Multimedia-bedrijven scheppen nieuwe werkgelegenheid, die het verlies aan arbeidsplaatsen in de grafische industrie compenseert. Maar voor werknemers in deze bedrijfstak die hun baan verliezen, zijn de vooruitzichten op een functie in de nieuwe multimedia-bedrijven uitgesproken slecht.
Voor een deel komt dit door het falende grafische onderwijs, dat aan een grondige vernieuwing toe is. Deze scholen leiden op voor kwalificaties die niet worden gevraagd. Daarentegen schieten ze qua niveau en vakkenpakket tekort voor functiekwalificaties waaraan in de multimedia-productie wel behoefte bestaat. Dit concludeerde dr Peter Leisink, arbeidsmarktdeskundige (Universiteit Utrecht), vorige week donderdag tijdens een congres van de vakbond FNV Kiem.
Centraal tijdens dit congres stonden de verschuivingen in de wereld van multimedia, telecommunicatie en distributie. Deze veranderingen hebben weer grote gevolgen voor de kunsten, informatie en media, het werkterrein van FNV Kiem. De vier bonden die samenwerken in Kiem, stuiten op het steeds meer in elkaar vloeien van tot voor kort aparte activiteiten. Traditioneel gescheiden sectoren convergeren tot een informatie- en communicatie-industrie.
Dr Leisink wees op cijfers uit Duitsland waar het verlies aan banen bij de gedrukte media zelfs geheel wordt goedgemaakt door de banengroei bij de elektronische publicaties. Hij neemt aan dat in Nederland hetzelfde staat te gebeuren.
Hogere beroepsopleiding
Macro-economisch zijn er nauwelijks problemen, maar op het niveau van de individuele werknemer wel. De kwalificatie-eisen verschillen sterk. Zowel voor de meest conceptuele als technische functies wordt een initiële opleiding op ten minste hbo-niveau gevraagd. Dit heeft te maken met de complexiteit van de systemen, die abstract denken vereist. Ook moet men kunnen werken in teamverband en klantgericht kunnen handelen.
Volgens Leisink betekent dit dat werknemers met uitsluitend een grafische opleiding qua niveau en informatica-kennis tekortschieten. En: "De vraag is ook of de grafische lycea met de nieuwe beroepsopleiding ‘multimedia vormgever’ een kwalificatie bieden die overeenkomt met wat op de arbeidsmarkt wordt gevraagd." Software-fabrikanten als Macromedia en Adobe weten dat maar weinig gebruikers uit de grafische hoek komen. De meeste gebruikers komen uit de hoek van de audiovisuele media en de televisie.
Vernieuwing
Leisink pleit voor een grondige vernieuwing van het grafisch onderwijs, vooral met het oog op het type werkgelegenheid bij het elektronisch uitgeven. Hij wees op de ernst van de situatie. Volgens hem moet razendsnel een discussie op gang worden gebracht over de vraag of er niet een basisfase moet komen bij de opleidingen aan grafische lycea waarin alle elementaire bouwstenen van de informatie- en communicatie-industrie aan de orde komen. Dit betekent: tekst, bewegend beeld, geluid en informatica. Vanwege de snelheid van de ontwikkelingen zou er daarna een vervolgfase moeten komen voor specialisatie volgens een duaal systeem van leren en werken.