Begin deze week is een proef gestart met het Inlichtingenbureau (IB) voor sociale diensten. Het IB moet een instrument worden waarmee sociale diensten de rechtmatigheid van uitkeringen geautomatiseerd kunnen toetsen. De IB-aanpak wordt getest in Apeldoorn, Arnhem, Deurne, Hellevoetsluis en Nijmegen.
Bij het Inlichtingenbureau zijn gegevens van de sociale dienst, dikwijls afkomstig van de cliënt, te vergelijken met data bij allerlei andere instellingen. Momenteel beschikken de sociale diensten daartoe over informatie van de Belastingdienst. Dat zijn echter gegevens achteraf. Eventuele fraude kan intussen voortduren. Vergelijking met gegevens van uvi’s (uitvoeringsinstellingen werknemersverzekeringen, zoals GAK en Cadans) en de Informatie Beheer Groep (studiefinanciering) maken toetsing vooraf mogelijk. Deze bronnen zullen tijdens de IB-pilots in eerste instantie worden aangeboord. Men denkt erover om ook bestandsvergelijkingen met ziekenfondsen te doen.
De vergelijkingen vinden plaats bij het IB. De sociale dienst stelt basisgegevens over cliënten beschikbaar. Het IB vergaart vervolgens elders informatie over betrokkenen. Voor de uvi’s is er de Gemeenschappelijke Verwijsindex (GVI), die nagaat welke instelling over een bepaalde persoon gegevens bezit. Net als bij de GBA zijn bepaalde mutaties door die instellingen automatisch bij het IB te melden. Als tussen externe data en sociale dienst-gegevens een discrepantie optreedt, volgt een signaal naar de sociale dienst. Voor de IB-aanpak wordt gebruik gemaakt van Rinis (Routerings Instituut voor (inter)Nationale Informatie Stromen).
De pilot moet meer inzicht geven in de kwaliteit van gegevens bij externe bronnen. De Algemene Rekenkamer oordeelt over de gegevenskwaliteit bij uvi’s niet al te best. Verder moeten de pilots de te hanteren vergelijkingsmechanismen toetsen, en inzicht geven in kosten en baten, en randvoorwaarden voor invoering van het IB. Cvcs (Cliëntvolgcommunicatiestelsel) bereidt het IB voor. Deze stichting werkt aan de inrichting van Centra voor Werk en Inkomen, waarin sociale diensten, uvi’s en arbeidsvoorziening samenwerken, en die gebruik maken van dezelfde infrastructuur als het IB.