Het ministerie van Verkeer en Waterstaat stelt maximaal honderd miljoen euro beschikbaar voor de invoering van de ov-chipkaart. Dat heeft minister Karla Peijs van V&W toegezegd in een brief aan de Tweede Kamer.
Verder is de kans groot dat er een bijdrage uit het Fonds eenmalige bijdrage NS (Fens) van minimaal 74 miljoen euro wordt getrokken.
Volgens minister Peijs loopt de ontwikkeling van de chipkaart voor het openbaar vervoer goed. Het consortium East West (bestaande uit Accenture, Mtrc Corporation, Thales en Vialis) zal het systeem voor het elektronisch vervoerbewijs binnen afzienbare tijd afronden, waarna er tien proefprojecten kunnen worden gestart. De RET heeft bijvoorbeeld al een systeem besteld voor het gehele Rotterdamse metronet, NS voor de spoorlijn Rotterdam-Hoek van Holland en vervoerder Connexxion voor de concessie ten zuiden van Rotterdam.
Peijs meldt verder dat uit een baten-lastenstudie blijkt dat de invoering van de chipkaart voor het gehele Nederlandse openbaar vervoer rendabel is. Het nieuwe vervoerssysteem, dat de strippenkaart vanaf 2007 definitief vervangen moet hebben, levert een positief saldo op tussen de 400 en 1500 miljoen euro.
Uit de studie komt ook naar voren dat de kaart zonder rijksbijdrage niet op nationale schaal kan worden ingevoerd. Veel ov-bedrijven hebben te weinig geld om de overgang naar de chipkaart te financieren. Hier ligt een rol voor het ministerie van V&W en voor de decentrale overheden, zegt Peijs. Overigens zal de reiziger ook moeten meebetalen: de kaart gaat naar schatting tussen de 1,5 en 2,5 euro kosten.
De minister schijft voorts in de brief dat er een regiegroep wordt opgericht voor coördinatie op nationale schaal.