Naar verluidt is nergens in de geïndustrialiseerde westerse wereld de arbeidsdeelname van ouderen zo gering als in Nederland. John Val, voorzitter van de Stichting Sonet: "Als samenleving kunnen wij, door ook ouderen weer in het arbeidsproces te betrekken, zelfs kosten besparen!" Sonet richt zich met name op deze categorie waarvoor nog te weinig wordt gedaan.
Als voorzitter van de Stichting Sonet reageer ik graag op de discussie die de heren J. Koudijs namens de Dienstenbond CNV en B. van Dijk uit Apeldoorn in gang hebben gezet (Computable, 5 september).
Stichting Sonet (sociale voorzieningen en netwerkcommunicatie) is een non-profit organisatie, in het leven geroepen door en voor bedrijfsverlaters. Zij is opgericht op 7 juni 1994 en richt zich met name op de categorie 40-plus die een positie op midden- of hoger managementniveau heeft bekleed. Een groep waarvoor nog te weinig wordt gedaan én door de werking van de arbeidsmarkt én ten gevolge van de nalatigheid van verschillende instanties.
In algemene zin kan ik de mening van bovengenoemde schrijvers ondersteunen, al is enige nuancering gewenst. Beide heren benoemen de groep 50-plussers in het algemeen met stereotypen die voor deze categorie niet positief overkomen.
De Sonet-organisatie heeft meer dan tweehonderd deelnemers, waarvan ongeveer 60 procent inmiddels werkzaam is met een arbeidscontract of als zelfstandig ondernemer in zijn onderhoud voorziet. In dit laatste geval is het voor hen belangrijk te weten welke mogelijkheden er bestaan binnen de wettelijke kaders van de ww-uitkering.
Netwerken
Binnen onze organisatie hebben wij aandacht voor het individu met diens talenten, mogelijkheden en ambities. Het gaat erom hoe werkzoekende senioren omgaan met hun situatie en tijdbesteding. Blijven zij alert en onderhouden zij hun netwerken en werken zij vooral aan nieuwe netwerken? Senioren op de arbeidsmarkt krijgen vooral werk via hun netwerken. Natuurlijk zijn onder 50-plussers ook personen die niet meer bemiddelbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Maar die zijn ook binnen andere leeftijdscategorieën te vinden.
De mogelijkheden voor een 50-plusser om na enige jaren van heroriëntatie de arbeid weer te mogen voortzetten in een nieuwe werkomgeving, heeft in belangrijke mate te maken met de bedrijfscultuur binnen de betreffende onderneming, de gemiddelde leeftijd van het personeel en soms ook de leeftijd van de directieleden. Dit is zeker van toepassing binnen de IT-industrie, waar over het algemeen de gemiddelde leeftijd nog dertig jaar is.
Speciale contracten
Ik ben het van harte eens met de heer van Dijk, als hij beweert dat de overheid kan meewerken aan het bevorderen van het in dienst nemen van ouderen met speciale arbeidscontracten. Ik zou dit willen uitbreiden naar de sociale partners. Dan is de heer Koudijs ook weer in beeld. Het probleem voor de werkgever ligt in vele gevallen namelijk niet aan de leeftijd, maar aan de financiële gevolgen van het in dienst nemen van senioren. Geef werknemer en werkgever een vangnet voor WAO, ziektewet en pensioenopbouw (probleem is vaak de backservice-regeling).
In de jaren 1991 tot 1994 heeft de externe mobiliteit van de oudere werknemer ook IT-werkgevers veel geld gekost. Bij arbeidscontracten voor onbepaalde tijd wordt, zonder vangnet, met de huidige wet- en regelgeving opnieuw een risico genomen dat de werkgevers op het ogenblik nog niet willen accepteren.
Projectmatige aanpak
Ex-werknemers opnieuw aannemen en bijscholen werkt ook naar mijn mening niet. Veelal herkennen de ex-werknemers de cultuur niet meer van het bedrijf dat zij vijf jaar geleden gedwongen moesten verlaten. Het is beter om het probleem van niet in te vullen vacatures binnen de IT-industrie herkenbaar te maken en te benoemen, om het vervolgens te bespreken in samenwerking met de sociale partners, arbeidsvoorziening, opleidingsinstituten en potentiële werkgevers. Individuele ambities vormen daarvoor de basis, ongeacht leeftijd, bijscholing, financiering en arbeidsplaats.
Dit vraagt om een projectmatige aanpak. En waar een politieke wil is, is een weg. Een beroep doen op de jonge buitenlandse IT-werknemer, kan voor de IT-werkgever op het ogenblik interessanter zijn dan kansen te scheppen voor een oudere Nederlandse werknemer. Als samenleving kunnen wij, door ook ouderen weer in het arbeidsproces te betrekken, kosten besparen op: sociale uitkeringen en gezondheidszorg om er maar eens twee te noemen. Ik spreek dan nog niet over het welzijn binnen de vele gezinnen, waar weer perspectief komt. Anders gezegd, waar mensen weer mee mogen doen met de welvaart in dit land.
Ik dank beide heren voor het aanzwengelen van deze discussie. Al meer dan drie jaar houd ik mij bezig met aandacht te vragen voor de positie van de hoger opgeleiden met ervaring in deze doelgroep.
John R. Val
voorzitter Stichting Sonet
Naschrift: Begin september maakten Overheid en VNO/NCW bekend met maatregelen en plannen te komen om de werkgelegenheid van de oudere werknemer te stimuleren. Ook het Kabinet kondigde op de Derde Dinsdag van september een nieuwe benadering aan van de problematiek rond deze ‘vergeten’ categorie. Ze zouden zelfs tot hun zeventigste moeten doorwerken. Is er hoop?
Een manifest als een sonet
Stichting Sonet (sociale voorzieningen en netwerkcommunicatie) richt een platform/omgeving in ten behoeve van haar deelnemers ter bevordering van: het uitwisselen van kennis, het verwerven van vaardigheden en het verstrekken van informatie.
De stichting begeleidt en ondersteunt bedrijfsverlaters, werkzoekenden en (startende) zelfstandige ondernemers op het gebied van zekerheid (zorg- en schadeverzekeringen en financiële diensten), bij het opzetten van een netwerk (een platform/netwerk ter bevordering van de sociale en zakelijke activiteiten) en bij de educatie (persoonlijke en zakelijke ontwikkeling).
De organisatie ondersteunt en stimuleert ‘werken aan werk’ voor het realiseren van een nieuwe economische inzet met oog voor talenten en capaciteiten van het individu en met inachtneming van politieke en maatschappelijke ontwikkelingen.
Stichting Sonet
Postbus 2358
Utrecht
Telefoon 030 297 48 68
E-mail: sonet@tref.nl