Sinds een maand pakt de stichting Spamvrij.nl ongevraagde bulkmail van Nederlandse bodem aan door namen en telefoonnummers op een website te publiceren. Samen met goede informatievoorziening en lobbywerk wil het collectief zo mailmisbruik een halt toeroepen.
"De meeste uitvoerders en opdrachtgevers van bulkmail zijn op te sporen ook al verschuilen ze zich achter schimmige namen en verzenden zij hun informatie via servers in het buitenland", zegt Rejo Zenger, één van de initiatiefnemers van de stichting. In het dagelijks leven studeert hij industrieel productontwerp aan de Haagse School. Hij ziet het ultieme communicatiemiddel internet dichtslibben door het snel groeiende spamprobleem en wil daar iets aan doen. Spamvrij.nl beperkt zijn onderzoekswerk tot Nederland, omdat informatie over Nederlandse spammers vaak goed te achterhalen is en deze beperking nodig is om niet overladen te worden door de buitenlandse spamberg.
Bedreiging
Zengers initiatief is in een stroomversnelling geraakt toen zijn website bij de internetaanbieder Hostingxs op 23 april dit jaar uit de lucht werd gehaald na een bedreiging van een met naam genoemde spammer. De volgende dag was de website bij een andere internetbedrijf ondergebracht. Zenger zegt een twintigtal aanbiedingen voor het hosten van zijn website te hebben gekregen. Diezelfde week riep Zenger samen met een aantal andere activisten de stichting Spamvrij.nl in het leven om zijn strijd tegen Nederlandse spam meer kracht bij te zetten. Verantwoordelijke bedrijven schromen er niet voor om met intimidatie protesten tegen hun activiteiten in de kiem te smoren. "Als individu krijg je vaak de bedreiging dat een bedrijfsadvocaat een juridisch procedure start. Met een stichting speelt dat minder", vult hij aan.
Journalist en schrijfster Karin Spaink, eerder al betrokken bij veel auteursrechtzaken op internet en nu ook één van de mede-initiatiefnemers van de stichting, ziet de kwalijke gevolgen van spam de laatste maanden ook sterk stijgen. "Afgezien van de enorme stroom ongevraagde e-mail die nu vijfhonderd berichten per week bedraagt, worden de bijkomende gevolgen groter." Zij kent het voorbeeld van een bedrijf uit haar directe omgeving dat van zijn internetaanbieder een ip-adres kreeg, dat daarvoor in gebruik was bij een spambedrijf. Gevolg was dat veel van het berichtenverkeer niet aankwam, omdat het onderschept werd. Daarnaast ziet zij de hulpmiddelen om met mailinglijsten zoveel mogelijk postbussen te bereiken steeds slimmer worden. "Na aanpassing van e-mailadressen op mijn website waren zij na twee dagen weer op dezelfde mailinglijsten te vinden. Dat duurde in het verleden een stuk langer", aldus Spaink. "Een uniek communicatiemedium raakt verstopt door spam. Dat maakt ons boos", vult Zenger aan.
Naast Zenger en Spaink hebben Erik Hensema en Paul Posthumus zich bij de stichting aangesloten. Hensema, in het dagelijks leven informaticus, is verantwoordelijk voor de hiërarchie van de .nl-nieuwsgroepen en vanwege deze activiteit veel betrokken bij spam. Posthumus is jurist. De stichting werkt aan de ontwikkeling van een databasesysteem waarmee spammailtjes geautomatiseerd behandeld en gearchiveerd worden. Software verzamelt informatie over eigendomsgegevens van ip-adressen via internet. De voorbeelden van spammails haalt de stichting uit Nederlandse nieuwsgroepen of krijgt het van buiten aangeleverd.
Methode
Op dit moment zijn er per dag één tot twee spamruns van Nederlandse origine, die Spamvrij.nl aan een analyse onderwerpt. Bij deze inspectie kijkt iemand vanaf welke server de mail verstuurd is, bij welke internetaanbieder deze ondergebracht is en wie de verzending uitgevoerd heeft. De belangrijkste informatie is te vinden bij de afzendergegevens van de spammail. Hier staat de keten van servers waarlangs het bericht bij zijn bestemming is aangekomen. Doordat spammers hun activiteiten proberen te maskeren door hun spam te versturen vanaf een buitenlandse server, moet bij de inspectie een hele keten van servers afgelopen worden waarlangs de mail is verstuurd. Als laatste is het ip-nummer van de bronserver te achterhalen.
