Met de voorlopige uitspraak dat Microsoft zijn monopoliepositie heeft misbruikt, liep het bedrijf een gevoelige klap op. Althans, zo lijkt het. Want de softwarereus zou nu het initiatief moeten overnemen door zelf tot splitsing over te gaan. Met alle voordelen van dien, meent René Rippen.
De voorlopige uitspraak van rechter Jackson in de monopolie-zaak tegen Microsoft, nu twee weken geleden heeft tal van analisten in de bedrijfstak en op Wall Street de tekstverwerkers en de microfoons ingejaagd. Opmerkelijk is de grote mate van eenstemmigheid die uit de analyses spreekt. De zaak van de aanklagers – het ministerie van Justitie en negentien staten in de VS – is aanzienlijk sterker geworden, aldus die analisten. OEM’s die Windows gebruiken en op hun PC’s installeren zullen openstaande rekeningen met Microsoft gaan vereffenen. Microsoft en Gates willen aansturen op een (spoedige) regeling buiten de rechtszaal. En vooral: Microsoft zou als de dood zijn voor een mogelijke opsplitsing van het bedrijf.
Nu de kruitdampen op het slagveld inmiddels wat zijn opgetrokken, en het lange wachten op de vervolguitspraak van de rechter in Washington is begonnen, is het tijd om nog eens wat nauwkeuriger naar de gevolgen van de voorlopige uitspraak te kijken. En de hypothese onder ogen te zien dat Microsoft niet bang is voor een opsplitsing, maar het tussenvonnis juist zal benutten om een dergelijke opsplitsing van de onderneming in drie separate entiteiten tot stand te brengen. Een op het oog radicale oplossing, een vlucht naar voren. Maar tevens een oplossing die, naar we mogen aannemen, door strategen in de ’task force’ van Microsoft al vanaf de aanklacht, voorjaar 1998 als ‘contingency plan’ is doorgerekend. Want dat doen strategen nu eenmaal voor hun beroep.
Opsplitsen
Uitgangspunt van dit ‘plan-B’ is de constatering dat de positie van het softwarebedrijf uit Redmond ernstig verzwakt is sinds de uitspraak van 5 november. Advocaten van beide partijen (Microsoft en het ministerie) hebben de afgelopen tijd in het geheim ongetwijfeld onderhandeld over een mogelijke schikking. De afgelopen weken en maanden is druk gespeculeerd wat zo’n vergelijk zou kunnen inhouden. Vrijgave van de broncode van Windows? Een lagere prijs voor de licenties? Een verbod het besturingssysteem nog langer te integreren met applicaties als de Internet Explorer? U vraagt en de analisten draaien. De onderhandelingen zijn echter op niets uitgelopen, vermoedelijk omdat Microsoft de poot al te strak hield. En de ‘findings of fact’ van rechter Jackson zullen het ministerie niet toeschietelijker hebben gemaakt. Integendeel, de kloof zal hooguit breder zijn geworden.
Luister maar naar openbaar aanklager Klein. Die heeft al laten doorschemeren dat hij niet erg geporteerd is van schikkingen. Hij wil een openbare uitspraak en (dus) bloed zien: opsplitsing sluit hij niet uit. Zou Microsoft van dit soort uitspraken nu echt opkijken? Stel nou eens dat Microsoft er weinig voor zou voelen nog jarenlang veel geld, prestige en vooral kostbare managementtijd te verspillen aan een ellenlange, slepende rechtszaak tot aan het Supreme Court toe. Een zaak die het bedrijf niet zal kunnen winnen, nu al helemaal niet. Halve maatregelen in de licentiesfeer zijn te weinig en komen te laat. Een schikking pakt te nadelig uit. Waarom dan niet zelf besloten tot een radicale ingreep: het splitsen van de huidige onderneming in een bedrijf voor besturingssystemen (Microsoft OS Inc.), een apart bedrijf voor applicaties (Microsoft Applications Inc.) en het Internetbedrijf (Microsoft Internet Inc.)? Na van de eerste schrik over de eigen doortastendheid te zijn bekomen, is de ’task force’ intern de balans gaan opmaken. En ‘lo and behold’: de voordelen zijn evident!
