Voor de eindgebruikers van telecommunicatie-diensten breken gouden tijden aan. Een golf van privatiseringen overspoelt de markt. Wereldwijde liberalisatie staat voor de deur, zo meent de Duitse analist Falk Müller-Veerse van Dataquest.
Overheden uit alle landen trekken zich terug uit de telecommarkt. De Nederlandse overheid ging op 1 juli over tot liberalisatie. Op 1 januari 1998 gaan de markten in Frankrijk, Duitsland, Noorwegen, België, Italië, Oostenrijk en Zwitserland volledig open voor concurrentie. Ook Israël en Roemenië kondigden onlangs een vrije telecommarkt aan. Müller-Veerse geeft aan dat de ervaring met geliberaliseerde markten leert dat vele bedrijven diensten aanbieden. "Lage tarieven vormen in het begin de voornaamste wapens. Goede service en flexibiliteit zijn uiteindelijk doorslaggevend voor succes."
De gebruikers zullen de grootste winnaars zijn. Müller-Veer benadrukt dat er ruimte is voor ondernemingen met veel ervaring en aanzienlijke financiële middelen. Ook marketing-kennis en het binnenhalen van de juiste mensen maken de entree van een bedrijf op de markt succesvol.
De analist adviseert ondernemingen die de strijd willen aangaan om te bezuinigen, nieuwe diensten te introduceren en ook andere markten te betreden. Volgens voorspellingen van Dataquest groeit het aantal leveranciers in West-Europa de komende jaren sterk en daalt het na 2001. Overnames en allianties zullen de hoeveelheid ondernemingen op de markt sterk beïnvloeden. Voor Nederland geven de cijfers van Dataquest de komende jaren een toename van de inkomsten uit telecomdiensten aan. "De prijzen dalen, maar de mensen gaan steeds vaker en langer bellen", licht Müller-Veer toe. Tot 2001 groeit alleen de markt van de mobiele telefonie.