‘Business process computing’ legt de nadruk op de interoperabiliteit van applicaties, zodat ‘end-to-end’ bedrijfsprocessen ondersteund kunnen worden. Hierdoor zullen organisaties worden bevrijd van de bedrijfseigen architectuur van één leverancier, meent ceo Thomas Siebel.
Toekomstige historici zouden het jaar 2003 wel eens kunnen zien als een keerpunt in de evolutie van informatietechnologie, misschien wel net zo’n belangrijk punt als halverwege de jaren negentig met de commercialisering van het internet. Deze nieuwe ontwikkeling is ingezet in 2002: toen zagen we het begin van een verschuiving richting ‘business process computing’. Dit is een nieuwe benadering van it, mogelijk gemaakt door de opkomst van webservices. Dit jaar en de jaren hierna zal deze verandering nog sneller gaan: ‘business process computing’ (bpc) is de nieuwe fase in zakelijke it en zal resulteren in een dramatische toename van de productiviteit en organisatorische wendbaarheid.
Zoals de term al aangeeft, stelt bpc het bedrijfsproces centraal bij it. Terwijl in vorige stadia in de it-evolutie de nadruk lag op verdere ontwikkeling en het inzetten van afzonderlijke applicaties (gericht op het uitbreiden van de functionaliteit), legt bpc de nadruk op de interoperabiliteit van applicaties, zodat ‘end-to-end’ bedrijfsprocessen ondersteund kunnen worden.
Naadloos verbonden
‘Business process computing’ belooft zowel verlaging van de kosten als verbetering van de bedrijfsresultaten, omdat het organisaties in staat stelt efficiënter te werken en haar klanten beter te bedienen. Neem de verzekeringsbranche: vandaag de dag hebben de meeste verzekeringsinstellingen meerdere dagen nodig om een verzoek voor een nieuwe polis te verwerken. Waarom? Omdat hun onderliggende systemen – kwalificering, afsluiting, polisadministratie – niet verbonden zijn. Hierdoor zijn meerdere handmatige stappen en overdrachten nodig, wat zorgt voor inefficiëntie en extra kosten. Met bpc zijn al deze systemen naadloos met elkaar verbonden, zodat het proces in real-time en in één enkele interactie met de klant uitgevoerd kan worden. Het resultaat? Aanzienlijk lagere kosten en hogere klanttevredenheid.
Effectieve applicatie-integratie – naadloos, betaalbaar, snel in te zetten en eenvoudig aan te passen – is lang de heilige graal van it geweest. Maar voor de opkomst van webservices was er geen oplossing die dit mogelijk maakte. In plaats daarvan hebben de meeste organisaties programma’s op maat moeten laten schrijven om afzonderlijke applicaties, ieder met zijn eigen ‘application program interface’, met elkaar te verbinden. Niet alleen is deze ‘point-to-point’ benadering complex en kostbaar, het kan zelfs tot vijftig procent van het it-budget van een organisatie beslaan, maar het is ook zeer inflexibel: eenmaal gecreëerde ‘point-to-point’ integraties zijn moeilijk aan te passen en op te waarderen.
Webservices
Met webservices hebben we nu een set standaarden, gebaseerd op Extensible Markup Language (XML) en XML-varianten zoals XSD, Xslt en Bpel, die de onderlinge operabiliteit van applicaties helpt bewerkstelligen. In 2002 werd het Universal Application Network geïntroduceerd. Dit is de eerste integratieoplossing die uitgaat van het bedrijfsproces, gebaseerd is op webservice-standaarden en brede ondersteuning heeft van vooraanstaande it-bedrijven zoals HP, IBM, Accenture en Microsoft.
Naarmate de markt steeds meer gebruik maakt van webservices, Universal Application Network en service-georiënteerde technologieplatformen zoals Microsofts .NET en J2EE, krijgen we te maken met dramatische veranderingen in de wereld van zakelijke it. Voor het eerst zullen organisaties in staat zijn om afzonderlijke applicaties snel en goedkoop met elkaar te verbinden, waardoor ze optimaal gebruik kunnen maken van de waardevolle data die door de hele organisatie in gescheiden silo’s liggen opgeslagen. Klanten worden onderdeel van het zakelijke ‘ecosysteem’, waarbij ze in real-time, iedere minuut en iedere seconde, verbonden zijn met bedrijfsprocessen en data. Organisaties kunnen ongeëvenaarde niveaus van wendbaarheid behalen dankzij flexibele bedrijfssystemen die eenvoudig en snel zijn aan te passen aan nieuwe kansen en veranderende marktomstandigheden.
Grote besparingen
Verder zullen organisaties het concept van standaard bedrijfsprocessen omarmen. Net zoals we standaard zakelijke applicatiesoftware zagen opkomen in de jaren tachtig en negentig, omdat het de noodzaak wegnam om zelf op maat applicaties te bouwen, zien we nu de standaard bedrijfsprocessen opkomen. In plaats van zelf processen te ontwikkelen, kunnen organisaties kant-en-klare processen aanschaffen en waar nodig aanpassen aan hun eigen unieke benadering. Het gebruik van kant-en-klare processen vermindert de tijd en moeite die nu besteed worden aan integratie; volgens Accenture kunnen deze besparingen oplopen tot wel zestig procent.
De opkomst van bpc betekent dat de dagen van gesloten, monolithische applicatiesuites en bedrijfseigen integratieoplossingen geteld zijn. ‘Business process computing’, gebaseerd op open standaarden, zal organisaties bevrijden uit de bedrijfseigen architectuur van één leverancier. Met webservices wordt applicatiefunctionaliteit uit elkaar getrokken, waarbij iedere afzonderlijke functie beschikbaar wordt als een service voor iedere andere applicatie of service op het netwerk, op ieder mogelijk moment en iedere mogelijke plaats. Dit betekent dat organisaties vrijelijk kunnen kiezen voor d�e services die hun bedrijfsprocessen het best ondersteunen, zonder dat zij een hele applicatiesuite van één enkele leverancier hoeven af te nemen. Meer dan ooit zal zakelijke it een ‘best of breed’ wereld zijn.< BR>
Thomas M. Siebel, Voorzitter en ceo, Siebel Systems