Tot schrik van het kabinet hebben bijna 235 duizend objecten mogelijk een datumprobleem. Dat is veel meer dan aanvankelijk werd geraamd. Bij een voorgaande inventarisatie vorig jaar november waren dat er ruim 47 duizend. Per 1 september 1997 werden nog slechts 6.200 mogelijke probleemgevallen geïdentificeerd.
Het nieuwe aantal komt naar voren uit de laatste inventarisatie die staatssecretaris Kohnstamm (Binnenlandse Zaken) heeft laten maken van het 2000-probleem bij de overheid.
Kohnstamm is ontevreden over de wijze waarop de andere ministeries het probleem aanpakken. Daarom moeten alle departementen voortaan maandelijks de voortgang melden. Per ministerie moet de ambtelijke top een plan van aanpak maken. Een onafhankelijke deskundige beoordeelt dat plan.
Dit blijkt ook uit de rapportage die Kohnstamm aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Vorige week vrijdag is het probleem opnieuw in de ministerraad ter sprake gebracht. Een week eerder had daarover eveneens beraad plaatsgevonden.
Van de nu geïnventariseerde 235 duizend objecten zijn er 52 duizend als ‘vitaal’ gekwalificeerd. Dit zijn systemen als de luchtverkeersleiding op Schiphol en het sluizencomplex in de Oosterschelde.
Het aantal objecten met een datumprobleem kan nog verder oplopen. Van de door de departementen geïnventariseerde vitale objecten is gemiddeld 75 procent geanalyseerd op 2000-bestendigheid. In november 1997 was dat 61 procent. De bedoeling was per 1 december 1997 een score van 100 procent te halen. Die streefdatum wordt niet gehaald.
Vooral de ministeries van Defensie en van Verkeer en Waterstaat lopen ver achter. Onder het eerste departement vallen defensieve militaire systemen. De systemen van Verkeer en Waterstaat zorgen voor het functioneren van de waterhuishouding.
De sterke stijging van het aantal objecten waarbij zich problemen kunnen voordoen heeft grotendeels te maken met de verbeterde methoden om ingebedde software op te sporen.