In 2011 kwam fotograaf Jan-Dirk van der Burg met een fotoboek over olifantenpaadjes. Alledaagse tekenen van burgerlijke ongehoorzaamheid. Stedenbouwkundigen willen fiets- en voetpaden graag mooi symmetrisch of in ieder geval esthetisch in hun masterplan en het landschap integreren. De gebruikers willen echter geen statische infrastructuur, maar een flexibele. Dus lopen ze over het groen als dat praktischer en efficiënter is. Het gevolg is uitgesleten paden op het groen en tussen twee geplaveide wegen in. Olifantenpaadjes. Daar kun je in datacentra niet genoeg van hebben.
Wat gebeurt hier? Zijn stedenbouwkundigen niet in staat te denken vanuit hun gebruikers? Of mogen ze dat niet van hun opdrachtgevers? Olifantenpaadjes zouden geen ergernis moeten opwekken, ze zijn een signaal dat we wegen moeten aanleggen, die volledig uitgaan van het gemak van de gebruiker.
Downtime
Zo star als stedenbouwkundigen vaak hun infrastructuur plannen, zo star zitten ook veel datacenters in elkaar. Olifantenpaadjes, zo weten we inmiddels, daar kun je er in datacenters niet genoeg van hebben. Ze maken het gebruik van de infrastructuur voor de gebruikers – in dit geval datapakketjes – flexibel, praktisch en efficiënt. Want noem mij een datacenter dat nog nooit downtime heeft gehad door een ‘loop’. Sterker nog: een derde van de it-beslissers geeft in een onderzoek van Brocade toe dat hun organisatie wekelijks te maken heeft met netwerkstoringen.
Veel datacenters werken nog met een verouderde infrastructuur; soms is de technologie zelfs twintig jaar oud. Maar liefst 91 procent van de it-beslissers erkent dat hun it-omgeving nog wel een opwaardering kan gebruiken. Dit heeft een behoorlijke invloed op de productiviteit en de eindgebruikerservaring. 41 procent van de bedrijven die meededen aan ons onderzoek, geeft toe dat netwerkuitval direct tot kosten heeft geleid door omzetverlies, niet-behaalde sla’s of doordat klanten hun vertrouwen verliezen.
Virtualisatie
Virtualisatie en cloud-modellen vereisen meer netwerkflexibiliteit. Meer dan twee derde van de it-beslissers geeft aan dat men een schaalbare, on-demand datacentertopologie toejuicht. Dit type infrastructuur combineert fysieke en virtuele netwerkelementen. Die elementen leveren in vergelijking met legacy-omgevingen sneller en makkelijker de computing-, netwerk-, storage- en servicescapaciteit die nodig is voor het draaien van hoogwaardige applicaties.
Er is nog een andere ontwikkeling die hier genoemd moet worden. Het sterk toegenomen oost-westverkeer. Doordat we servers virtualiseren, zijn applicatieonderdelen op verschillende fysieke servers geïnstalleerd. Die servers kunnen weer op verschillende plekken in het datacenter staan. De directe communicatie tussen die servers noemen we oost-westverkeer. Daarnaast zien we dat veel hosters virtuele-servercapaciteit verhuren. Dat betekent dat er op een fysieke server meerdere klanten gehost kunnen worden. Ook op een server is dus communicatie mogelijk tussen verschillende virtuele servers. Hiervoor creëert een hoster ‘hairpins’ om het verkeer te routeren. In dat geval voegt de hoster een virtuele router toe met beveiligingsmogelijkheden. Zo wordt een fysieke server een minidatacenter.
Onacceptabel
Deze ontwikkeling heeft ervoor gezorgd dat alles met elkaar verbonden moet zijn, dat het netwerkverkeer de laagst mogelijke vertraging heeft en dat elk datapakket ook echt bij de bestemming aankomt zonder het twee keer te hoeven versturen. Want het is onacceptabel als een datapakketje niet aankomt. Toch kunnen veel datacenters deze garanties niet geven.
Hoe meer verbindingen er zijn tussen de hardware, des te efficiënter het verkeer kan zijn. Daarvoor is een ‘Ethernet fabric’ op alle mogelijke manieren verbonden via switches. Is een weg geblokkeerd? Geen probleem, er is altijd een andere weg. Dit is niet het datacenter van de toekomst, maar van vandaag. Een netwerk op basis van het ‘spanning tree’-protocol mag je je klanten niet meer aandoen. De nieuwe generatie netwerken werkt op basis van het TRILL-protocol met het ‘shortest path first’-principe (spf) – inderdaad: olifantenpaadjes. Intelligente switches ‘weten’ waar in het datacenter het drukste verkeer is. Ze herrouteren automatisch via de snelste paden. Als een switch kapot gaat, wordt alle verkeer omgeleid totdat de switch is vervangen.
Gekwalificeerd
Gartner voorspelt dat in 2014 80 procent van het dataverkeer tussen servers plaatsvindt. Volgens IDC zal het aantal servers de komende jaren vertienvoudigen en de hoeveelheid data vervijftigvoudigen, terwijl het aantal gekwalificeerde medewerkers slechts zal groeien met een factor anderhalf. Met de oude technologie zoveel data verwerken met zo weinig mensen, is vragen om een dagelijkse ‘loop’. Tijd dus voor een dicht netwerk van olifantenpaadjes. Niet uit burgerlijke ongehoorzaamheid, maar uit bittere noodzaak.