De Amerikaanse rechter John Coughenour haalde aan het einde van een rechtszaak flink uit naar Microsoft. Hij noemde de softwarefabrikant "Ongelofelijk arrogant". De magistraat deed deze uitspraak na een zaak die de rechten van tijdelijke werknemers bij de onderneming moet vaststellen.
De rechter onderzoekt de contracten die Microsoft deze mensen voorschotelt. In de overeenkomst is een clausule opgenomen, waardoor een eventuele rechterlijke uitspraak geen invloed heeft op de tijdelijke krachten. Coughenour riep het bedrijf op deze zinnen in het contract te wijzigen. Microsoft gaf aan de uitspraken van de rechter in overweging te nemen, maar ontkent dat ze tijdelijke krachten laten afzien van hun rechten.
De zaak startte in 1992, toen een groep temporele werknemers eisten dat ze deel konden nemen aan de ziektekostenverzekering en de aandelenkortingen. In 1997 oordeelde de rechter dat de tijdelijke krachten net als alle werknemers recht hebben op een kortingsregeling voor de aankoop van aandelen. De rechtbank in Seattle bepaalde vervolgens dat dit alleen geldt voor mensen die tussen 1987 en 1990 bij Microsoft werkten. Vervolgens startte de advocaten van de werknemers een rechtszaak namens alle tijdelijke krachten die niet in deze periode bij het bedrijf onder contract stonden. De uitspraken van de rechter rechtvaardigen het vermoeden dat hij de handelwijze van Microsoft verkeerd acht.