In theorie kunnen ict-bedrijven zich vestigen waar ze willen, daar zijn ze vrij in. Dankzij de moderne technologie neemt die vestigingsvrijheid alleen maar toe. Juist deze sector zou op rationele gronden de beste locatie moeten kiezen – met als gevolg een mooie spreiding over het land, en een uittocht uit de Randstad. De adviseurs Mirjam Molenaar, Marco Sotthewes en Peter van Geffen leggen uit waarom dat niet gebeurt in de IT.
Wat is de reden dat ict-bedrijven over het algemeen een centrale locatie aanhouden in plaats van decentrale vestigingen? Hoe groot is de invloed van ict nu werkelijk op het kiezen van een locatie? Voornamelijk bedrijfsinterne factoren stellen grenzen aan decentralisatie. Het gaat allereerst om het behoud van personeel, de betrokkenheid van het personeel, de schaalgrootte van het bedrijf, bestaande huisvestingsinvesteringen en voor een deel bedrijvenpsychologie. Stuk voor stuk bedrijfsinterne redenen.
Behoud van huidig personeel betekent vaak: geen opsplitsing. De eerste reden voor beperkte decentralisatie is dat veel bedrijven op bepaalde locaties al grote aantallen mensen aan het werk hebben. Misschien is een verplaatsing van bedrijfsonderdelen naar een stad aan de andere kant van het land zelfs verstandig, omdat daar gemakkelijker nieuw personeel is te werven. Maar op de huidige locatie is nu eenmaal ook al een medewerkersbestand opgebouwd, je begint niet bij nul. En de bestaande ploeg is heel wat waard in de huidige arbeidsmarkt, want bij keuze voor verhuizing, is de kans groot dat deze medewerkers naar andere bedrijven overlopen. Complete verplaatsing van bedrijven is om deze reden zelden aan de orde; in vrijwel alle gevallen van dat ict-bedrijven zich buiten de Randstad vestigen, gaat het uitsluitend om verplaatsing van de groei.
Decentralisatie heeft dus betrekking op de groei van een bedrijf, amper op verplaatsing van het hele bedrijf. Een goed voorbeeld is Exact, dat in Nederland een netwerk van helpdesks opbouwt: naast Delft, locaties in Eindhoven, Zwolle en sinds kort in Enschede. Telkens als de groei van Exact uitbreiding van de helpdeskcapaciteit nodig maakt, zoekt Exact een nieuwe locatie.
Betrokkenheid van medewerkers
Heel veel ict-bedrijven proberen koste wat kost niet aan decentrale vestigingen te beginnen. Ze weten dat opsplitsing in meer vestigingen grote voordelen heeft, en bijvoorbeeld een betere werving mogelijk maakt. En ze weten dat ze er op termijn niet aan ontkomen. Toch willen ze opsplitsing zo lang mogelijk uitstellen. Dat heeft te maken met interne communicatie en cohesie, behoud van het wij-gevoel en het versterken van de binding en betrokkenheid van mensen. Het voelt nu eenmaal beter om enkele verdiepingen onder de Raad van Bestuur aan het werk te zijn, dan een kilometer of honderd verderop. En de betrokkenheid van de medewerker vaart daar wel bij.
Vooral bij callcenters en helpdesks is een heel duidelijke variatie te zien in de filosofie die ict-bedrijven wat dit aspect betreft aanhangen. Omwille van binding en kennisoverdracht zijn er ict-bedrijven die hun callcenter absoluut bij afdelingen als directie, marketing/verkoop en R&D gevestigd willen hebben. Andere bedrijven hebben er daarentegen totaal geen moeite mee als het callcenter op een aantrekkelijke plek aan de andere kant van het land of zelfs in het buitenland wordt gehuisvest. Het hangt er maar helemaal vanaf hoe het callcenter wordt gezien in de strategie van de onderneming! Betrokkenheid van medewerkers is bij sterk groeiende ondernemingen als Cisco, Worldcom en Versatel een van de belangrijkste redenen om alle bedrijfsonderdelen zoveel mogelijk op één locatie te houden (bij al deze drie voorbeelden: Amsterdam): het wij-gevoel en de sfeer samen iets voor elkaar te boksen zijn dan belangrijker dan de voordelen van opsplitsing.
Er zijn veel andere voorbeelden te geven dat bedrijven om deze reden – ondanks dat technisch gesproken een andere locatie voor specifieke onderdelen veel aantrekkelijker is – toch kiezen voor ‘alles op één plek’.
