Minister Karla Peijs van Verkeer & Waterstaat trekt maximaal 120 miljoen euro uit voor de invoering van de chipkaart in het openbaar vervoer. Dat is minder dan de door het stads- en streekvervoer gevraagde 150 miljoen euro.
De minister deed deze toezegging voor een eenmalige bijdrage vorige week in een overleg met de Tweede Kamer. Ov-branchevereniging Mobis liet begin dit jaar al weten dat het stads- en streekvervoer geen middelen heeft voor de financiering van de apparatuur en de kosten van de migratieperiode, waarin zowel strippen- als chipkaart geldig zijn. Mochten deze kosten niet door de overheid gedekt worden, dan zouden de bus- en trambedrijven overwegen niet mee te doen. Volgens Peijs heeft de overheid alleen een stimulerende en controlerende taak
De chipkaart brengt alleen zijn nut op als het gehele openbaar vervoer erop overstapt. De Kamer vindt dat het Rijk daarom moet bijspringen om invoering van de kaart mogelijk te maken, meldt de Staatscourant. Het ‘Kwartje-van-Kok-fonds’ is volgens de meeste partijen de beste financieringsbron, mede omdat de opbrengsten van dit fonds jaarlijks zo’n 30 miljoen euro hoger zullen uitvallen dan eerder was geraamd.
Minister Peijs liet verder weten een commissie in te schakelen die de overgang moet begeleiden. Volgend jaar beginnen tien pilotprojecten waarvoor tien miljoen euro beschikbaar is. Het gaat in ieder geval om de Rotterdamse metro, de trein tussen Rotterdam en Hoek van Holland, de Amsterdamse metro en een bustraject op de Veluwe. In 2005 volgt een evaluatie, waarna in 2007 de strippenkaart definitief vervangen wordt door de digitale ov-pas, zo is de verwachting. Het consortium East West – bestaande uit Accenture, Mtrc Corporation, Thales en Viales – zal het systeem voor het elektronisch vervoerbewijs ontwikkelen. East West heeft reeds een contract van vijftig miljoen euro op zak, waarbij het moet zorgen dat alle metrostations van het Rotterdamse RET volgend jaar september zijn ingericht op de ov-chipkaart.< BR>
Zie ook: OV-chipkaart passeert nieuw station).