De Nederlandse ICT-managers hebben te weinig tijd om na te denken over langetermijnstrategie. Dit blijkt uit onderzoek van Twynstra Gudde. Ingewijden herkennen het geschetste beeld, maar vinden dat de genoemde problemen grotendeels voortkomen uit een gebrek aan daadkracht bij deze managers.
Jacob Verschuur, manager ICT bij Ernst & Young, stelt dat de nieuwe generatie automatiseringsdirecteuren genuanceerder tegen deze problematiek aankijkt. Die beschikt vaak over een marketingachtergrond en gaat rustiger om met de dagelijkse sores.
Volgens Verschuur zijn het voornamelijk de traditionele leidinggevenden met een technische achtergrond, die het problematisch vinden een groot deel van hun tijd te besteden aan incidenten, vergaderingen en het blussen van brandjes. "Deze mensen mogen zich geen chief information officer (cio) noemen. Zij zijn gewoon hoofd van de automatiseringsafdeling."
Meer lef
De problemen van de oude garde komen in de ogen van Verschuur voort uit het feit dat zij niet op tijd ingrijpen. "Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat softwareprojecten het vastgestelde budget overschrijden. De nieuwe generatie heeft meer lef om in te grijpen en naar de Raad van Bestuur te stappen. De traditionele manager heeft de neiging om dit verkeerd gepositioneerde project uit te voeren en achteraf te corrigeren. Hij krijgt dan te maken met incidenten."
Samenhang
De door Twynstra Gudde ondervraagde managers vinden dat de dagelijkse bedrijfsvoering te veel aandacht vraagt. Hierdoor kunnen zij zich te weinig richten op taken die zij werkelijk belangrijk vinden, zoals de vraag hoe ICT de organisatie kan ondersteunen of hoe samenhang kan worden aangebracht in de automatisering.
Han van Dissel van de afdeling Executive Development aan de Erasmus Universiteit, geeft aan dat veel automatiseringsmanagers lijden onder een bedrijfskundige wetmatigheid: operationele taken hebben de neiging de taken voor de langere termijn te verdringen. "En die dagelijkse problemen hebben dan voornamelijk te maken met de schaarste van personeel en de millenniumkwestie."
Geen probleem
Rik op den Brouw, directeur automatisering bij Robeco Groep, herkent het door Twynstra Gudde geschetste beeld, maar ook hij ziet het niet als een probleem. "Natuurlijk vraagt de dagelijkse bedrijfsvoering veel tijd en aandacht. Maar dat vind ik helemaal niet erg. Managers kunnen nu eenmaal niet de hele dag bezig zijn met beleid. Daarom maak ik bepaalde momenten vrij om verder vooruit te kijken. Dat is een kwestie van organiseren."
Op den Brouw, die zelf een IT-achtergrond heeft, geeft wel aan dat het voor managers verleidelijk is om zich bezig te houden met operationele zaken. "Dat is wel de makkelijkste weg. Deze problemen komen namelijk vanzelf naar ons toe."
Van Dissel geeft op zijn beurt aan dat de problemen die Twynstra Gudde signaleert blijven voortbestaan, zolang organisaties hun ICT-managers afrekenen op de prestaties van de automatiseringsafdelingen. "Daarom moeten deze managers regelmatig strategische conversaties voeren met de algemene directie om continue aanpassingen te realiseren. Maar dan moeten de ICT-managers wel verstand hebben van bedrijfsvoering en de algemeen directeuren van automatisering."