Onder een bepaalde schaalgrootte is opsplitsing gewoon niet aan de orde. Opsplitsing kan dan wel aantrekkelijk zijn vanuit de arbeidsmarkt beschouwd (met twee vestigingen is het inderdaad makkelijker om twintig nieuwe medewerkers te werven dan als er sprake is van één vestiging). Wanneer het bedrijf honderd medewerkers heeft, is opsplitsing in veel gevallen helemaal niet efficiënt. Opsplitsing brengt hogere kosten mee (meer overhead), meer afstemming, toch fysieke afstanden die moeten worden overbrugd, enzovoorts. Het is maar de vraag of de voordelen van opsplitsing bij kleinere bedrijven opwegen tegen de nadelen ervan. Schaalgrootte is dus bepalend bij de vraag of en welke effecten ict heeft op decentralisatie en spreiding. Een bedrijf met vijfduizend medewerkers heeft veel meer keuzemogelijkheden dan een kleiner bedrijf. Een groot bedrijf kan dus meer rekening houden met omgevingsfactoren en derhalve rationeler met de keuze voor een nieuwe locatie omgaan. Ook bij grote ict-ondernemingen speelt echter de vraag van optimale schaalgrootte. Kleine bedrijfsonderdelen die als gevolg van ict-toepassingen misschien elders in het land veel beter op zijn plaats zijn, blijven bij het moederbedrijf, omdat voordelen niet opwegen tegen de nadelen van de toegenomen ‘span of control’ van de onderneming.
Contact belangrijker dan ooit
Intensief persoonlijk contact is een volgende factor van betekenis. Dit geldt vooral voor medewerkers onderling, maar ook voor contacten met afnemers en toeleveranciers. Afstand maakt persoonlijk contact nu eenmaal moeilijker, wat bij bedrijfsonderdelen die veel samenwerken nadelig kan zijn. Oogcontact maakt nog altijd een wezenlijk onderdeel uit van die communicatie, ‘ict-contact’ vervangt dit nooit helemaal. Voorbeeld: ict zou in principe kunnen betekenen dat iedereen in Nederland thuiswerkt. In de praktijk is echter te zien dat thuiswerken beperkt blijft tot een of twee dagen per week. Meer thuiswerken is praktisch gezien erg lastig, niet alleen vanwege de betrokkenheid bij collega’s en het bedrijf, maar vooral omdat binnen bedrijven veel moet worden samengewerkt. Toenemende specialisatie van functies, bedrijfsonderdelen en bedrijven maakt dat dit alleen maar toeneemt, zeker ook in de ict-sector. Afscheiding en decentralisatie zijn dan ongewenst, vooral bij afdelingen die intensief moeten samenwerken: denk aan R&D-afdelingen onderling, marketing- en verkoopafdelingen, ‘front’- en ‘backoffices’, enzovoorts.
Opvallend genoeg bepaalt huisvesting vaak of en hoe decentralisatie plaatsvindt. Bestaande investeringen in huisvesting spelen opvallend vaak ook een belangrijke rol in de keuze om bedrijfsonderdelen elders te vestigen. Bedrijven hebben in steden waar ze al zijn gevestigd vaak grote investeringen gedaan in grond of panden. Als er nog uitbreidingsmogelijkheid is in specifieke steden, ligt het voor bedrijven vaak absoluut niet voor de hand goed na te denken over (verdere) decentralisatie of opsplitsing. Ondanks dat een andere locatie, bijvoorbeeld vanuit arbeidsmarktoptiek, klanten of ligging, veel aantrekkelijker voor het bedrijf is en ict vrijwel alle nadelen van opsplitsing kan ondervangen. Heel vaak kiezen bedrijven voor suboptimale oplossingen, omdat er op specifieke plekken nu eenmaal panden over zijn. Dat speelt zeker een rol bij bedrijven die erg snel operationeel moeten zijn met nieuwe bedrijfsonderdelen: meestal beginnen zij in steden waar ze gemakkelijk vastgoed tot hun beschikking hebben, andere factoren worden amper meegenomen.
Bedrijvenpsychologie
Psychologische redenen kunnen een belangrijke rol spelen om niet zomaar allerlei vestigingen af te splitsen. Afwegingen binnen bedrijven zijn absoluut niet altijd rationeel en omgevingsfactoren als klanten, arbeidsmarkt en ligging worden niet goed op een rij gezet. Persoonlijke voorkeuren en percepties van beslissers over afstand, plaats en regio spelen dan een erg belangrijke rol. Veel bedrijven willen de Randstad echt niet uit, of zoeken vooral naar colocaties zo dicht mogelijk bij de vier grote steden, met de gedachte dat buiten het Westen alles toch wel goedkoper is en mensen makkelijker zijn te werven. Men verliest dan wel uit het oog dat er grote verschillen kunnen bestaan tussen steden buiten de Randstad. Voor veel van deze bedrijven zou een locatie wat verder weg misschien veel efficiënter of succesvoller zijn dan voor de hand liggende alternatieven net buiten de Randstad. Bovendien wordt met de bovengenoemde aspecten vaak subjectief en weinig rationeel omgegaan. Zo worden risico’s, voor- en nadelen van opties vaak niet goed in kaart gebracht, onvoldoende afgewogen en niet op intrinsieke aantrekkelijkheid beoordeeld. De afweging om te kiezen voor een nieuwe locatie dan wel groei op de huidige plek wordt vaak doorspekt door het noemen van allerlei nieuwe steden voor de nieuwe vestiging. Dit maakt een goede objectieve afweging vrijwel onmogelijk. Daarbij komt de grote tijdsdruk waaronder dit soort beslissingen moet worden genomen. Meestal ook een factor om minder rationeel een beslissing te nemen.
