Waar je ook komt, overal willen mensen in staat zijn om te communiceren. Of het nu gaat om het gave concert dat je bezoekt, de voetbalwedstrijd op het plein, of de beursvloer waar die nieuwe gadget gepresenteerd wordt, het moet allemaal gedeeld kunnen worden.
En net als de mensen die staan te dringen, is het ook dringen voor de apparaten die ze bij zich dragen om dat filmpje te versturen, die tweets op te vragen en het Skype-gesprek te voeren. Hoewel de ontwikkelingen op gebied van Wi-Fi en 4G/lte enorm hard gaan, geldt dat minstens net zo voor de honger naar connectiviteit en het verbruik van data. Waar gebruikers vroeger tevreden waren met een stukje tekst en een jpeg van enkele kilobytes, wordt nu steeds vaker gecommuniceerd met video in hoge data-intensieve resoluties.
In de carrier-wereld wordt het bijplaatsen van extra capaciteit een kostbare aangelegenheid. Niet alleen is het plaatsen van een extra telefoonmast voor een tijdelijk evenement als de start van de Giro d’Italia of de Vierdaagse heel kostbaar, ook moeten er voor dergelijke voorzieningen ver van tevoren allerlei licenties en vergunningen aangevraagd worden en betalen serviceproviders de eigenaren van de landlijnen voor het verbruik. Dit zijn prijzige aangelegenheden. Vandaar dat providers steeds vaker naar Wi-Fi-offloading kijken. Hoewel je het als gebruiker niet aan de streepjes bereik op je scherm merkt, moet namelijk ook de capaciteit van een zendmast door meerdere mensen gedeeld worden. En dat kan bij een drukbezocht evenement een heel lange (data)file worden waarin je terechtkomt.
Ongemerkt overschakelen
Zo kunnen er op drukke evenementen als Koningsdag door de verschillende providers Wi-Fi-netwerken worden opgezet om het telefoonnetwerk te ontlasten. Klanten merken er niets van dat hun cellulaire connecties gedetecteerd en overgezet worden op een Wi-Fi-netwerk en dat hoeven ze ook niet te merken. Bij voorkeur niet zelfs, want zo’n offload moet voor de gebruiker ongemerkt gebeuren. Voor de providers snijdt het mes aan twee kanten: ze kunnen de beloofde connectiviteit via 3G/4G blijven bieden, terwijl ze hun klanten gewoon voor gemaakte minuten en verbruikte data kunnen blijven belasten.
Ook voor Wi-Fi zelf geldt dat we naar steeds slimmere oplossingen moeten gaan kijken. In tegenstelling tot 3G/4G zijn het hier niet zozeer de kosten die in toenemende mate een probleem vormen, maar wel het opeenhopen van de netwerken op sommige plekken. Dat schetste ik al in mijn column van vorige maand, maar het wordt steeds vaker een issue dat bedrijven tijdens een evenement goed Wi-Fi-bereik willen bieden, maar dat dit door de vele zenders in de lucht een lastige zaak wordt.
Steek de kopp…stekkers bij elkaar
Samen met de Wi-Fi-offloading die providers toepassen, zou het daardoor kunnen zijn dat een event-locatie als de RAI vijf krachtige Wi-Fi-zenders naast elkaar heeft hangen, die van KPN, Vodafone, T-Mobile, de RAI zelf en het evenement zelf. Een idiote situatie natuurlijk, als je bedenkt hoeveel beter het netwerk zou zijn als genoemde netwerken gebundeld zouden worden en elkaars access points gebruiken. Dat hoort dan ook te gebeuren. Locatiebeheerders kunnen bezoekers door zo’n koppeling niet alleen de best mogelijke Wi-Fi bieden, ze kunnen ook aan de verbinding gaan verdienen.
Stel dat een congrescentrum voor één WiFi-oplossing kiest, dan kan het, via virtuele lan’s en QoS-organisatoren, tariferen naar gebruik en organisatoren alsnog eigen SSID-namen laten gebruiken in plaats van een generieke naam voor het netwerk. Het maakt dat providers op eventlocaties elk hun eigen hotspots kunnen houden, zonder zelf veel te investeren in kostbare infrastructuur en dat de organisator van een evenement niet met de eigen spullen hoeft te slepen. Je ziet dat dit type constructies ook binnen de hotelbranche via diensten aangeboden wordt.
Niet alleen winst voor de leveranciers, juist niet!
Innovaties als Hotspot 2.0 zijn zowel voor de carrier als de gebruiker een uitkomst. Door vaker Wi-Fi in te zetten als back-up technologie voor 3G/4G, besparen carriers kosten en kunnen zij hoogwaardige diensten blijven leveren tijdens evenementen. En gebruikers profiteren niet alleen van de kwalitatief betere dienstverlening – iedereen weet hoe lastig het kan zijn om in drukke omgevingen naar (vrij) toegankelijke netwerken te zoeken en via portals in te loggen. Dat kan nu ondervangen worden. Door goed te blijven kijken naar waar de verschillende technologieën voor communicatie sterk in zijn, is voor elke situatie wel een oplossing te vinden. Ook als het echt heel druk wordt.