Het is de regering veel aan gelegen om het imago van het Nederlandse onderwijs op te poetsen. Daarom wordt extra geld vrijgemaakt om de brede inzet van informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs te stimuleren.
Volgens het kabinet kan de kwaliteit van het onderwijs door de vernieuwende kracht van ict ingrijpend worden verbeterd. Na de fase waarin computers op de scholen zijn geplaatst, zittenwe nu in het stadium van ‘leren met ict’. Het kabinet vindt dat het middel ict de komende tijd moet worden benut om de gewenste innovatie van het onderwijs vorm te geven. Extra geld wordt beschikbaar gesteld om de knelpunten weg te nemen, die een bredere inzet van informatie- en communicatie technologie in het onderwijsproces belemmeren.
Om de scholen gelegenheid te geven tot investeringen in ict verstrekt het ministerie een bijdrage per leerling. Daar zit ook geld bij voor de inrichting van een internetvoorziening. Vanaf 2004 is in totaal 70 miljoen euro per jaar gereserveerd voor de internetvoorziening van het primair en voortgezet onderwijs. Scholen moeten straks zelf hun internettoegang en -diensten gaan inkopen.
Kennisinnovatie
Daarnaast wordt incidenteel 22 miljoen euro uitgetrokken voor innovatieprojecten ict. Er komt een platform voor kennisinnovatie. Ook wordt een wedstrijd uitgeschreven voor innovatieve ict-projecten. Het gaat hier om de uitbouw van expertise over de wijze waarop ict kan bijdragen aan de gewenste innovatie van het onderwijs. Tenslotte komt er een apart potje voor innovaties binnen de beroepskolom.
Alle scholen voor het voortgezet onderwijs moeten in 2005 een snelle breedband-verbinding met internet hebben. Het ministerie van Onderwijs heeft zich dat tot doel gesteld. Op deze manier wil het departement bijdragen aan de ambities van Nederland op gebied van de kenniseconomie.
Scholen in gebieden waar geen Adsl of kabel beschikbaar is, krijgen tijdelijk extra geld. In het verlengde van het Actieprogramma Breedband worden bovendien initiatieven ondersteund gericht op het verbeteren van de regionale infrastructuur.
De scholen mogen met ingang van het nieuwe jaar zelf beslissen via welke provider de toegang tot internet wordt geregeld. 9000 onderwijsinstellingen krijgen vanaf die datum meer ruimte en bestedingsvrijheid bij het inrichten van hun internetvoorziening.
Kritiek
Zoals bekend is eind vorig jaar besloten het centrale contract met nl.tree op te zeggen. De huidige leverancier van de onderwijs-internetdiensten krijgt veel kritiek. Bovendien lopen de behoeften van de scholen sterk uiteen.
Een beperkt aantal centrale voorzieningen blijft gehandhaafd. De minister vindt het niet wenselijk in één keer van een geheel centraal georganiseerde voorziening over te gaan naar een situatie waarin niets centraal is geregeld. Educatieve ‘content’ en diensten moeten toegankelijk zijn voor het onderwijs. Daarnaast hebben met name de kleine scholen in het primair onderwijs behoefte aan ondersteuning bij het maken van keuzes. Zo wordt gewerkt aan een kwaliteitsregeling voor internetaanbieders. Voor advies en ondersteuning komt er een helpdesk. Tot slot is een content- en dienstenplatform voor onderwijsinstellingen in voorbereiding. < BR>