt scheren. Dit is duidelijk een voorbeeld van een onzinproduct. Immers, het genot van nat scheren is niet alleen het schone gevoel, maar ook het gepruts met een mesje en het inzepen. Een echte natscheerder laat zich dit genot niet ontnemen voor een apparaatje dat het natte gevoel wil imiteren voor de somma van 300 gulden. Hoe is het mogelijk dat Philips miljoenen steekt in een product waarvan je op je klompen kunt aanvoelen dat het uitloopt op een fiasco? Bestaat er dan toch nog een dunne leemlaag die voorkomt dat praktisch inzicht de top van Philips bereikt?
Met het aantrekken van Roel Pieper heeft Boonstra een goede zet gedaan. Pieper is een harde manager die bij Software AG en Tandem heeft aangetoond niet bang te zijn voor harde ingrepen. Hij heeft zijn kwaliteiten bewezen in relatief jonge ondernemingen die niet gehinderd worden door ‘leemlagen’. Het is de vraag of hij in staat zal blijken de Philips-cultuur te doorbreken.