Bij het lezen van uw artikel ‘Bloor voorspelt einde van relationele database’ moest ik even controleren of ik geen zeer oud nummer van de Computable in mijn handen had. Het bleek toch echt dat van 22 oktober te zijn.
De ‘in-memory’ databasetechnologie die in dat artikel door Bloor wordt ‘voorspeld’ is al jaren in gebruik bij (onder andere) DB2 en Idms. Daarbij is de technologie gelukkig wel gebaseerd op het relationele principe, want je moet er toch niet aan denken dat de ‘complexe join-algoritmen’ van Bloor uitgevoerd moeten worden op platte bestanden in het werkgeheugen, zoals hij voorstelt. Zolang er geen afdoende alternatief voor schijven voorhanden is, kan het op zijn zachtst gezegd wenselijk zijn om de gegevens uit de ‘in-memory’ databases ook op schijf op te slaan. Een zichzelf respecterend databasemanagementsysteem biedt daarvoor nu reeds standaard voorzieningen. Indien voldoende geheugen beschikbaar is, worden queries volledig ‘in-memory’ gehonoreerd en wijzigingen op de data in dat geheugen asynchroon op de schijven bijgewerkt. Genoemde dbms’en hebben daartoe een geavanceerde buffertechnologie.
Jan Lenders, Arnhem