Spamvrij.nl vraagt informatie over de eigenaar van dat ip-adres op bij de betrokken domeinregistratie-instantie. Dit levert de naam van de internetaanbieder op, waar de spammer serverruimte heeft gehuurd. Een ander mogelijk aanknopingspunt vormt de domeinnaam, die de spammer gebruikt om zijn bulkmail mee te versturen of hulpmiddelen via een browser aan te spreken. In de tekst van het bericht voeren dikwijls internetverwijzingen naar op internet opgeslagen informatie van de opdrachtgever. De spammer of opdrachtgever heeft een website nodig om reacties op zijn bulkmail naar toe te leiden. Ook deze informatie leidt het spoor weer via de eigendomsgegevens van de betrokken ip-nummers.
|
Spamvrij.nl publiceert alle spamruns op zijn website. Bij iedere run is te zien wie verantwoordelijk is voor de spam, welke internetaanbieder betrokken is en ook de inhoud van de e-mail is bij de informatie terug te vinden. Notoire spammers krijgen een rode kleur. Niet te traceren spammails blijven grijs. Bedrijven kunnen de beschuldiging van spam aanvechten door een klachtenprocedure te starten. "Het kan natuurlijk gebeuren dat we er naast zitten", vervolgt Zenger. "Daarom krijgen van spam beschuldigde personen en bedrijven de kans om deze aantijging aan te vechten."
Spambedrijven
Het collectief ziet de meeste Nederlandse spamruns uitgevoerd worden door professionele bedrijven die met goede internettechnieken bedrijven tegen lage kosten e-mailreclamediensten aanbieden. Een andere groep vormen computerverkopers, verzekeringsbedrijven en hypotheekverstrekkers die aan een eigen of gekocht adressenbestand hun e-mailreclame versturen. Deze groep weet het vaak niet dat het spam verstuurd en is met goede informatie en negatieve publiciteit op het rechte pad te brengen. De laatste groep die Zenger aanwijst zijn individuele personen die voor een paar tientjes een cd-rom met adressen kopen en daarmee hun reclameboodschap de wereld inslingeren. Ook zij draaien na een vermelding vaak bij, aldus Zenger.
Afgezien van direct contact met de uitvoerders van spamruns zoekt Spamvrij.nl ook contact met de internetaanbieders wiens infrastructuur gebruikt is voor een spamrun. Zij kunnen dit misbruik aanpakken door een account van een bedrijf te blokkeren als het bedrijf na een waarschuwing in herhaling valt. Volgens Zenger raakt de sector steeds meer doordrongen van de ernst van het probleem. "Sinds een maand of twee zijn veel internetaanbieders bijgedraaid en pakken ze spam actief aan."
Wetgeving
Ook de Nederlandse regelgeving moet aangepast om spam effectief aan te kunnen pakken. Spamvrij.nl wil lobbyen voor betere wetgeving in Nederland. "De politieke partijen hebben geen idee dat het probleem bestaat, laat staan dat ze weten hoe hard het misbruik groeit", zegt Spaink. Nederland volgt de Europese richtlijn voor spam, die stelt dat e-mail alleen mag als de ontvanger aangegeven heeft reclamemail van de organisatie te willen ontvangen.
Deze zogenaamde opt-in zorgt ervoor dat je op een mailinglijst komt te staan, die snel gekopieerd, doorverkocht of doorgegeven is aan een andere instantie, die het gebruikt voor zijn eigen marketingactiviteiten. De stichting pleit voor een expliciete bevestiging via een aparte e-mail. "Alleen deze confirmed opt-in is een voldoende duidelijk signaal dat de houder van een e-mailadres ook daadwerkelijk reclame-uitingen via de mail van deze organisatie op prijs stelt. Alle andere regels leiden tot misbruik", aldus Spaink. Dit punt is alleen in de wet uitermate vaag uitgewerkt, waardoor het misbruik in de hand werkt.
Voor de concrete invulling van de wet mikt de Nederlandse overheid op zelfregulering door de sector van directe marketingbedrijven. "Brancheverenigingen als de stichting Emma en Dmma willen dat graag zo houden. Maar laat je de procesindustrie ook de milieuwetten invullen? De sector heeft er veel te veel belang bij dat de regels vaag en slecht te handhaven blijven", zegt Spaink. "Uiteindelijk reguleert zo de sterkere partij de zwakkere internetters, bij wie deze collectieve stem ontbreekt.
Ondertussen schiet het overheidstoezicht op bedrijven of die zich wel aan regels houden schromelijk tekort. Zo is er geen enkele handhaving op het economisch delict dat het versturen van een e-mail met gefingeerde afzendinformatie. "Eigenlijk komt dit feit in aanmerking voor rechtsvervolging. Naast de kosten voor het ophalen van ongewenste e-mail zouden gedupeerden die dat willen via een rechtszaak vermogensschade moeten proberen te verhalen", zegt Spaink. Alleen is deze schade minimaal bij één ontvangen exemplaar en zit hem de schade veel meer in de grote hoeveelheden van spam uit verschillende bronnen, die daar elk op hun beurt op aangesproken zouden moeten worden. Dat werkt niet. Alleen afdoende wetgeving met strenge sancties kan dit probleem niet verder uit de hand laten lopen. "We hopen dat de politiek de ernst van het probleem begint in te zien", verzuchten Spaink en Zenger. < BR>