Japanse fabrikanten van PC-randapparatuur geven slechts mondjesmaat steun aan de veelgeroemde universele seriële bus (USB). De firma’s mijden de nieuwe verbindingspoort omdat het de productiekosten omhoog drijft, terwijl hun apparatuur ook ‘oude’ poorten moet hebben voor ‘oudere’ computers met bijvoorbeeld Windows 95.
Grote bedrijven als Canon en Seiko Epson hebben maar een beperkt aantal printers met USB-aansluiting geproduceerd. Dit staat in schril contrast met de stortvloed aan scanners, printers, digitale camera’s en DVD-stations (digital versatile disk) die computerfirma’s als Microsoft en Apple gebruikers voorspiegelen. Dit ondanks het feit dat Microsoft USB-ondersteuning heeft opgenomen in Windows 98 en Apple de verbindingspoort gebruikt in zijn iMac. Daarnaast voorziet computerfabrikant Acer in een USB-poort voor zijn Computer X-project.
Alleen NEC lijkt echt mee te gaan met USB; de Japanse firma heeft al vijfendertig apparaten uitgerust met een USB-poort. Deze verbinding, die oorspronkelijk in 1996 al is gelanceerd, is met zijn doorvoersnelheid van 12 Mbps (megabit per seconde) ongeveer dertig keer sneller dan de standaard seriële poorten. Verder ondersteunt USB hetplug and play-principe doordat apparaten aan te sluiten en te gebruiken zijn zonder dat men de computer opnieuw hoeft te starten.