Ziekenhuizen hebben weinig keus op het gebied van medische software en aanbieders kampen met een bescheiden afzetmarkt. Dit is een belangrijke reden waarom Nederlandse ziekenhuizen vaak nog met gedateerde software werken.
Leveranciers moeten hun investeringen op een beperkt aantal klanten terugwinnen. Dit leidt tot weinig vernieuwingsdrang bij fabrikanten van medische software voor ziekenhuizen stelt Leon Verhoef, hoofd ict-strategie bij het AMC. De echte ondersteuning van het primaire proces in ziekenhuizen komt in het bestaande aanbod van ict-systemen dan ook niet goed uit de verf, is zijn oordeel. Hij noemt de meeste producten van bestaande leveranciers goed toepasbaar, maar tegelijk zo globaal dat het de arts en ander medisch personeel niet goed genoeg ondersteunt bij hun patiëntenzorg. "Wat in een standaardpakket zit, is vaak niet voldoende."
Het AMC streeft ernaar om allesomvattende informatiesystemen zoveel mogelijk te vervangen door deelsystemen. Volgens Verhoef zoekt het ziekenhuis naar een architectuur waarmee producten van verschillende leveranciers die elk uitblinken in een bepaald specialisme, op een centraal platform kunnen draaien. "Oracle zou deze rol bijvoorbeeld kunnen vervullen. Nichespelers zouden met de standaard ontwikkelhulpmiddelen van deze databasefabrikant dit als een centraal platform kunnen nemen waar allerlei deelsystemen op komen te draaien", legt hij uit.
Minder afhankelijk
Niet alleen krijgt het AMC zo de beste applicaties op een deelterrein, maar ook wordt het met deze aanpak minder afhankelijk van één leverancier, die bovendien ook niet altijd geneigd is om even hard te werken aan vernieuwingen. "Het systeem van Torex-Hiscom dat hier draait heeft nog steeds een eigen database en besturingssysteem, waar het opdraait. Er zijn andere ziekenhuizen die al met een SQL-server of Oracle-database onder de Torex-Hiscom-software werken, maar dit proces van overzetten verloopt moeizaam", stelt Maurits Ros, informatieanalist bij het AMC. Torex-Hiscom torst een hele geschiedenis aan oudere implementaties mee, waar het juist ook een belangrijk deel van zijn winst uit haalt. "De drijfveer tot innovatie ontbreekt daardoor", vult Verhoef aan.
Volgens Wim Botermans, algemeen directeur Torex-Hiscom, is dit gewoonlijk een opmerking die concurrenten over het bedrijf maken. "Torex-Hiscom is wel degelijk aan het innoveren. Punt is dat ziekenhuizen ook om continuïteit van bestaande systemen vragen." De overname door het Britse Torex heeft het Nederlandse bedrijf volgens Botermans juist meer slagkracht gegeven voor continuering en vooral innovatie van het bedrijf. Geruchten over een mogelijke sanering spreekt hij tegen. "De reorganisatie van het Duitse Laufenberg was nodig om dat bedrijfsonderdeel weer gezond te maken. Bij Hiscom zag de nieuwe Britse moeder de vlag er heel anders bij hangen." Een zelfde lot treft de Nederlandse organisatie niet, verzekert de directeur.
Botermans ziet de positie van Torex-Hiscom de komende jaren alleen maar steviger worden, omdat andere leveranciers in deze markt niet genoeg slagkracht hebben. "Op langere termijn zullen alleen de internationale spelers overleven. Dat heeft alles met innovatiekracht te maken en een goede basis, geleverd door een sterke financiële moeder. Een kleinere partij als Chipsoft zal op termijn worden overgenomen, is mijn inschatting."
Nichespelers
"Ik heb geen enkele twijfel bij de zelfstandigheid van Chipsoft", stelt Twan Weegels, manager marketing en sales bij dit bedrijf. "Ik voorzie dat juist nichespelers als wij, die zich volledig toeleggen op het automatiseren van de medische sector, alleen maar terrein zullen winnen van grote beursgenoteerde concerns die ziekenhuizen erbij doen." Volgens Weegels is één van de redenen hiervoor dat aandeelhouders van dergelijke concerns niet tevreden zijn met het dividend van 10 procent op automatisering van medische activiteiten, ten opzichte van andere activiteiten. "Vroeg of laat komt er een sanering, of trekt men zich terug uit de markt. De geschiedenis herhaalt zich telkens weer."
