Europees opslagdirecteur Olaf Swantee van Hewlett-Packard is ondanks de economische situatie gematigd optimistisch over de vooruitzichten in zijn marktsegment. Hij ziet dit jaar al verbetering.
|
"Ten tweede is er de groeiende afhankelijkheid van digitale data. HP had eind vorig kwartaal zelf last van de Slammer-worm, die zorgde voor vertragingen en overlast. Ten derde dalen de it-budgetten. Behalve bij Geneprot en dergelijke ondernemingen; die halen hun bedrijfsgroei juist uit hun ict."
Telefonistes
Een flexibele opslaginfrastructuur alleen is niet genoeg. Volgens Swantee is ook een flexibele it-infrastructuur nodig om met groei – of krimp – te kunnen omgaan. "Daarom is er behoefte aan de combinatie van san (storage area network – red.) en nas (network area storage – red.). Telecombedrijven hadden in de jaren dertig, toen er nog gewerkt werd met operators, problemen met de groei. Als zij zouden doorgaan op de toen gebruikelijke voet, zouden ze miljoenen operators nodig hebben." Bovendien zou dan de snelheid van het verbinding leggen dramatisch laag zijn. "Die situatie geldt nu voor servers, systeembeheerders en opslagsystemen."
Opkomende technologieën, zoals virtualisatie van opslag, moeten die situatie verbeteren. De oud Compaq-topman stelt dat er veel verwarring is over virtualisatie. "Virtualisatie kan veel geld besparen, maar klanten zijn verward. De leveranciers, ook HP, hebben het niet helder uitgelegd. Je moet het vergelijken met internetbankieren: je bent onafhankelijk van de fysieke beperking, zoals kantoorlokaties en openingstijden. Wij bieden virtualisatie nu op meerdere niveaus: opslaghardware, -software en servers."
Swantee signaleert veel onderbenutting van opslag. "Vorige week heb ik gesproken met de cio van een van de grootste banken van Europa. Die bank heeft 600 terabyte aan data in een Unix-infrastructuur. De effectieve benutting daarvan ligt op 10 procent. Gemiddeld ligt de opslagbenutting in het bedrijfsleven op 30 procent. Dat percentage geldt voor Microsoft-systemen. Voor Unix ligt het op 45 procent, en voor mainframes op 60 procent."
"Onderzoeksbureau Merrill Lynch heeft daar samen met McKinsey een berekening op losgelaten, om de gemiddelde kosten per gigabyte over drie jaar uit te rekenen. Dat komt voor san uit op 0,38 dollar, en voor das (direct attached storage, dus aangesloten op servers – red.) op 0,84 dollar. Als je optimistisch uitgaat van een san-installatie, is de gemiddelde onderbenutting 70 procent maal 0,38 dollar. Bij grote bedrijven gaat het dus om miljoenen dollars."
Heterogeen
HP haalt 1,6 miljard dollar omzet uit opslag. Samen met de daaraan gerelateerde dienstverlening is de omzet 1,9 miljard. "Wij geloven in ‘alles gebruiken’; verschillende technieken plus diverse hardware plus software. Je moet niet religieus zijn. Ik haat de term ‘open’, want die gebruikt iedereen. Onze differentiatie is de combinatie van opslag en netwerken. Je moet een goed, heterogeen netwerk kunnen neerzetten. Er zijn veel spelers in de opslagmarkt die zich concentreren op een deel daarvan. Network Appliance bijvoorbeeld denkt dat nas de wereld gaat veroveren. Cisco denkt dat van opslag via ip. EMC gelooft dat tape dood is. Ze hebben het mis, daarom doen wij alles."
"Daarvoor moet je wel een bepaalde kritische massa hebben. Het kan namelijk alleen als je genoeg geld en mensen hebt voor zo’n breed bereik. Wij steken vierhonderd miljoen dollar per jaar in onderzoek en ontwikkeling van opslagtechnologie. Wij zijn één van de grootste opslagbedrijven, met een aandeel van 60 procent op de Europese markt. Daar hebben we in het tweede kwartaal in totaal 50 petabyte (50.000 terabyte – red.) aan opslagcapaciteit verkocht. Op de san-markt hebben wij een aandeel van 32 procent. We zijn niet groot in de mainframe-opslagmarkt, omdat we daar ook nooit echt computers voor hebben geleverd. IDC definieert elf verschillende deelgebieden voor opslag en HP staat bij tien daarvan op de eerste plaats."
Volgens Swantee zijn san en ‘extern’ – wat san mede omvat – de belangrijkste opslagdeelgebieden van IDC. "San heeft de toekomst, op de lange termijn; nas gaat dan op in san. Klanten willen namelijk niet meerdere, verschillende architecturen of technologieën, want dat compliceert het beheer. Er is dus één opslagarchitectuur nodig die zowel bestanden als blocks ondersteunt."
BMW
"Het economische klimaat is nog altijd slecht. Dat zorgt voor een versnelling van de standaardisatie. Een goed voorbeeld is BMW, dat concern had een opslagbenutting van 45 procent, relatief hoog, maar het wilde meer. Het ging hierbij om verschillende divisies en groepen, waaronder de fabrieken, die een beschikbaarheidsvereiste van 99,999 procent hebben."
"BMW had 45 procent benutting, want ze wilden extra capaciteit in huis hebben voor plotselinge uitschieters in de opslagbehoefte, bijvoorbeeld aan het eind van een boekjaar. BMW betaalt ons nu voor de echt gebruikte capaciteit, zonder verlies van de beschikbaarheid. We houden middels een speciale controller een buffer aan voor plotselinge extra opslagbehoefte."
"Dat is een gezamenlijk project van HP en BMW. In het contract is een gedeeld risico opgenomen; bij problemen lijden wij ook schade. Die projectaanpak, met gedeeld risico, heeft in Europa de toekomst. In de Verenigde Staten is opslaguitbesteding iets meer van de grond gekomen, daar is het wat meer geaccepteerd. Veel van de beginnende dienstverleners op dat terrein hebben nu echter Chapter 11 (bescherming tegen schuldeisers – red.) aangevraagd of zijn failliet. In Europa telt ook mee dat de verschillende landen elk eigen wetten hebben voor data-opslag, -toegang en -uitwisseling."
Terughoudend
Swantee erkent dat veel bedrijven nu niet bereid zijn geld uit te geven, ook niet om uiteindelijk besparingen te realiseren. "Veel bedrijven zien san’s als strategisch, iets voor de lange termijn. Dus kan de implementatie wel wat later gebeuren, is de opvatting. Aan de andere kant is er nu hele grote druk om veel te besparen, niet in kleine beetjes maar in een keer veel. Toch nemen veel bedrijven nog steeds een afwachtende houding aan." Dat is volgens Swantee een verkeerde aanpak. "De tijd van tco (totale eigendomskosten – red.) is voorbij. Je kon toen de aanschafkosten uitsmeren over een vage, heel lange periode. Nu willen bedrijven binnen twaalf maanden een roi (terugverdienen van de investering – red.) zien."< BR>