In 1999 is bij het UMC St. Radboud in Nijmegen een grootschalig en langdurig renovatie- en nieuwbouwplan in actie gezet dat tot 2020 zal lopen. Voor de ict-afdeling lag er de uitdaging om een computernetwerkinfrastructuur op fysiek niveau te implementeren voor de komende 21 jaar.
In 1999 stelde het UMC vast dat zijn op ’token ring’ gebaseerde netwerkinfrastructuur verouderd was. “We waren toe aan een nieuwe generatie en we hebben daarbij hoog ingezet”, zegt Jan Driessen, directeur staf informatievoorziening van het UMC St. Radboud. “Onze plannen voor een nieuw netwerk werden aangejaagd door het renovatie- en uitbreidingsplan voor bijna alle gebouwen op de UMC-campus.”
De eerste fase van het nieuwbouwplan bestond uit het realiseren van een klinisch onderwijscentrum, de medische bibliotheek en pc-zalen voor computerondersteund onderwijs. Daarnaast zijn twee onderzoeksinstituten gebouwd: de ‘researchtoren’, waar onderzoek op het vlak van biochemie en dna gedaan wordt, en het FC Donders Instituut, waar cognitieve ‘neuro-imaging’ wordt uitgevoerd in samenwerking met het Max Planck Instituut. De komende jaren zullen op het terrein van het UMC nog zeker tien nieuwe gebouwen verrijzen.
Wei-concept
Ict-dienstverlener Vosko Networking werd door het UMC benaderd om een geheel nieuwe netwerkomgeving aan te leggen. “Omdat de netwerkinfrastructuur voor de lange termijn geïmplementeerd werd, stelden we bewezen technologie, hoge bandbreedte en open standaarden als voorwaarden”, aldus Driessen. Dit laatste was vooral van belang vanwege de verwachte evolutie van applicaties en diensten die gebruik maken van het netwerk. Een uitgangspunt was bijvoorbeeld dat één aansluitpunt geschikt moest zijn voor zowel spraak- als datacommunicatie.
Een ander voorbeeld van deze evolutie is de ontwikkeling van internettechnologie, die het UMC inmiddels inzet om applicaties op de cliëntcomputers af te leveren. In 1999 was XML nog onvoldoende ontwikkeld, waardoor webgebaseerde applicaties niet mogelijk waren. Dankzij de open standaarden gaan de webgebaseerde applicaties nu echter probleemloos over het netwerk. “Onze netwerkomgeving is niet server-gebaseerd, maar opgebouwd vanuit het wei-concept, wat staat voor ‘webenabled’ integratie”, legt Driessen uit. “We willen zware cliëntcomputers omzeilen, want met achtduizend werkplekken is dat onmogelijk te beheren. Het wei-concept betekent dat onze werkplekken voorzien kunnen worden van lichte clients die via een webbrowser toegang hebben tot de applicaties op de centrale servers. In 1999 was het gedachtegoed nog om grote systemen te implementeren, zoals TDS7000 van Eclipsys en dat van Torex-Hiscom. Nu is XML de laag over het hele applicatie-afleversysteem.”
Glasvezel
Een andere technologie die in 1999 nog niet tot volle wasdom was gekomen, is gigabit ethernet. De voorwaarde om bewezen technologie te gebruiken vereiste daarom dat gekozen werd voor een atm-netwerk van 3Com. “Het netwerk moest ook geschikt zijn voor het uitwisselen van röntgenfoto’s, waar veel bandbreedte voor nodig is”, zegt Driessen. “Tot onze verrassing staakte 3Com echter een half jaar na het begin van de implementatie zijn activiteiten op het gebied van bedrijfsnetwerken. Voor ons betekende dit dat we weer helemaal opnieuw moesten beginnen.”
Tegen de tijd dat alle contractuele gevolgen van 3Com’s beslissing uitgezocht en opgelost waren, was gigabit ethernet ook een ‘bewezen technologie’. Vosko verruilde daarom de 3Com-apparatuur voor Cisco-producten en het ‘gigabit ethernet over glasvezel’-netwerk bij het UMC werd een feit. “Alles is uitgevoerd met glasvezelkabels tot aan verdiepingen in een gebouw”, aldus Driessen. Vosko startte in 2000 en medio 2002 kon het oude netwerk, dat omwille van de continuïteit in stand gehouden was, verwijderd worden.
Sindsdien heeft het UMC een van de belangrijkste doelen van zijn netwerkvernieuwing behaald: het medisch centrum is geheel ‘filmloos’ geworden. Alle röntgenfoto’s zijn nu digitaal opgeslagen en beschikbaar voor artsen en patiënten. “Het feit dat we geen films meer maken van alle röntgenfoto’s bespaart ons vijftienduizend euro per week aan kwik”, vertelt Driessen. “Die kostenbesparingen kunnen we in het netwerk herinvesteren.”
Het terugverdienen van de investeringen is echter van minder belang bij de implementatie. “We kijken niet primair naar terugverdientijd en economische levensduur”, zegt Driessen. “We willen en moeten digitaal gaan en het is voor onze begrippen weliswaar een megaproject geweest, maar het is vlekkeloos verlopen. Dat is in dit geval belangrijker dan ‘return on investment’; het is een strategische beslissing.”
Toekomstmuziek
Voip (voice over ip) is nog toekomstmuziek, maar wanneer de technologie even betrouwbaar is als traditionele telefonie, zal hij bij het UMC geïmplementeerd worden, belooft Driessen. “Men accepteert het nu eenmaal niet dat een telefoonnetwerk tegelijk met het datanetwerk uit de lucht gaat. Overigens is ons netwerk inmiddels al anderhalf jaar actief zonder haperen, dus het gaat de goede kant op.” Het UMC is wel in samenwerking met de Katholieke Universiteit Nijmegen een pilot-project gestart rond voip dat in mei 2004 afgerond wordt.
Het UMC zal bovendien een digitaal patiëntenservicesysteem (pss) implementeren. “We gaan betaaltelevisie, radio, betaal- en infovideo, internet en elektronische patiëntendossiers bij de patiënt aan bed aanbieden”, legt Driessen uit. In april 2005 wordt het nieuwe verpleeggebouw opgeleverd. Het doel is om pss daar geïmplementeerd te hebben.
Deze evolutie van applicaties en diensten zal steeds meer eisen stellen aan het netwerk, weet ook Driessen: “We hebben een ‘quality of service’-dienst en ‘multicasting services’ opgezet om de beschikbaarheid van het netwerk te waarborgen.”< BR>