Applicaties voor het onderwijs staan niet bekend als de meest moderne en makkelijke applicaties. Het automatisch installeren van de applicaties door Do.IT kost daarom erg veel energie.
Do.IT wil voor het beheer en de uitrol van applicaties voor de 23 scholen van OVO Haarlem en de Noordzee Onderwijs Groep (NOG) gebruik maken van de System Management Server (SMS) van Microsoft. Dit betekent wel dat alle 768 applicaties geschikt moeten worden gemaakt, zodat ze zichzelf kunnen installeren. Dit is van groot belang omdat je anders met een cd langs honderden computers moet lopen.De applicaties moeten worden klaargezet zodat ze automatisch uitgerold kunnen worden. Daarvoor moet worden uitgezocht waar de databestanden van een applicatie staan en welke rechten nodig zijn voor de installatie van het programma. Ook moeten de beveiligingsrisico’s worden gecontroleerd. De ‘packager’ maakt een pakket van de software. Dit pakket wordt uitgerold zodra de gebruiker op de koppeling in zijn profiel klikt. Daarnaast worden sommige applicaties in één keer op honderden computers tegelijkertijd geïnstalleerd.
Drama
Het ‘packagen’ (‘verpakken’) van de onderwijsapplicaties is nog niet zo makkelijk. Packager Nils de Bruin ‘verpakt’ twee tot drie applicaties per dag. Gelukkig hoeft slechts een klein deel van de applicaties daadwerkelijk deze behandeling te ondergaan. “Twintig procent van de applicaties is gemaakt door particulieren. Het zijn vaak onderwijsinteressante programma’s met goedbedoelde achtergronden, maar ict-technisch een drama”, zegt Danny Burlage van Wortell. De Bruin: “Veel applicaties zijn alleen geschikt voor Windows 95 of Windows 98. Het zijn vaak 16-bit applicaties. Als we deze applicaties niet kunnen draaien, dan lukt het implementeren ook niet”. Een deel van de software werkt vanaf een cd-rom. Do.IT probeert deze software dan op de server te zetten, maar dat lukt niet altijd. Een ander minder specifiek probleem voor onderwijsapplicaties waar de packagers tegenaan lopen is dat sommige applicaties willen schrijven in de map C:Windows. Die rechten hebben docenten en leerlingen echter niet. Daarvoor moet ook een oplossing bedacht worden.
Geen Java-utopie
Een grote tegenvaller blijken de Java-applicaties. “Van de utopie Java komt niets terecht. Voor iedere applicatie lijkt wel een andere versie van Java nodig. Wij installeren echter niet meer dan één Java-versie”, zegt Burlage. “Zo kan het gebeuren dat specifieke pakketten alleen met oudere Java-versies overweg kunnen en vervolgens niet willen functioneren.”De ‘verpakte’ applicaties worden nog getest door het team. Dit kan niet uitvoerig, omdat de ict-medewerkers de applicaties minder goed kennen dan de docenten die ermee werken. Burlage: “Het betekent soms dat applicaties toch niet zo goed blijken te werken. Daar wordt soms wel nukkig op gereageerd”.Het lukt niet altijd om voor alle problemen een oplossing te vinden. Er wordt dan met de leverancier naar een oplossing gezocht. “Leveranciers zijn over het algemeen zeer welwillend. Vaak kennen ze het probleem en adviseren andere software. Soms moet je dat ook kopen, maar dat gaat dan vaak over tientjes”, zegt Burlage. Als het helemaal niet lukt om een oplossing te vinden voor de problemen, betekent het dat applicaties afgewezen worden. Burlage: “Dat zijn er niet zo veel. We hebben maar van zo’n twintig tot dertig applicaties besloten dat we ze niet kunnen gebruiken”.