Belasting heffen in de informatiemaatschappij wordt een steeds prangender probleem. Ook de Tweede Kamer begint dit nu in te zien. De overheid trekt bij de elektronische handel via Internet in ieder geval aan het kortste eind.
PvdA-kamerlid en hoogleraar economie Van der Ploeg vraagt zich bij de financiële beschouwingen over de begroting dan ook af wat de Staat gaat doen om het verlies aan BTW-inkomsten te compenseren. De Maastrichtse econoom Luc Soete, adviseur van de Europese Commissie, gaat nog een stap verder. Hij pleit ervoor de grondslag van de belastingheffing in één keer van de negentiende in de eenentwintigste eeuw te tillen. Een verkennend onderzoek in de wereld van de bit-tax en de transmissiebelasting.
In de tijd van Adam Smith vormde de rijkdom van de naties een functie van de arbeidsverdeling en de reikwijdte van de markt. Vandaag is de nieuwe rijkdom een functie van de informatie- en communicatietechnologieën. De triljoenen digitale bits die door de wereldwijde netwerken worden gezonden, zijn de fysieke en elektronische manifestatie van al de transacties, conversaties, audio- en videoboodschappen en programma’s die samen de grondstoffen van de nieuwe economie vormen." Zo schreven de Canadese economen Cordell en Ide in een publicatie voor een bijeenkomst van de Club van Rome in 1994. Ze lieten het niet bij deze constatering, maar redeneerden dat de belastingstructuren van de industriële wereld niet langer bruikbaar zijn in de huidige maatschappij.
Er moet een nieuwe belasting komen, luidde hun devies. Dat moet een vorm van belasting zijn die beantwoordt aan de sociale eisen van de maatschappij en die toepasbaar is op de nieuwe producten. In de industriële maatschappij ging het altijd om fysieke goederen. De belangrijkste producten in de informatiemaatschappij zijn echter informatie en informatie-overdracht. Deze producten nemen geen tastbare vorm aan en zijn nauwelijks meetbaar, behalve als bits door een telefoonlijn. De nieuwe rijkdom, zoals Cordell en Ide het noemen, zou belast moeten worden omdat niet de hele maatschappij er de vruchten van plukt. Op het moment wordt er niets of een paar cent BTW betaald, bij een overdracht van documenten van duizenden pagina’s of hele programma’s. Er vindt dus geen evenredige herverdeling plaats, en de voordelen van de moderne technologie tonen zich dan ook nauwelijks in statistieken. Dit is de zogenoemde paradox van Solow. Deze econoom riep een keer uit: "Overal om ons heen zien we computers, behalve in de productiviteitsstatistieken!"
Heffing op transmissie
Deze ideeën vonden gehoor bij de Vlaamse econoom Luc Soete, directeur van het Merit (Maastricht Economic Research Unit on Information and Technology). Als voorzitter van de High Level Group of Experts, publiceerde hij in januari 1996 de eerste beschouwingen van een rapport voor de Europese Unie over de moderne informatiemaatschappij. In dit document werd de invoering van een bit tax geopperd: een belasting op elektronische transmissie via Internet. Misschien had Soete beter van dit heiligdom kunnen afblijven. De hele wereld viel over hem heen en hij werd overladen met e-mails van Internet-fanaten, die zonder remmingen al hun grieven eruit gooiden. Ook de reacties uit het bedrijfsleven waren zeer negatief. Onuitvoerbaar en ongegrond luidde de algemene opinie. Luc Soete zelf was niet al te zeer geschokt. Nooit bekroop hem het gevoel dat hij zich de woede van miljoenen Internet-gebruikers had moeten besparen: "Ik heb wel een dikke huid wat dat betreft".
In april publiceerde de groep deskundigen het eindrapport. Het document is korter dan de eerste beschouwingen, maar de ‘bit tax’ is gebleven. Dit is vooral te danken aan de inspanningen van Luc Soete, die de belasting tegen aanvallen uit vele hoeken heeft verdedigd. Toch zijn de protestkreten nog niet weggestorven. Het is zeer de vraag of de nieuwe belasting er ooit zal komen; wat Soete aangaat is dit ook niet noodzakelijk. "Ik kom tot mijn bit-belasting als laatste uitweg. Wat men constant verkeerd begrijpt in de kritiek waarmee ik ben overladen is het volgende: het verhaal gaat niet uit van een bit-belasting als een doel op zich. Het verhaal begint met de grote erosie van belastinginkomsten. Deze erosie geldt voor belasting op kapitaal, maar ook de belasting op arbeid wordt niet ontzien."
