IBM geeft toe dat de verkoop van zijn Network Station, een variant op het concept van de netwerkcomputer, is tegengevallen. Volgens de aanvankelijke verwachtingen zou de verkoop van de zogenoemde slanke computers de PC voorbijstreven.
Onderzoeksbureau Dataquest beweert echter dat er afgelopen jaar slechts 144.000 NC’s zijn verkocht.
De markt voor PC’s en componenten daarvan is echter drastisch in prijs gedaald, mede door de schaalvoordelen van massaproductie. Computerfabrikant Acer meldde vorige week zelfs nog dat het ‘huis-, tuin- en keuken-computers’ voor ongeveer tweehonderd dollar gaat produceren. De verkoop van NC’s blijft achter bij de verwachtingen. IBM beweert dat het met zijn NC-variant toch is doorgedrongen in specifieke industrietakken. Het bedrijf noemt verzekeringsmaatschappij General Accident een typisch voorbeeld. IBM zou afgelopen jaar naar schatting 100.000 Network Stations hebben verkocht. De grootste klant was de Amerikaanse bezorgdienst Fedex, die 50.000 NC’s van IBM wou aanschaffen. Fedex koos uiteindelijk toch voor goedkope Windows-PC’s.
Analisten verschillen sterk van mening over de betekenis van deze cijfers. Onderzoeksbureau IDC noemt het: "weliswaar een klein aantal vergeleken bij de miljoenen PC’s die jaarlijks worden verkocht, maar niettemin veelbetekenend. IBM heeft het meer gedaan dan alle andere leveranciers om het NC-concept te bevorderen", zegt analiste Eileen O’Brien. Concurrent Dataquest signaleert echter het einde van de NC en meent dat het onwaarschijnlijk is dat er dit jaar meer dan 500.000 van deze machines worden verkocht.