Microsoft houdt het initiatief en kan zelf in detail bepalen hoe de splitsing gerealiseerd zal worden. Volgens het eigen tijdschema en met maximale greep op de precieze invulling. Dat lijkt verre te prefereren boven een opsplitsing waarbij over elke punt en elke komma onderhandeld moet worden met Justitie, terwijl de concurrentie over de schouder van het ministerie meekijkt en meelobbyt. Dan rijst de vraag: hoe sterk zouden die drie Baby Bills eigenlijk zijn in omzet, winstgevendheid, marktaandeel, marktpotentie? Een interessante en simpele vraag die echter niet eenvoudig valt te beantwoorden.
Voordelen
Microsoft koerst in het lopende fiscale jaar af op een jaaromzet van zo’n 22 miljard dollar (dat was 14,5 miljard in het fiscale jaar 1998). Dat is de geconsolideerde omzet van alle activiteiten. Bekend is dat de omzet van de applicatiepoot (Office, Word, Excel, Encarta) verreweg het grootst is: een ruime helft van de totale afzet. De marges op applicaties zijn echter naar verhouding bijzonder dun. De bijdrage van deze ‘divisie’ aan de winst van Microsoft is dan ook veel kleiner dan je op basis van de omzet zou vermoeden; die ligt tussen de winstcijfers van de beide andere poten in. Op de tweede plaats komt de omzet van de divisie besturingssystemen: Windows NT (binnenkort Windows 2000), Windows 98 en Windows CE. De marge die Microsoft behaalt op dit deel van de omzet is veel en veel groter dan bij de applicaties. Het is zonder twijfel de grootste winstmaker van het concern. De Internetgroep (Explorer, MSN en de deelnemingen in telco’s, kabel- en contentbedrijven) is het meest diffuus. De groep moet duidelijk nog een eigen gezicht krijgen. Over de kleinste omzet van de drie poten wordt ook de laagste winst gemaakt.
Kijken we naar het marktpotentieel van MS-OS, MS-Apps en MS-Internet lijken de kaarten ineens heel anders te liggen. Dan zou de toekomst van het Internetbedrijf er wel eens het meest rooskleurig kunnen uitzien. Misschien zal de beurswaarde op Wall Street niet zo spectaculair exploderen als de afgelopen tijd bij de meest succesvolle Internet-ondernemingen het geval is geweest; de starthoogte van het Micosoftbedrijf ligt immers respectabel veel hoger. Maar de potentiële (portal-)waarde van MSN moet zeer aanzienlijk zijn, zeker in de ogen van de effectenmakelaars op Wall Street. Doorredenerend wordt zo duidelijk wat de achtergrond is van de reactie van beursanalisten vorige week op het tussenvonnis: Wall Street acht de opgetelde beurswaarde van drie mini-Microsofts kennelijk (nog) een stuk hoger dan die van de huidige onderneming als geheel. En haast is geboden, want hoe lang blijft het betrekkelijk gunstige klimaat voor beursintroducties van Internetbedrijven in New York nog voortbestaan?
Perforatielijnen
Alleen maar voordelen dus, tot nog toe. En de beker is nog niet leeg. Ook technologisch kunnen drie ondernemingen los van elkaar waarschijnlijk beter uit de voeten dan in de gezamenlijkheid. Stel je voor: de applicatieonderneming gaat zich begeven op het terrein van antivirussoftware, firewalls en PC-beheerprogramma’s. Allemaal applicaties waar het thans verre van blijft om het ministerie van Justitie niet nog verder de gordijnen in te jagen. Of MS-Apps besluit om de markt van Office te vergroten door Linux- en Solaris/Unix-versies uit te brengen. Dat kan dan bijvoorbeeld mooi draaien op de Linux-servers waar Compaq, Dell en HP thans mee op de markt komen. ‘Apps from the tap’ (software uit de kraan) om een concurrent te citeren: ‘office hosting’ op alle denkbare serverplatforms die er maar te vinden zijn. Dit alles zal in het huidige Microsoft wel gelijk staan aan vloeken in de kerk. Maar dat wordt dan een voor de hand liggende stap voorwaarts. En ook MS-OS krijgt de handen vrij om de reikwijdte van de eigen onderneming te vergroten.
