Intel reageert nu officieel op de antitrustzaak die de Amerikaanse Federale Handelscommissie (FTC) tegen de chipfabrikant heeft aangespannen. De firma verdedigt het recht om klanten en concurrenten naar eigen inzicht te onthouden van informatie over processoren.
Verder heeft Intel een verzoek ingediend om de rechtszaak ongeldig te laten verklaren.
De feiten waar deze zaak om draait, zijn nooit in twijfel getrokken. Intel heeft werkstationfabrikant Intergraph, computerproducent Compaq en systeemleverancier Digital Equipment (DEC) uitgesloten van vroegtijdige informatie over toekomstige producten. De chipproducent stelt al vanaf het moment dat de federale aanklacht bekend werd dat de FTC een onjuiste interpretatie van monopoliepraktijken hanteert. De officiële reactie die Intel gisteren verstrekte, ondersteunt deze mening.
Het bedrijf houdt vol dat het de markt niet heeft gemonopoliseerd en dat het ook niet probeert om dit te doen. Uit dit standpunt vloeit voort dat Intel niet vervolgd zou kunnen worden onder de Amerikaanse antitrustwetgeving, wat de basis is van de FTC-zaak. Intel geeft toe dat het bepaalde bedrijven geen informatie verstrekt, maar zegt dat het "geen enkele firma ooit voorraden microprocessoren heeft onthouden voor welke relevante markt dan ook". De eigen handelingen "hebben concurrentie in de relevante markten dan ook niet geschaad en kunnen die ook niet schaden", stelt Intel.