Automatiseerders bij de overheid denken dat ze minder boeiend werk verrichten dan hun collega’s in de private sector. Dit blijkt uit een onderzoek van de Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) van de Universiteit van Amsterdam. Volgens professor Bernard van Praag blijkt hieruit dat de overheid te kampen heeft met imago-problemen.
De ambtenaren vinden hun eigen werk best boeiend. Ze geven als rapportcijfer een 7,6, maar denken dat het werk in het bedrijfsleven een 7,9 waard is. Automatiseerders in de private sector zien een groter verschil. Ze beoordelen hun eigen werk met een 8,4, terwijl ze een baan bij de overheid een 6,6 geven.
De SEO verrichtte het onderzoek in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De professoren Van Praag en Hartog ondervroegen in samenwerking met onderzoeksbureau Intomart 350 lezers vanComputable.
De overheid scoort op enkele punten hoger dan het bedrijfsleven. Automatiseerders in beide sectoren denken bijvoorbeeld dat bij het Rijk de kans op ontslag kleiner is. De werkdruk in de private sector wordt algemeen groter geacht. Wat pensioen en zekerheid betreft, denken beide sectoren dat hun voorwaarden beter zijn. Ze vermoeden eveneens dat de werksfeer in de eigen omgeving beter is, hoewel de bedrijfsautomatiseerders het verschil groter achten. Bij promotiekansen scoort het bedrijfsleven beter. De optimale duur van de werkweek is volgens de automatiseerders nog niet bereikt. De ondervraagden uit het bedrijfsleven vinden de werkweek te lang. Veel ambtenaren noemen hun werkweek ’te kort’. Verder werkt een tijdelijk dienstverband binnen de private sector demotiverend, terwijl deze gevolgen bij de overheid niet zichtbaar zijn.
Van Praag concludeert dat de overheid ondanks de imago-problemen voldoende automatiseerders moet kunnen aantrekken. "Het Rijk moet meer nadruk leggen op de arbeidsomstandigheden. Nu wordt er nog te veel in termen van salaris gesproken. Aandacht voor niet-monetaire voorwaarden is op zijn plaats." De IT-professionals zien het belang hiervan best in, meent de econoom. "Ze waarderen scholing en andere investeringen in menselijk kapitaal. De aantrekkingskracht van een werkgever bestaat steeds meer uit de hiërarchische verhoudingen en de hoeveelheid interne conflicten. Wat dat betreft staat de overheid er goed voor.