Intel onthult maandag officieel zijn 600 MHz Pentium III- en 500 MHz Celeron-processoren. Tegelijkertijd verlaagt de fabrikant de prijzen van zijn Celeron-reeks.
De nieuwe Pentium III kost 669 dollar per stuk bij bestellingen in eenheden van duizend exemplaren. De nieuwe Celeron kost 167 dollar onder dezelfde voorwaarden. Woordvoerders van Intel verstrekken geen commentaar op de geplande prijsverlagingen voor bestaande Celeron-chips.
Berichten doen de ronde dat het bedrijf zijn huidige Celerons 18 tot 22 procent goedkoper wil maken. Een en ander valt mede af te leiden uit het feit dat Intels prijzen voor de nieuwe processoren aanzienlijk lager liggen dan gebruikelijk is.
Normaal gesproken kost een nieuwe Intel-chip ongeveer evenveel als de voorganger toen die werd geïntroduceerd. De recente 550 MHz Pentium III kostte in eerste instantie echter 774 dollar, terwijl de Celeron normaliter tussen de 169 en 177 dollar zweeft.
Intel zelf geeft andere redenen voor de lagere beginprijzen. Ten eerste verloopt het opvoeren van de massaproductie voorspoedig. Ten tweede maakt de PC-industrie zich op voor de ‘nazomer-verkoop’ aan studenten en scholieren. Ten derde wil Intel PC-fabrikanten helpen hun momentum te behouden, aldus de ‘altruïstische’ chipproducent. Dat laatste punt laat zich vertalen naar marge-bescherming.
Overigens dook er deze week weer eens een fout op in Intels processoren. Het blijkt dat de Pentium III en diens zwaardere variant de Xeon kunnen vastlopen in smp-systemen (symmetric multi-processor). Dit ongemak komt voor wanneer de ene processor data vraagt van de systeembus terwijl een andere processor of busmeester gegevens opvraagt die in gebruik zijn door de eerste chip. Computerfabrikanten hebben eerder deze maand al een bios-oplap van Intel gekregen.