Computerleverancier Tulip heeft een kort geding tegen acht voormalige werknemers verloren. Deze mensen zijn dit jaar opgestapt en in dienst getreden bij een nieuw bedrijf voor research and development (R&D). Tulip vorderde dat de gedaagden zich houden aan het concurrentiebeding. De rechter wees dit af.
Januari dit jaar besloot G. Duynisveld zijn arbeidsovereenkomst met Tulip per 31 mei te beëindigen. Het hoofd van de afdeling R&D had tevens toestemming gevraagd en gekregen om gedurende zijn laatste maanden bij Tulip te werken aan oprichting van een eigen bedrijf. Dat is op 26 mei 1998 onder de naam Eltan opgericht. Ook zeven collega’s van Duynisveld zeiden hun dienstbetrekking op en traden vervolgens in dienst bij Eltan.
Tulip liet in eerste instantie de medewerkers gaan, maar vorderde na opheffing van de surseance bij de rechtbank in Den Bosch dat de acht mensen hun werkzaamheden voor Eltan moesten staken en zich zouden houden aan het concurrentiebeding dat in hun arbeidsovereenkomst was opgenomen. Het beding betekende de komende twee jaar geen concurrerende zaak voor Tulip, zoals Eltan, opzetten of voor zo’n bedrijf gaan werken.
De vorderingen zijn afgewezen. De magistraat had twijfels over de aard van de werkzaamheden van de mensen in verhouding met wat zij doen bij Eltan. Zij werkten voor de R&D-afdeling en hun taken zijn aanzienlijk veranderd nadat Tulip in 1997 de productie van moederborden ten dele heeft afgestoten en inmiddels heeft beëindigd. Verder benadrukte de rechter dat Tulip in een onzekere situatie verkeerde. Bovendien heeft Duynisveld vroeg toestemming gevraagd voor de oprichting van zijn bedrijf op het gebied van PC- en telecom-technologie. Volgens Tulip was alleen toestemming gegeven voor niet-concurrerende telecom-activiteiten. De rechter acht het niet aannemelijk gemaakt dat Duynisveld een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven.
De tegeneis van gedaagden het concurrentiebeding op te heffen, is afgewezen. Gezien de voorgaande uitspraken zag de rechter hierin geen belang.