Soete volgt dus een andere redenering dan Cordell en Ide. Hij gaat uit van de praktijk en daaruit blijkt dat de overheden tegenwoordig steeds meer moeite hebben om in hun belastinginkomsten te voorzien. Naarmate de economische integratie groeit, krijgen bedrijven steeds vaker de mogelijkheid om landen met hoge belasting op arbeid te ontvluchten. De telecommunicatiegigant Ericsson heeft meerdere malen overwogen Zweden te verlaten vanwege de hoge loonkosten. Een ander voorbeeld voor deze ontwikkeling is het ontstaan van een heuse silicon valley in Bangalore, India, waar arbeid goedkoop is. Het is omgekeerd ook zo dat hooggeschoolden mobiel genoeg zijn om te emigreren naar landen met een beter loonklimaat. "De laaggeschoolden vormen nu de basis voor het heffen van belasting op arbeid. En dat heeft natuurlijk een zeer negatief effect."
Inklaring van bits
Ook op het niveau van de consumptiebelastingen, zoals de BTW, vindt erosie plaats. In feite is de uitholling van de BTW een verhaal apart, maar Internet speelt wel de hoofdrol in dat verhaal. Via Internet kan de consument optimaal profiteren van de globalisering van de handel en de BTW omzeilen. "De normale belastinginner is de verkopende intermediair, maar deze is verdwenen. Om dit probleem op te lossen moet je zoeken naar nieuwe intermediairs." Soete benadrukt dat er niet veel mogelijkheden zijn.
"De eerste optie is te zeggen: verschuif alles naar de oorsprong: de belastingontvanger wordt dan de persoon die het product afgeeft. Binnen Europa zelf was dit in feite de richting waarin men wilde gaan, maar dit systeem vereist een strakke administratie. Ik denk dat het onhaalbaar is." Ook kan de belasting helemaal aan het eind worden geheven: bij de consument die dan de verplichting heeft om de BTW zelf aan te geven. Bij gebrek aan een controlemiddel lijkt ook deze optie niet erg realistisch.
Omdat deze regelingen niet werken, dient te worden gezocht naar echte tussenpersonen bij de transactie. "Bij het aanschaffen van fysieke goederen is er uiteraard nog een intermediair, dat is de persoon die het product vervoert. Wanneer hij de grens passeert moet deze formeel het product inklaren. De douane zou dan een nieuwe rol moeten krijgen en bij het inklaren de BTW kunnen heffen. Ook dit lijkt me niet reëel. Als je bedenkt dat iedereen via Internet kleine producten bestelt die in pakjes worden aangeleverd, dan moet de douane al die pakjes gaan openen en klaren." Onlangs werd de Nederlandse PTT gevraagd om verdachte pakjes uit het buitenland te openen omdat er wellicht CD’s of andere via Internet bestelde goederen inzaten. Zij voldeed uiteraard maar mondjesmaat aan deze oproep.
Bank als belastinginner
Het downloaden van gekochte producten, wat nu nog zeldzaam is maar in de toekomst aan de orde van de dag zal zijn, stelt weer nieuwe problemen. Dan verdwijnt ook de vervoerder en er blijven niet veel tussenpersonen over. "Je zou je kunnen voorstellen dat de persoon die de financiële transactie regelt in dezen verantwoordelijk wordt voor het heffen van de BTW. Bijvoorbeeld als je aankopen doet met een creditcard, dan is de creditcard-maatschappij de inner van de BTW. Dit is al een realistischere richting, maar er is eendracht in de bankwereld voor nodig." Soete ziet de banken wel als de belastinginners van de toekomst en hij denkt daarbij ook aan de Tobin-belasting. Deze belasting op speculaties op de financiële markten werd geopperd door de Nobelprijswinnaar voor de economie van 1981. De Tobin-tax wordt door veel economen beschouwd als een mogelijke pijler van een nieuw belastingstelsel, net als de ‘bit tax’.
Voordat het bankwezen zal veranderen in een trouwe vazal van de belastingdienst, is er nog een lange weg te gaan. Daarom moet er eerst naar praktische oplossingen worden gezocht, maar Soete benadrukt dat die er bijna niet zijn. Het is een interessant idee om de BTW te innen met een verplicht betalingsmiddel voor Internet-commercie. "Iedereen moet dan betalen met een financieel betaalmiddel, waarin al een heffing schuilgaat." Soete betwijfelt of dit doenlijk is en wijst erop dat er bij handel via Internet nog een andere intermediair is: de overbrenger van informatie, de Internet-provider. Iedereen zou belast kunnen worden voor het aantal bits dat de provider aan hem verzendt en van hem ontvangt. Zo komen we uiteindelijk bij de ‘bit tax’. In wezen is het een technische oplossing voor een kinderziekte van de nieuwe maatschappij.