Volgens Weegels is een groot concern zeker geen garantie voor innovatie. Een kleine speler opereert dichter bij de markt en springt daardoor eerder op marktbehoeftes in dan grotere spelers. In het verleden heeft Chipsoft een deelsysteem voor operatiekamers ontwikkeld, omdat er simpelweg geen goede software voor bestond. Volgens Verhoef zullen uit de ziekenhuiswereld voortgekomen bedrijven als Chipsoft (Gerrit Mulder, één van de oprichters van het bedrijf, was zelf medisch specialist) op termijn ook droog kunnen komen te staan. "De ontwikkeling moet voldoende voeding houden met de medische praktijk. Om dat echt goed te zien, moet je bijna wel in het ziekenhuis werken of daar heel dicht tegenaan staan."
Henk Gijzen, sales en marketing manager bij McKesson, plaatst niet zozeer vraagtekens bij de continuïteit van kleinere spelers, maar wel bij de slagkracht voor innovatie. "Als een kleinere organisatie als Chipsoft 30 procent van zijn budget opzij zet voor ontwikkeling van nieuwe systemen, dan zet dat niet veel zoden aan de dijk. Het bedrijf mist de rugwind van een sterke moeder. De laatste ontwikkelingen volgen is dan moeilijk."
Maar ook een koploperspositie zoals Torex-Hiscom deze momenteel inneemt ten opzichte van andere spelers, noemt hij geen garantie voor succes. Hij constateert dat ziekenhuizen kritischer naar leveranciers kijken, vooral omdat ze merken dat alternatieven geen gevaar hoeven op te leveren voor de continuïteit. "Ziekenhuizen oriënteren zich meer op alternatieven dan in het verleden, omdat men waarneemt dat een overstap geen gevaar hoeft op te leveren." Gijzen noemt de systemen van marktleider Torex-Hiscom tamelijk gesloten. Tot voor kort ontbraken ook ervaringen met het overhalen van informatie naar een systeem van een andere leverancier. Met de overstap van het Amsterdamse Olvg binnenkort van Torex-Hiscom naar McKesson is dit straks verleden tijd. "Veel ziekenhuizen volgen deze stap met belangstelling", aldus Gijzen.
Terugtrekken
Weegels haalt voorbeelden van buitenlandse concerns als Digital en IBM aan, die niet in staat waren hun activiteiten in deze markt door te zetten. "De markt heeft", volgens Verhoef, "nogal wat steken laten vallen. Er zijn genoeg voorbeelden van grote leveranciers die plotseling uit de markt zijn gestapt." Bekend voorbeeld is het door Torex-Hiscom overgenomen Amerikaanse bedrijf SMS. IBM besloot enkele jaren terug om te stoppen met zijn Medsolutions-systeem in Nederland. SAP, die momenteel terrein aan het verliezen is, zegt vooralsnog in deze markt te willen blijven.
Een belangrijke reden waarom grote concerns zijn afgehaakt, is dat ze zich verkeken hebben op de bescheiden omvang van deze markt. Ziekenhuizen beschikken over beperkte ict-budgetten. De prijzen voor systemen kunnen niet al te hoog liggen, omdat investeringen in software uit het lopende exploitatiebudget van ziekenhuizen moeten komen. Er is niet, zoals bij nieuwe huisvesting wel het geval is, extra geld om nieuwe systemen aan te schaffen. Daarnaast zijn er andere prioriteiten dan ondersteuning van het zorgproces met software alleen. Alle Nederlandse ziekenhuizen moeten voor 2005 overgestapt zijn op digitale beeldverwerking. Dat slokt een groot deel van het bestaande budget op.
Toch ziet ook Weegels de budgetten van ziekenhuizen groeien, al staan ze in geen verhouding tot de sommen die bijvoorbeeld banken aan ict besteden. Hij schat dat vroeger 1 procent van het budget naar ict ging. Dat is nu opgelopen tot 2 en soms zelfs 5 procent. Bij academische ziekenhuizen ligt dit hoger, omdat zij meer en uit verschillende bronnen geld binnen krijgen. Daardoor gaat een groter deel naar automatisering.
Het AMC besteedt 5 tot 6 procent van zijn begroting aan ict, schat Verhoef. Hij ziet dit de komende jaren stijgen. Eén reden is de tendens dat het hele ziekenhuis op digitalisering afstevent. "De radertjes en mechaniekjes in medische apparaten zijn vervangen door servers met informatiesystemen", vult Ros aan. Daarnaast dringt steeds meer het besef door dat met ict besparingen zijn te realiseren door bedrijfsprocessen efficiënter te laten verlopen. Ook dit rechtvaardigt een verhoging van het budget. "De arts kan zelf zijn eigen agenda beheren, mits het systeem deze taak optimaal ondersteunt", aldus Verhoef. < BR>