Afkomstig uit een ver buitenland, maar in Nederland aan het werk. Hoe is dat?
Naam: | Tamara Girgenson. |
Nationaliteit: | Letse. |
Geboortedatum en -plaats: | 24 december 1954, Riga (Letland). |
Opleiding: | studeerde economie aan de Letse staatsuniversiteit, behaalde daarna haar doctoraal examen aan de landbouwacademie in Yelgava. |
In Nederland sinds: | 1992. |
Huidig beroep: | directeur van haar eigen bedrijf International Business Company en in die hoedanigheid werkzaam als regiomanager Rusland, Letland, Estland en Litouwen bij Van Aarsen Machinefabriek in Panheel. |
Hoe raakt een Letse in Nederland verzeild? "Toen ik begin jaren negentig als specialist in de veevoederindustrie een conferentie in Boedapest bezocht, heb ik een Nederlander ontmoet. We kregen een relatie, zijn getrouwd en een half jaar later ben ik naar Eindhoven gekomen. Intussen zijn we gescheiden en ben ik met mijn nieuwe vriend naar Dordrecht verhuisd. Daar heb ik mijn kantoor aan huis."
Hoe verliep de overstap naar Nederland? "Goed. Ik was hier nog maar net toen ik me al begon te vervelen; ik startte meteen mijn eigen bedrijf. Geduld om eerst de Nederlandse taal goed te leren had ik niet, dus ben ik gestart met het schrijven van artikelen voor diverse binnen- en buitenlandse vakbladen. Ik schreef de verhalen in het Engels en de opdrachtgevers vertaalden dat. Ook heb ik als consultant verschillende activiteiten ontplooid. Zo organiseerde ik bijvoorbeeld reizen naar het buitenland of trad ik op als tolk. Later heb ik voor Van Aarsen Machinefabriek een aantal rapporten geschreven over de Baltische staten. Het bedrijf, dat graag wilde exporteren naar die landen, was daarover zeer tevreden en bood me deze baan als regiomanager aan."
Wat valt u op aan de Nederlandse bedrijfscultuur? "Ik vind de zakelijke instelling van Nederland heel positief. Als iemand iets wil beginnen, is dat vaak geen probleem. Je kunt hier met steun van instanties, zoals banken, veel bereiken. Een negatief kenmerk vind ik dat de ‘support’ soms te ver gaat. Als sommige werknemers zeggen dat ze niets te doen hebben, of dat ze ziek zijn, krijgen ze evengoed geld! Ik vind dat niet goed. De overheid zou een systeem moeten ontwikkelen dat de mensen juist stimuleert om te werken."
Brengt u iets in wat een Nederlander niet zou kunnen inbrengen? "De Nederlandse veevoederindustrie zit nu in een moeilijke periode – de productie gaat omlaag en er zijn dus minder machines nodig – maar in Rusland is een grote markt. In het zakendoen met het voormalige Oostblok heb je niet alleen te maken met verschil in mentaliteit, maar moet je ook de taal kennen, contacten hebben en deskundig zijn. Ik heb al die dingen in huis. Veel mensen in Letland kennen mij nog uit de tijd dat ik bij het instituut van de veevoederindustrie in Riga en bij andere bedrijven werkte. Dat is een groot voordeel."
Wat is de volgende stap in uw carrière? "Ik zou graag nog eens mijn eigen productielijn voor de veevoederindustrie in Rusland of Letland ontwikkelen. Ik ontmoet heel sterke, maar ook zwakke directeuren in die landen. In het laatste geval lijkt het me soms beter dat ik zelf het roer in handen neem. Maar het is een idee voor de lange termijn, ik weet niet wat ervan terecht komt. Dat zien we wel."
Dorine van der Meij