Verschuiving belastingdruk
Behalve de ontduiking van de BTW zijn er ook andere economische argumenten om de ‘bit tax’ in te voeren. "Binnen de loonkosten zijn de sociale lasten continu gestegen. Als de cijfers van de bruto- en nettolonen in 1950 en nu worden vergeleken valt direct op dat het nettoloon sterk is gestegen, maar het brutoloon nog veel meer." De wig is dus verder vergroot en uit belastingstatistieken van westerse landen valt ook af te lezen dat de inkomstenbelasting een steeds groter aandeel heeft verworven binnen de belastinggelden.
"De koppeling van sociale lasten aan loon brengt een zeer zware ondergraving van de werkgelegenheid voort. Er doen al lange tijd ideeën de ronde om hier iets aan te doen, en meestal houden deze een verschuiving van belasting in, van arbeid naar consumptie; of dat nu milieubelastingen zijn, consumptiebelastingen, accijnzen of andere belastingen. In elk geval moet er veel meer in die richting worden gedacht dan aan belasting op arbeid." In Europa zijn deze ideeën gemeengoed. Niet alleen vanwege de belastingerosie en de wig tussen de bruto loonkosten en het netto loon, maar ook vanwege de te geringe besparingen. Staatssecretaris Vermeend kondigde begin mei aan de inkomstenbelasting te willen verlagen en andere belastingen in te voeren of te verhogen. Volgens Soete zou de nieuwe bit-belasting in de toekomst een rol moeten spelen in deze verschuiving.
Er zijn dus goede economische gronden voor het invoeren van een nieuwe belasting op informatie en informatie-overdracht, maar is het wel juist om iets onbeduidends als een bit te belasten? De belasting heeft namelijk geen enkele relatie met de waarde van de geleverde dienst. Dit is een heikel punt, want in principe betaalt de consument bij aankoop van een product een bedrag dat de waarde ervan weerspiegelt en over dit bedrag wordt dan weer BTW geheven.
Soete legt uit dat er nu al uitzonderingen op dit principe bestaan. "Op het ogenblik is het bij telefoongesprekken een conventie dat de waarde van een gesprek een functie is van de tijd waarin men spreekt, vermenigvuldigd met een variabele van afstand. Bij radio en televisie is de waarde van wat je toegeleverd krijgt niet gebonden aan het aantal uren dat je kijkt. Je betaalt daar gewoon ‘access charges’, zoals ook gebeurt bij lokale telefoongesprekken. Er zijn dus verschillende systemen: een communicatiesysteem van persoon tot persoon dat werkt met ‘user based pricing’, en een omroepsysteem dat werkt met ‘access charges’. Die twee systemen schuiven in elkaar, en Internet is een karikatuur van deze ontwikkeling. Ik wil nu beredeneren dat men op een aantal gebieden eventueel kan overgaan op een soort belasting waarbij men toegeeft dat er geen relatie bestaat met de waarde. De intensiteit van de communicatie wordt dan belast."
Sociaal-moralistische redenering
Critici betwijfelen ook of de belasting technisch uitvoerbaar is. Soete: "Ik ben geen technicus, dus ik kan hier niet veel over zeggen. In wezen ligt alle informatie ergens in een netwerk en gaat het om het opslaan ervan." Cordell en Ide gaan er ook van uit dat er een bruikbaar belastingsysteem te maken is aan de hand van bestaande software. Veel Internet-providers meten nu de tijd die een klant op het net doorbrengt, dus er zouden slechts enige aanpassingen nodig zijn aan hun systemen, redeneerden zij. Windows 95 registreert overigens al automatisch hoeveel bits er worden verzonden of ontvangen, wanneer er via het modem wordt gecommuniceerd.
Ondanks deze zonnige vooruitzichten zijn er nog steeds weinig positieve geluiden te horen over de ‘bit tax’. Kort na de publicatie van het uiteindelijke rapport van de commissie van deskundigen kreeg Soete van het directoraat-generaal voor telecommunicatie de mededeling dat de ‘bit tax’ onmiddellijk dient te worden verworpen. De scherpste kritiek besloeg vier punten, waarbij het directoraat niet uitblonk in originaliteit. Volgens de analyse van het directoraat zou de belasting niet uitvoerbaar zijn, ontweken worden, de vraag naar laaggeprijsde goederen vervormen, en kan een belasting van gegevensoverdracht op grond van kwantiteit in plaats van waarde niet door de beugel. Tijdens een conferentie aan de Harvard University kreeg Soete ook de wind van voren. Jeanne Goulet, verantwoordelijk voor de belastingen bij IBM, sabelde zijn voorstel neer als een sociaal-moralistische redenering, en voegde eraan toe dat de ‘bit tax’ wellicht de droom is van alle bureaucraten maar technisch niet uitvoerbaar zal blijken.
