"Hoe zit het met jullie kennis van Swing", vraagt senior system integration specialist J. F. Lanting de auteurs van ‘Swing uit de bocht’ (Computable, 5 december 2003, pagina 29).
Wat betreft de kritiek op de vormgeving: één regeltje in je broncode toevoegen en je applicatie is op Windows niet te onderscheiden van Visual Basic- of Visual C-applicaties; ‘pluggable look and feel’ heet dat. Het is zelfs nog eenvoudiger dan om het hele venster er Metal (Java-platformonafhankelijk) te laten uitzien, en zelfs dat lukt met twee regeltjes extra. En daar is alle reden toe wanneer je ook op Linux draait. Het mooiste komt nog: ‘onderweg’ kan de gebruiker nog van opmaak veranderen, ten koste van nog een vijftal regels in de broncode en een button. Lees de uitstekende Sun-tutorials er eens op na.
Waarom is SWT populair? Omdat zowel Java als Swing aanvankelijk erg langzaam waren. Vandaag de dag is het een procentenkwestie vergeleken met bijvoorbeeld Visual C, als je de juiste api maar aanspreekt en netjes programmeert.
Waarom is Java geen succes op de desktop? Ten eerste blijven de Unix’ers en Linux’ers zweren bij scripts vanaf de commandline. Ten tweede zweren de Window’ers bij webbrowser-applicaties, dus gebruiken ze Java op de server. Ten derde bouwen de distributeurs van Linux liever al hun tools in KDE of Gnome (hoezo te poorten).
Ik gebruik met veel plezier Eclipse 3.0, maar ik ben niet van plan omwille van de onwetendheid van anderen goede software als Swing in te ruilen voor een onzekere toekomst.< BR>
J.F. Lanting, Unisys Nederland