“Eerst wordt hetzelfde werk gedaan met goedkopere mensen; vervolgens wordt het slimmer gedaan en deels of volledig geautomatiseerd. Geen loon is nog een stuk goedkoper dan een laag loon”. Ronald Zant over het uitbesteden van softwareontwikkeling.
De laatste maanden staan de media vol van het nieuws dat het uitbesteden van ict-diensten – en met name programmeerwerk – een grote vlucht aan het nemen is en de komende jaren wel tot 50.000 banen zal kosten in Nederland. Moeten wij als ict’ers nu ineens allemaal bang zijn voor onze banen? Ik denk het niet.
Verschillende grote Nederlandse bedrijven als ABN AMRO en Shell hebben de afgelopen periode aangekondigd hun systeemontwikkeling te gaan offshoren naar lage-lonenlanden als India met als motivatie het verlagen van de kosten. De FNV wil een boete introduceren voor bedrijven die werk uitbesteden naar lage-lonenlanden; in de VS zijn soortgelijke bewegingen te zien.
Er gaan echter ook al stemmen op (Gartner?) dat het offshoren van activiteiten uiteindelijk niet zo voordelig is als het lijkt. Dit sluit aan bij mijn persoonlijke ervaring. Vijf jaar geleden zag ik een project met softwareontwikkeling in India mislukken vanwege de afstand en de verschillen in cultuur en communicatiewijze.
Als gevolg van diverse communicatiefouten en de hoge reis- en verblijfskosten die met de afstemming gemoeid waren, bleef er van de beoogde besparingen niet veel over.
Auto-industrie
In bijvoorbeeld de auto-industrie hebben we de afgelopen decennia een soortgelijke beweging kunnen zien. Eerst werd de fabricage (VW) uitbesteed aan lage-lonenlanden als Mexico. Vervolgens bloeide de auto-industrie in Azië op. Door de lage loonfactor was men daar in staat goedkopere auto’s te fabriceren en daarmee de hogere transportkosten nog ruimschoots te compenseren. Tot men in het Westen gebruik ging maken van fabricagerobots. Die schakelden de loonfactor grotendeels uit, waardoor het weer rendabel werd de auto’s in de buurt van de klant te produceren. Nu is er in Europa weer een aantal bloeiende autofabrieken.
In de verwerking van het betalingsverkeer hebben we dezelfde heen-en-weer beweging kunnen zien. Eerst was het moeizaam handwerk, vervolgens werd het gestructureerd waardoor goedkope ponstypistes het werk snel en goedkoop konden verrichten, uiteindelijk is het volledig geautomatiseerd en worden de overschrijfformulieren ingescand en automatisch verwerkt.
Onlangs hoorde ik over een bedrijf dat dagelijks duizenden meldingen krijgt die in een systeem verwerkt moeten worden. De meldingen komen echter per fax binnen, worden vervolgens doorgefaxt naar een verwerkingscentrum op de Filippijnen en daar in het systeem ingevoerd. Hun volgende ontwikkeling is het inscannen van de faxen en verwerking via ocr, waardoor de factor arbeid wordt uitgeschakeld.
Uiteindelijk zie je elke keer een beweging van hetzelfde werk doen met goedkopere mensen naar het slimmer doen en deels of volledig automatiseren.
Geen loon is nog een stuk goedkoper dan een laag loon!
Softwareontwikkeling
Ook bij de ontwikkeling van software zien we nu de verschuiving van hetzelfde werk naar relatief goedkope landen als India, Polen en China. De bedrijven die hier nu mee bezig zijn, lopen naar mijn mening echter een stap achter op de meest recente ict-ontwikkelingen. De volgende fase van volledig geautomatiseerde software-generatie is namelijk al werkelijkheid. De discussie over ‘model driven architecture’ is niet langer een theoretische discussie!
De belofte van automatische codegeneratie hangt al zeker een jaar of tien in de lucht. Zelf werkte ik in de eerste helft van de jaren negentig al met een generator die wel 80 procent van de uiteindelijke code kon genereren. Helaas was dit vaak het makkelijkste deel van het werk, waardoor nog steeds 80 procent van de oorspronkelijke tijd nodig was voor het echt complexe werk. Inmiddels heeft een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die daadwerkelijke generatie van 100 procent van het uiteindelijke systeem mogelijk maken. En wel in ons eigen innovatieve Nederland kennisland!
Een bedrijf als Omnext is tegenwoordig in staat oude legacy-systemen grotendeels geautomatiseerd om te zetten naar UML en daar vanuit C# te genereren. Op deze wijze worden oude applicaties in bijvoorbeeld Uniface en Oracle Forms omgezet naar het Wintel-platform. Hiermee is dus met name software-renovatie uit te voeren.
Edcubed kan met haar tet-technologie vanuit makkelijk begrijpbare processtroomdiagrammen het gewenste systeem voor 100 procent genereren naar de meest gangbare programmeertalen (Cobol, C++, Java, …) op de meest gebruikte platformen (Z/390, Unix, .Net, …). Het is een methode die ontwikkeling van nieuwe applicaties reduceert tot het maken van een functioneel ontwerp en een druk op de knop.
Beide technologieën brengen het programmeerwerk terug tot het modelmatig denken over het systeem, het analyseren en ontwerpen van functionaliteit. Het inkloppen van de juiste code is hiermee geheel overbodig geworden; dat maakt het werk uiteraard nog een stuk goedkoper dan wanneer je dat laat doen in een lage-lonenland.
Gevolgen voor de sector
Voor de Westerse software-industrie betekent het bestaan van dergelijke tools dat het softwareontwikkelingswerk uiteindelijk weer grotendeels zal worden verplaatst naar onze eigen regio. Dicht bij de klant, zodat er samen naar hartelust gemodelleerd kan worden tot het ideale systeem ontstaat. Ook het onderhoud aan dergelijke applicaties geschiedt in het model en wordt dus vele malen goedkoper.
Stel dat in het klassieke softwareontwikkelingsmodel (sdm) het bouwen van een systeem vijftig manjaar besloeg. Een aanzienlijk kostenvoordeel is te bereiken doordat je van die vijftig manjaar er veertig in bijvoorbeeld India laat uitvoeren.
Softwareontwikkeling met een goed werkende systeemgenerator vervangt die veertig manjaar letterlijk door een simpele druk op de knop. Door de grotere aandacht voor het modelleren van het systeem ligt er wellicht wat meer werk aan onze kant, maar met 12 tot 15 manjaar ben je er wel.
Al met al is de ontwikkeling van banenverlies in de softwareontwikkeling niet te stoppen. Met name voor het meer uitvoerende werk is offshoren en uiteindelijk automatiseren onvermijdelijk.
Maar door het automatiseren van de automatisering houden we hier in ieder geval een substantiële hoeveelheid werk over – iets meer werk in de ontwikkeling zelf dan wanneer we alles offshoren, plus nog eens de banen in de r&d van bedrijven als Omnext en Edcubed. En dat is dan ook het meer hoogwaardige werk.
Wellicht leiden de lagere prijzen er toe dat bedrijven wat meer projecten opstarten. De mogelijkheid bestaat zelfs dat Nederland zich met dergelijke hulpmiddelen ontwikkelt tot een aantrekkelijke bestemming voor buitenlandse projecten.
We zullen nooit een lage-lonenland worden, maar met innovatie en een sterk verhoogde arbeidsproductiviteit kunnen we ons wel ontwikkelen tot een lage-kostenland op dit gebied.< BR>
Ronald Zant, Ab Ovo