Sociale lasten verminderen
Al deze reacties zijn best begrijpelijk. Tenslotte willen de Verenigde Staten en de Europese Unie het gebruik van Internet aanmoedigen en de ontwikkeling van de Internet-commercie stimuleren. Ook worden bedrijven niet graag geconfronteerd met nieuwe belastingen. Maar volgens Soete zou de invoering van deze belasting de informatiemaatschappij en de bedrijven alleen maar ten goede komen. In zijn verdediging van de ‘bit tax’, die hij in juli 1996 publiceerde, geeft Soete enige voorbeelden van de opbrengst van het communicatieverkeer. Het blijkt dat een geringe belasting – die in het geval van Hewlett-Packard neerkomt op minder dan 1 procent van de winst – de mogelijkheid biedt de inkomstenbelasting sterk te verlagen, zodat de loonkosten voor de bedrijven dalen. "Mijn punt is ook dat het een consumptiebelasting is, en geen bedrijvenbelasting. Deze belasting wordt uiteraard ook geheven op de interne consumptie binnen bedrijven, dus op gegevensoverdracht via een intranet, maar eveneens teruggekoppeld in de economie naar de bedrijven door de sociale lasten te verminderen."
Ook heerst er nog een ander misverstand over de ‘bit tax’. Het gaat niet om een bijkomende belasting, want dan zou elke Internet-surfer eerst BTW betalen over de telefoonrekening en vervolgens aangeslagen worden voor het aantal verzonden en ontvangen bits. Van dubbele belasting zal geen sprake zijn. Het idee is namelijk dat de BTW bij communicatieverkeer geheel wordt vervangen door een transmissiebelasting. Bij gewoon telefoonverkeer zal de belasting ongeveer op het niveau van de BTW liggen of lager, bij intensief verkeer, zoals communicatie per fax of modem is de heffing beduidend hoger, maar nog steeds zeer gering. "Mijn voorstel is dan ook: maak het hele Internet belastingvrij en hef dan een lage transmissiebelasting, die juist zal leiden tot een veel hoger gebruik van de nieuwe diensten, omdat je die BTW niet meer op een kunstmatige manier probeert in te voeren."
Gevolgen voor de IT-sector
Wat voor gevolgen de ‘bit tax’ specifiek voor de IT-sector zal hebben, kan Soete nu nog niet zeggen, maar hij houdt zich er wel mee bezig. "De vraag is hoe de bit-belasting de concurrentie ondergraaft en in hoeverre de belasting leidt tot een afname van het verkeer. We zijn bezig met een project waarin de mogelijke effecten worden gesimuleerd." Het project verkeert nog in een pril stadium en het is nog te vroeg om conclusies te trekken. Wel staat het buiten kijf dat bepaalde diensten duurder zullen worden. "Het is dan de vraag hoe prijselastisch de aangeboden diensten zijn. Het is dezelfde kwestie als bij een verhoging van de benzineprijs: blijft de auto populair, of wordt hij aan de kant gezet vanwege de kostenstijging."
Soete kan wel iedere websurfer geruststellen die bang is dat een ‘bit tax’ Internet de das om zal doen. Evenals de IT-sector staat de telecommunicatiesector namelijk niet te springen om een bit-belasting. Gevreesd wordt dat de ‘bit tax’ de telecombedrijven alle lust zal ontnemen om te investeren in de digitale infrastructuur. Soete is het ermee eens dat dit hoogst onwenselijk zou zijn. "De inkomsten van een dergelijke belasting zijn daarom in feite geoormerkt om de infrastructuur te verbeteren."
Zuiver economische motieven
Alle goede bedoelingen ten spijt staat Luc Soete nog heel wat kritiek, woede en cynisme te wachten. Belasting is al geen populair onderwerp, en in combinatie met Internet vormt het een gevaarlijk explosief. Ondertussen probeert de Vlaamse econoom uit te leggen dat hij niet Internet wil beschadigen, maar dat hij handelt vanuit zuiver economische motieven. Net als Cordell, Tobin en veel andere economen is hij overtuigd van het feit dat er veranderingen in het belastingstelsel nodig zijn. Welke veranderingen, is in principe een open vraag.
Li Riemersma, freelance medewerker Computable