Op rationele gronden
Idealiter is het besluit tot, en het kiezen van een nieuwe locatie een rationeel proces. Elk bedrijf wil in theorie immers de beste plek, de beste keuze voor zulke majeure bedrijfsinvesteringen. Voorafgaande aan het kiezen voor een nieuwe locatie, zullen de antwoorden op een aantal vragen op een rij worden gezet. Wat zijn de voor- en nadelen van een nieuwe locatie, wat geeft de doorslag? Deze vraag moet expliciet worden beantwoord! Als dan wordt besloten tot een nieuwe locatie, komen vragen aan de orde als: wat gaat de nieuwe vestiging precies doen, hoe groot wordt zij, wat is de ontwikkeling in de komende jaren? Op basis daarvan kan het programma van eisen voor de stedenkeuze worden gemaakt. Op dit moment ligt het zwaartepunt voor veel ict-vestigingen bij het aspect arbeidsmarkt: maar waar gaat het dan precies om? Wat zijn de exacte eisen die het bedrijf op dit vlak stelt? Het is belangrijk om een scherp onderscheid te maken tussen harde eisen en wensen. De factoren die noodzakelijk zijn voor het succes van een vestiging verschillen vaak nogal van de wensen die een bedrijf heeft voor een nieuwe locatie. Wanneer de cruciale succesfactoren voor de nieuwe locatie zijn bepaald, kunnen geschikte steden op een rij worden gezet. De juiste informatie over de locatie en goede prognoses van toekomstige ontwikkelingen zijn dan van belang. Op basis van heldere inschattingen (voordelen, nadelen en risico’s) kunnen de locaties worden gewogen op hun geschiktheid voor de korte en lange termijn. Men zal zich verbazen over de verschillen tussen locaties. Die zijn namelijk – zeker wat de arbeidsmarkt betreft – wel degelijk groot.
Een rationele keuze voor de meest optimale locatie is zeer goed mogelijk. Zo’n keuze beperkt de risico’s, vergemakkelijkt de nieuwe start en kost het bedrijf uiteindelijk minder tijd, energie en aandacht van het management.
Mirjam Molenaar Marco Sotthewes Peter Van Geffen Medewerkers Stec Groep, Advies En Onderzoek
ICT verruimt keuzevrijheid
Vooral op bedrijven waarvan de hoofdactiviteiten uit informatiehandelingen bestaan – banken, verzekeraars en softwarebedrijven – heeft ict grote invloed. Een dienstverlener kan zijn activiteiten spreiden, zolang ict maar zorgt dat de bedrijfsprocessen op elkaar aansluiten. Ict levert deze bedrijven dus keuzevrijheid op. De onderneming kan zich richten op de meest efficiënte locatie voor specifieke bedrijfsonderdelen. Kosten vormen daarbij in veel gevallen de belangrijkste drijfveer. Een bedrijf heeft nu eenmaal het liefst alleen zijn hoofdkantoor op een premiumlocatie met dito uitstraling. Opslag van goederen daarentegen kost meer ruimte en heeft geen belang bij een representatieve locatie. Daarom ligt het voor de hand opslag naar een goedkopere, goed bereikbare locatie te verplaatsen. Bij (ict-) dienstverleners is de afgelopen jaren de trend waarneembaar om bepaalde ‘front office’-activiteiten (waaronder callcenters) en ‘back office’-activiteiten (‘shared services centers’) op die plekken te vestigen waar de arbeidsmarkt ideaal is. Verkoopkantoren worden vooral daar gevestigd waar de klanten zitten.
Een voorbeeld: een bedrijf met zijn hoofdkantoor in de Randstad kan zijn klantenservice – stel overwegend Nederlandstalig en Duitstalig – verplaatsen naar bijvoorbeeld Enschede of Venlo als daar de arbeidsmarkt het beste aansluit bij de vraag.
Ict maakt bedrijven kortom vrijer in hun locatiekeuze, hoewel ook hieraan grenzen zijn.