Uitgaven voor Research en Development in Nederland zijn sterk geconcentreerd in een beperkt aantal marktsectoren en bij enkele grote concerns. Philips is met een R&D-budget van 1,4 miljard gulden hier verreweg de grootste.
Hoewel Philips’ R&D-uitgaven in de periode 1990 tot 1995 jaarlijks met gemiddeld 2 procent zijn gedaald, behoort het Eindhovense concern op gebied van elektronica en software nog altijd tot de koplopers in de wereld. Ook twee Nederlandse toeleveranciers voor de chipindustrie, ASM Lithography (85 miljoen gulden in 1995) en ASM International (58 miljoen gulden in 1996), geven relatief veel aan research uit.
Dit blijkt uit een onderzoeksrapport van het Centraal Planbureau. Doel van deze studie die verscheen onder de titel ‘International Battle of Giants’, was de investeringen in R&D en vaste activa van grote R&D-intensieve multinationals te onderzoeken. Deze ondernemingen verrichten samen een aanzienlijk deel van de mondiale inspanning op het gebied van Onderzoek en Ontwikkeling. Maar op IT-gebied spelen ook kleinere Nederlandse ondernemingen een rol van betekenis. Het sterkst stijgen de R&D-uitgaven bij de Nederlandse software-onderneming Baan. Tussen 1991 en 1996 bedroeg de gemiddelde stijging 65 procent per jaar. Daarna volgen Besi (apparatuur voor de halfgeleiderindustrie) en Axxicon (matrijzen voor CD’s).
Beïnvloeding
Uit de studie blijkt verder dat voor elektronica en computers een vorm van leiderschap is aan te geven. Het CPB ontdekte een bepaalde volgorde waarin ondernemingen elkaars investeringsuitgaven in de loop van de tijd beïnvloeden. Sony beïnvloedt het investeringsgedrag van Philips, meent het CPB. Een stijging van de R&D-uitgaven van Sony leidt een jaar later tot een verhoging bij Philips, terwijl het omgekeerde niet het geval is.
Op deze manier is naar statistische criteria een leiderschaps- rangorde tussen twintig elektronica- en computerconcerns uitgerekend. De IT-sector levert de volgende rangorde op van leiderschap tot volgerschap: Hitachi, Intel, Texas Instruments, Toshiba, Siemens, Compaq, Canon, AT&T, Apple, IBM, Nec, Sanyo, Motorola, Sony, Matsushita, Philips, Bosch, Honeywell en Digital.
Opvallend is de positie van Ericsson. De statistische analyse wijst het bedrijf aan als de absolute leider in R&D, terwijl het de laatste plaats inneemt bij de investeringen in vaste activa. De gevonden volgorde is economisch gemakkelijk te interpreteren. Bovenaan staan concerns die zijn gespecialiseerd in elektronische componenten. Dan komen de computerfabrikanten gevolgd door de specialisten op het gebied van professionele en consumentenelektronica.