Slecht nieuws voor de internetters en andere veelbellers: telecomtoezichthouder Opta overweegt om de onlangs aangekondigde KPN-tariefsverlaging tegen te houden.
Volgens de Opta zijn de tarieven voor lokaal telefoonverkeer nu al aan de lage kant, en betekent de verdere verlaging die KPN overweegt dat andere telecombedrijven daar niet meer mee kunnen concurreren.
KPN kondigde onlangs aan het daltarief niet pas om acht uur ’s avonds te willen laten ingaan, maar al om zeven uur. Wie regelmatig Internet, weet dat bij de start van het daltarief de overdrachtsnelheid via Internet meteen daalt als gevolg van het massale inbellen rond dat tijdstip. Dat moment zou nu dus een uur eerder komen.
Opta vindt ook de tarieven in het weekeinde te laag. Dan kost een minuut lokaal telefoneren maar twee cent. Een uur internetten kost dan maar 1,20 gulden. Met name het weekendtarief maakt het voor andere telecombedrijven bijna onmogelijk om te concurreren, zo vindt de Opta.
Daarom pleit de instelling pleit voor een regionaal tarief dat gebaseerd is op de werkelijke kosten van het gebruik van het KPN-netwerk. Dat tarief zou hoger uitkomen dan het huidige, zegt Opta. De telecomwaakhond vreest dat KPN’s concurrenten klem komen te zitten tussen de kosten die zij moeten maken voor het gebruik van KPN’s netwerk en de tarieven die zij hun klanten in rekening brengen.
De toezichthouder zegt wel degelijk het consumentenbelang voor ogen te hebben: als de concurrenten uiteindelijk het loodje leggen, kan KPN de tarieven ongestraft weer verhogen. De Opta wil daarom dat er voldoende marge zit tussen de tarieven die KPN aan consumenten in rekening brengt en de rekening die concurrenten als Tele2 aan KPN moeten betalen voor het gebruik van het netwerk.