Alleen de staat Massachusetts zet het hoger beroep door tegen de schikking van Microsoft en Justitie in de geruchtmakende antitrustzaak. Vorige week gaf de laatste medestrijder, West-Virginia, zijn streven naar strengere strafmaatregelen op.
Afgevaardigden van de twee resterende dissidente staten zouden afgelopen woensdag overleg hebben met Microsoft en het Amerikaanse ministerie van Justitie. West-Virginia heeft echter een eigen schikking getroffen met de softwareleverancier. Deze omvat ook het schrappen van enkele andere rechtszaken op staatsniveau tegen de Windows-leverancier.
Van twintig naar één Oorspronkelijk hadden twintig staten zich bij Justitie gevoegd in de antitrustzaak tegen Microsoft. Gedurende het langlopende proces zijn er twee afgevallen. Uiteindelijk hebben Justitie en negen staten een schikking bereikt. De negen overige staten vonden de strafmaatregelen te mild, maar zijn grotendeels overstag gegaan na enkele wijzigingen in het schikkingsvoorstel. |
Scholenschikkingen
Microsoft-topman Brad Smith zegt dat het nu getroffen akkoord vergelijkbaar is met de schikkingen die het bedrijf trof in Californië en Florida. Daar liepen private antitrustzaken in navolging van de schuldigverklaring door rechter Thomas Penfield Jackson. De aanklacht in die zaken was dat consumenten teveel betaald zouden hebben voor Microsoft-producten. Na enige ophef over illegale marktverovering is daar geschikt met vrijelijk besteedbare ict-tegoedbonnen.
Eerder hadden West-Virginia en Massachusetts nog flinke kritiek op de schikkingen voor geld die andere staten en private aanklagers hadden getroffen. "Het volstaat niet tegen iemand te zeggen dat hij niet opnieuw de fout in mag gaan. Er zijn striktere maatregelen nodig", verklaarden de twee staten begin vorige maand nog in documenten aan de rechtbank. West-Virginia laat dit standpunt nu varen.
"Massachusetts staat nog altijd achter dit hoger beroep en we zullen het doorzetten", verklaart een woordvoerder van hoofdofficier van Justitie Tom Reilly van de overgebleven staat. De hoorzittingen voor het hoger beroep beginnen op 4 november.< BR>