Interessant is dat de min of meer juiste perforatielijnen in de onderneming waarschijnlijk al in maart van dit jaar zijn aangebracht met de reorganisatie van Microsoft in vijf klantgerichte divisies. Elk van die divisies opereert volgens insiders intern reeds als P&L center (‘profit and loss’). Elke divisie wordt afgerekend op de bijdrage aan de winst (of theoretisch: het verlies) en draagt via interne doorrekening al zijn eigen deel van de overhead. Niet dat daarmee het creëren van drie (of vijf) separate ondernemingen een fluitje van een cent is geworden, maar het is wel een stuk makkelijker dan vóór de reorganisatie. De perforaties moeten ‘alleen nog maar’ doorgescheurd worden.
De Microsoft task force zet de voordelen op een rijtje:
- Microsoft bepaalt zelf het scenario van de splitsing en verschaft zich de mogelijkheid zich te ontdoen van het huidige juridische stigma. ‘Business as usual’ dus: veel geld verdienen met het bedenken en marketen van redelijk werkende, succesvolle software en diensten. Maar dan echt ‘business as usual’;
- De totale beurswaarde van de opgesplitste onderneming neemt toe op Wall Street;
- De zakelijke mogelijkheden op de afzetmarkt zien er voor elk van de afzonderlijke ondernemingen rooskleurig uit,
- En de opsplitsing is intern al perfect voorbereid.
Psychologie
Het antwoord zou wel eens eerder in de psychologie kunnen liggen dan in de financiën of de economie. De (mede)oprichter moet immers zijn eigen kind verscheuren, dat verwekt is en opgroeide in de wereld van de besturingssystemen en zich nu, groot geworden, moet ‘klonen’ in drie afzonderlijke eenheden, die elk een eigen weg inslaan. Dat moet moeilijk te verteren zijn. Het maakt Gates-de-miljardair tot een entrepreneur van bijna normale menselijke proporties. Een mens van vlees en bloed, het type ondernemer dat een bedrijf opricht en koestert. Dat met buitensporige inzet van eigen talent, vasthoudendheid en intellect zijn onderneming tot wasdom brengt. Om vervolgens later – uit oprechte liefde – een daadkrachtig besluit over de toekomst maar te blijven uitstellen. En die zo een formidabel tegenstander wordt van een stap die heel erg voor de hand ligt en wel eens heel goed zou kunnen uitpakken.
Een mens laat zich niet klonen, zelfs al heet die mens Gates. Tot welk van de drie ondernemingen zou hij zich het meest aangetrokken voelen? Of belangrijker nog: welk van die drie bedrijven mag blijven profiteren van zijn ongetwijfeld briljante leiderschap? Want laten we elkaar niks wijsmaken: de interne bedrijfscultuur van Microsoft draait nog steeds in heel sterke mate om de persoon van de oprichter zelf, reorganisatie of niet, Ballmer of niet. Over alle grote initiatieven beslist Gates zelf. Natuurlijk na consultaties en een soort survival of the fittest tussen rivaliserende ideeën en groepen. Maar Gates is en blijft de focus van de besluitvorming. Dat zal niet langer meer kunnen als er eenmaal drie Microsofts zijn. Althans niet voor alle drie ondernemingen.
Ook de aandeelhouders (waaronder duizenden personeelsleden van het bedrijf) zullen moeten kiezen. In welk mandje stoppen zij hun eieren? Daar zullen ze op den duur wel uitkomen. Alles draait echter om Gates en om de psychologie. En wees eerlijk: is dat ooit anders geweest in de geschiedenis van Microsoft?
René Rippen,
redacteur Computable